Bergen op Zoom, 18 januari 2008
Aan het College van Burgemeester en Wethouders
der Gemeente Bergen op Zoom
Postbus 35
4600 AA Bergen op Zoom
Betreft: De Heide, ons kenmerk LK/80007
Geacht College,
Van een gulle gever heeft de BSD fractie een afschrift ontvangen van een brief d.d. 19 november 2007 aan uw college van de directie Ruimtelijke Ontwikkeling en Handhaving van de provincie, inhoudende het advies van die directie aan de Provinciale Planologische Commissie (PPC) inzake het voorontwerpbestemmingsplan “Buitengebied oost, 2e herziening” (De Heide).
Gezien het grote aantal Categorie I opmerkingen (over planelementen die onaanvaardbaar worden geacht) en de aard daarvan mag je concluderen dat het plan in grote lijnen is afgeschoten. Het bevreemdt de BSD fractie dan ook dat hiervan nog geen mededeling is gedaan aan de gemeenteraad. Hieruit concludeert de BSD fractie dat uw college reparatiepogingen onderneemt richting de provincie. Gezien de ernst van alle gemaakte opmerkingen kan het niet anders dat of het plan in grote lijnen verandert of dat de directie een bijna 360 graden draai maakt (U-bocht).
Een greep uit de gemaakte categorie I opmerkingen:
– Onder het kopje “koppeling recreatieve ontwikkelingen met natuur en landschap” is te lezen: “Wij constateren echter dat in het voorliggende plan deze meervoudige doelen niet evenredig tot uiting komen.” “De eventuele toekomstige ontwikkeling van een ecologische zone langs de Kraggeloop en de ontwikkeling van een landgoed zijn door middel van wijzigingsbevoegdheden opgenomen. Het plan geeft daarbij geen zekerheid of deze ook daadwerkelijk worden benut binnen de komende planperiode.” “Naar het oordeel van de directie geeft het voorliggende plan dan ook onvoldoende de integraliteit van de eerder overeengekomen ontwikkelingen weer, wat als een groot gemis wordt gezien.”
– Onder het kopje “Natuurcompensatie” is te lezen: “Wij stellen derhalve onze vraagtekens bij de in het plan voorkomende groenvoorzieningen die als geluidswal of als terreinafscherming worden aangelegd bij wijze van compensatie.”
– Onder het kopje “Toerisme en recreatie” wordt klip en klaar geconstateerd dat ten aanzien van een viertal voorwaarden geen advies is gevraagd aan de adviescommissie ‘Toerisme en Recreatie’.
– Onder het kopje “Golfbaan” is onder andere te lezen: “Het provinciale beleid ten aanzien van golfbanen staat de aanleg van een nieuwe golfbaan in GHS-leefgebied kwetsbare soorten niet toe. De aanduiding ‘kwetsbare soorten’ is gebaseerd op het ter plaatse aanwezige leefgebied van de rugstreeppad.” “Echter nu het bestemmingsplan (artikel 13 A) uitdrukkelijk stelt dat de gronden met de genoemde aanduiding tevens zijn bedoeld voor het behoud van landschappelijke en natuurwaarden, moet geconstateerd worden dat de gronden in beginsel voor de golfbaan kunnen worden aangewend en dat daarmee een strijdigheid optreedt met het provinciaal beleid.”
– Onder het kopje “Short- en fungolf” is te vinden dat ook hier het advies van de commissie ‘Toerisme en Recreatie” ontbreekt.
– Onder het kopje “Herontwikkeling en Uitbreiding verblijfsrecreatie” zijn veel bemerkingen opgenomen, waaronder: “het ontbreken van alternatievenonderzoek en eventuele compensatie.” Wederom het ontbreken van het advies van de commissie ‘Toerisme en Recreatie’. Vooral de vele opmerkingen over de risico’s van permanente bewoning van recreatiewoningen maken indruk op de BSD fractie. Hierbij is o.a. opgemerkt dat het vloeroppervlak van de geplande recreatiewoningen met 150 vierkante meter (wat ruim meer is dan de in het algemeen toegestane inhoud van burgerwoningen in het buitengebied) veel verder gaat dan voor het doelmatige gebruik als recreatiewoning noodzakelijk is. Met alle daaraan verbonden risico’s van permanente bewoning!
– Onder het kopje “Landgoed” wordt verwezen naar de notitie Nieuwe Landgoederen. Daarbij vraagt de provincie zich af “of de oppervlakte van het landgoed, wanneer de oppervlakte GHS-natuur niet wordt meegerekend, voldoet aan de minimale oppervlakte van 10 ha zoals gesteld in het provinciale beleid”.
Het voorgaande betrekkend bij de vele categorie II en III opmerkingen doet bij de BSD fractie de vraag opkomen wat er overblijft van het plan De Heide na de aanpassingen die door de provinciale bemerkingen noodzakelijk zijn geworden en wat dan de financiële risico’s zijn?
Voor de BSD is een totale heroverweging van de plannen voor het gebied De Heide geboden waarbij dan mogelijk andere zaken betrokken kunnen worden en aan de huidige verrommelde structuur en het gebrek aan handhaving een einde kan worden gemaakt.
De BSD fractie acht een spoedige behandeling in de commissie van de nieuwe situatie, die door het directie advies is ontstaan, geboden.
Met vriendelijke groet,
Louis van der Kallen