Bergen op Zoom, 25 februari 2008
Aan het College van Burgemeester en Wethouders
der Gemeente Bergen op Zoom
Postbus 35
4600 AA Bergen op Zoom
Betreft: Bouwhandhaving, ons kenmerk LK/80024
Geacht College,
Handhaving is een goede zaak. Handhaving dient echter ook gebaseerd te zijn op algemeen aanvaarde normen. Eisen, daarvan afgeleid, dienen, zeker als zij voor de burger ingrijpend zijn, terdege onderbouwd te worden.
Op verzoek van een burger, wonende aan de Augustalaan, eigenaar van één der panden gelegen tussen de Augustalaan en het Benedenbaantje, heeft ondergetekende kennisgenomen van uw vordering onder dreiging van een dwangsom tot het nemen van maatregelen aan een keermuur. Indien er iets structureel mis zou zijn aan een keermuur, is het goed dat de gemeente gebruik maakt van haar bevoegdheden tot handhaving. Maar als de gemeente meent gebruik te moeten maken van haar bevoegdheden in deze en die leiden voor de burger tot zeer aanzienlijke kosten, dan is een terdege technische onderbouwing, naar de mening van ondergetekende, op zijn plaats. Dit nu is in het onderhavige geval niet gebeurd. De keermuur is onder architectuur naar de bouwvoorschriften van toen (NEN 6700 was er toen nog niet) met een gemeentelijke vergunning gebouwd. Uiterlijk is aan de muur nauwelijks iets waar te nemen wat de gemeentelijke conclusies staaft. De aanwezige kleine scheurtjes lopen verticaal. Volgens de door mij geraadpleegde bouwkundige is dat een teken van verzakking. Horizontale scheuren zouden kunnen wijzen op een mogelijke instabiliteit. Die zijn echter nauwelijks aanwezig. De scheurtjes die aanwezig zijn lijken, op basis van visuele waarneming, reeds langer te bestaan en lijken reeds jaren stabiel.
Nu rijst het vermoeden dat, op basis van klachten van een omwonende, de gemeente tot een aanschrijving is gekomen zonder een gedegen eigen onderzoek. In de wijk zijn op diverse plaatsen soortgelijke scheuren in keermuren waar te nemen, waarvan sommigen aanzienlijk meer indruk maken dan die in de keermuur van de aangeschreven bewoner. Navraag bij een betrokken eigenaar leverde op dat hij niet was aangeschreven!
Als binnenstadbewoner kan ik veel plaatsen aanwijzen waar muren aanzienlijk meer gevaar lijken op te leveren dan de onderhavige keermuur.
Het vorenstaande leidt voor de BSD fractie tot een aantal vragen:
– Op basis van welk onderzoek is de eigenaar van de keermuur aangeschreven?
– Wat is het beleid in een dergelijk geval?
– Als er geen aantoonbaar direct gevaar is, waarom wordt dan niet gekozen voor monitoring, bijvoorbeeld door het plakken van een pleister, zodat de eventuele verwijding van een scheur of scheurtje gemeten kan worden?
– Is het gewoon om zonder technische/bouwkundige onderbouwing en zonder metingen tot dit soort voor burgers zeer ingrijpende eisen te komen?
Volgens betrokkenen had de behandelend ambtenaar gezegd dat dit gebeurde op basis van ervaring!
Graag schriftelijk antwoord.
Met vriendelijke groet,
Louis van der Kallen