Bergen op Zoom, 17 mei 2008
Aan Burgemeester en Wethouders
der Gemeente Bergen op Zoom
Postbus 35
4600 AA Bergen op Zoom
Betreft: Onderzoek aanbestedingen/gunningen I, kenmerk: LK80053
Geacht College,
Ondergetekende heeft in het kader van zijn onderzoek naar aanbestedingen/gunningen de eerste vijf van de door hem gevraagde dossierclusters bestudeerd.
Eerst maar het goede nieuws. Met de openbare aanbesteding/gunningen op het vlak van ‘het meerjarig intensief maaien 2008’ is niets mis. Ook met de aanbesteding/gunning van de ‘jaaropdrachten inhuur van materieel en medewerkers t.b.v. grondwerk’ is niets mis. Over de dossiers van deze aanbestedingen/gunningen is wel iets op te merken. Er zaten in de dossiers geen procesverbalen van de aanbesteding en gunning. Ook ontbrak bij de openbare aanbesteding een kopie van de publicatie (ook bij publicatie op een website is het goed een uitdraai daarvan in het dossier op te nemen). In geval van een juridisch conflict zijn dit immers belangrijke documenten.
Met bijzondere aandacht heb ik het dossier bekeken van de gunningen aan de stichting gemeenschappelijke opleidingsactiviteit groenvoorziening in de regio Zuid-West Nederland (GOA Groen). Deze stichting heeft veel weg van een gemeenschappelijke regeling. Uit de ledenlijst uit 2002 blijkt dat maar liefst dertien gemeenten lid zijn/aangesloten zijn bij deze stichting (Bergen op Zoom, Etten-Leur, Goes, Halderbergen, Hulst, Middelharnis, Oostflakkee, Reimerswaal, Schouwen-Duiveland, Steenbergen, Tholen, Veere, Woensdrecht), alsmede tal van bedrijven uit die sector. Uit de oprichtingsakte uit 1987 blijkt dat de gemeente Bergen op Zoom één van de oprichters was. In het licht van de veranderde regelgeving komt het ondergetekende voor dat een juridische toetsing, of een dergelijke regeling met de huidige regelgeving in strijd is, op zijn plaats kan zijn. De feitelijke uitvoering nu heeft, gezien o.a. de gehanteerde uurtarieven (zeer ruim boven de minimum jeugdlonen) het karakter van een commercieel bedrijf (een uitzendbureau voor jeugdigen). De oorspronkelijke doelstelling zoals verwoord in de akte van oprichting lijkt, mijn inziens, niet meer op de huidige praktijk. Zeker gezien het jaarlijkse bedrag (2007: 62.500 euro) lijkt een heroverweging of dit nog wel een onderwijs ondersteunende voorziening is gewenst.
De Stichting Samen Werken is een geval apart. Over de verordening heb ik reeds mijn mening gegeven. Over 2007 moet ik constateren dat alleen al bij de gunningen boven de € 5000 het totaal bedrag overgemaakt aan de Stichting Samen Werken in 2007 de 1,16 miljoen euro overschrijdt. Van dit bedrag is € 175.000 achteraf ‘gesanctioneerd’ middels de verordening die ik niet legaal vind en € 75.000 middels raadsvoorstel SMD/06/01 van 23 februari 2006. Dit laatste raadsvoorstel past, na nauwkeurige lezing, wat de BSD-fractie betreft in de categorie misleidend. Onder het kopje ‘consequenties’ van dit raadsvoorstel had, indien een open en transparante relatie met de gemeenteraad wordt nagestreefd, opgenomen dienen te worden dat dit raadsvoorstel feitelijk een afwijking is van het geformuleerde aanbestedingsbeleid. De BSD-fractie is van mening dat raadsvoorstellen die impliciet een afwijking zijn van bestaand beleid de afwijking expliciet onder de aandacht van de gemeenteraad gebracht moeten worden. Vanzelfsprekend hoort daar dan een goede onderbouwing/motivatie bij waarom in een dergelijk geval afgeweken kan of moet worden van het eerder vastgestelde beleid. Als die onderbouwing bestaat uit de voorwaarden die zijn verbonden aan de gunning, zoals bij het project Springplank het geval is, moet wel helder zijn en blijven dat aan die voorwaarden blijvend wordt voldaan (inzet bijstandsgerechtigden voor de uitvoering van dit project). College controleer daar eens op! Ook het achteraf regelen van de gunning middels de ‘verordening’ is buiten het gebruik van de ‘verordening’ onjuist. Uit de stukken blijkt dat de opdracht volgens het opdrachtformulier is gegeven op 1 september 2007, terwijl de looptijd van die opdracht liep van 1 oktober 2006 tot 31 december 2007. Helder is dat ruim € 900.000 (exclusief de betalingen/gunningen onder de € 5000) aan opdrachten/gunningen niet valt binnen het vigerende aanbestedingsbeleid (alles wordt onderhands gegund). Dit acht de BSD-fractie niet acceptabel. Het dossier bevat geen enkele verwijzing naar besluiten van wie dan ook die deze handelswijze rechtvaardigen. De constructie Stichting Samen Werken is ronduit een bestuurlijk gedrocht en roept veel vragen op. Voornoemde constateringen inzake de Stichting Samen Werken betekenen voor de BSD-fractie dat zij tegen iedere begroting en rekening van de gemeente Bergen op Zoom zal stemmen omdat zij deze handelswijze verwerpelijk vindt.
Opvallend zijn ook de vele opdrachten aan één firma inzake onderhoud en bouw van hekwerken. De aanbestedingen en gunningen vinden formeel plaats binnen het geldende aanbestedingsbeleid. Men mag immers opdrachten/projecten onder de € 10.000 enkelvoudig onderhands gunnen. In de periode van 2 juni 2006 tot 9 april 2008 gaan zestien opdrachten boven de € 5000 en achtendertig opdrachten beneden de € 5000 naar deze firma. Het geheel wekt de indruk dat er geen andere hekwerkbouwers zijn in Nederland! Indien er volgens het aanbestedingsbeleid meervoudig aanbesteed moet worden is dat ook gebeurd. Is het daarmee allemaal logisch? Nee! Beter zou zijn om het gemeentelijke jaarvolume aan hekwerkopdrachten jaarlijks aan te besteden. Bijvoorbeeld zoals dat ook gebeurd met de inhuur van personeel en materieel of voor het maaien. Verwacht mag dan worden dat de kosten van de aanschaf en het onderhoud aan hekwerk lager uit zullen komen.
Veel van de nu en eerder (schilderwerken) onderzochte dossiers wekken de indruk dat de gunnende ambtenaren de gedachte hebben dat bij gunningen beneden de € 10.000 zij met geen enkele wettelijke regel rekening behoeven te houden. Niets is minder waar. Ook dan heeft een overheid een hele reeks bepalingen te eerbiedigen. Onder andere die voortvloeien uit de algemene beginselen van het EG-Verdrag: transparantie, vrije mededinging en eerlijke concurrentie.
Ook heeft een aanbestedende dienst zich te houden aan de verplichtingen die samenhangen met de beginselen van behoorlijk bestuur (zorgvuldigheid, evenredigheid, proportionaliteit en rechtszekerheid), zoals die zijn verwoord in de Algemene Wet Bestuursrecht. Het lijkt er op dat deze algemene beginselen bij een fors aantal aanbestedende ambtenaren niet of onvoldoende bekend zijn.
De BSD-fractie vraagt uw college aandacht voor bovenstaande bevindingen en verzoekt uw college de voormelde verbetersuggesties te overwegen.
Met vriendelijke groet,
namens de BSD-fractie,
L.H. van der Kallen