VAN DE POT GERUKT/ HET COLLEGEPROGRAMMA 2014-2018/ ECHTSCHEIDING/ WMO/ VERZONDEN BRIEVEN

| jaar 1 | nummer 31 |

| 05-10-2014 | 12.00 uur |


 

| VAN DE POT GERUKT |  

 

bruidpaarIk heb het genoegen meer dan 28 jaar raadslid te zijn in Bergen op Zoom. Als raadslid heb ik van de burgers de opdracht gekregen de samenleving en haar tradities te hoeden in al haar facetten. Om dat goed te kunnen doen spreek ik met veel mensen en lees ik ook de lokale media.

Op zaterdag 4 oktober las ik in de regionale krant BNdeStem een bericht dat mij verbijsterde. Onder de kop “Gratis trouwen beperkt” is te lezen dat wethouder Coppens het gratis trouwen wil beperken. Nu is het ook de BSD-fractie helder dat er steeds meer mensen zijn die voor een dubbeltje op de ‘eerste rang’ willen zitten en dat we trouwtoerisme kennen. In een zeer grijs verleden heb ik zelf de enige oomzegger in mijn familie in Bergen op Zoom mogen trouwen en daar kwamen ze voor met een bus uit Rotterdam. Dat het college gratis trouwtoerisme wil indammen, vindt de BSD-fractie onverstandig. Want Bergse bedrijven verdienen er goed geld mee. Maar dat is iets wat wettelijk mag en ieder college, ook dit college, heeft het recht om haar eigen fouten te maken. Maar wat mij werkelijk schokte was dat ons college van trouwen, indien het gratis zou gebeuren, een volkomen administratieve bijeenkomst wenste te maken. Sober en sfeerloos, zonder genodigden en ‘in een kaal kamertje’. Terwijl op het vroege uur niemand in de kamer was zei ik tegen mezelf toen ik dit las: ze zijn van de ‘pot gerukt’!

Trouwen is in bijna alle culturen een openbare gebeurtenis, waarbij de familie, vrienden etc. van de twee nieuwe echtelieden betrokken zijn en naar mijn gevoel ook betrokken horen te zijn. Je legt naar elkaar een gelofte af. De symboliek is niet alleen dat je elkaar iets beloofd maar dat ook je familie, vrienden, buurtgenoten, collega’s, kortom de gemeenschap waarin je leeft er bij zijn en erbij betrokken zijn, zodat zij je bij de opdracht die je in liefde aanvaardt, als dat nodig is kunnen en zullen helpen. Het is absurd om met een voorstel te komen dat bij de huwelijksvoltrekking geen gasten meer aanwezig mogen zijn (dus ook je familie niet?) en dat de getuigen ambtenaren moeten zijn en niet diegenen die je na staan en bijvoorbeeld al je hele leven hebben begeleid zoals een (oudere) broer, zus, oom of tante. Ik vind deze voornemens van dit college een regelrechte aantasting van een grondrecht. Dat wethouders in hun bezuinigingsdrift voornemens zijn de wet te gaan overtreden en zaken, die de BSD-fractie een grondrecht vindt, wilt aantasten zoals het gasten (ouders) ontzeggen aanwezig te zijn, tart ieder weldenkend mens.

Ons Burgerlijk Wetboek titel 5 artikel 63 is hartstikke helder: “Een huwelijk wordt in tegenwoordigheid van ten minste twee en ten hoogste vier meerderjarige getuigen in het openbaar in het gemeentehuis voltrokken ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand…”. De BSD-fractie is ronduit verbijsterd en beschaamd, dat wij in onze gemeente een college hebben, die zonder notie van wet en regelgeving besluiten durft te nemen c.q. voornemens te ontwikkelen die mensen in hun grondrechten met betrekking tot een hoog goed, het huwelijk, en in het bijzonder hun huwelijk willen beperken. Klaarblijkelijk is hier ook sprake van een ernstig falen van ambtelijke zijde. Want onze ambtenaren dienen, als het college kennelijk de weg kwijt is, hen te ontraden dit soort stappen te nemen. Ook de Burgemeester lijkt hier blaam te treffen. Hij is de Kroonbenoemde met de staatsrechtelijke opdracht wetsovertredingen van raad en college te voorkomen.  

Ik vind dat deze voornemens van het college de ziel van de samenleving raken. Als deze voornemens geheel of gedeeltelijk doorgang vinden dan ontneemt het college een deel van de mooie beleving van een trouwdag. Ook mensen, die terecht omdat zij geen geld hebben gratis willen trouwen, hebben het recht om dit in aanwezigheid van al hun dierbaren te doen. De overheid dus ook onze gemeente dient te allen tijde dienstbaar te zijn. Dekking van de kosten is zeker voor een armlastige gemeente belangrijk, maar er zijn zaken waar je af moet blijven. Zeker als het over mensen gaat. Dit college verdient een ernstige reprimande ik heb dan ook de zelfde dag nog een brief naar het college gestuurd met het verzoek over dit onderwerp een interpellatie in de gemeenteraad te houden om het college hierover te bevragen en ultiem te beoordelen.

Louis van der Kallen 

 


 

| HET COLLEGEPROGRAMMA 2014-2018 |

 

Een half jaar na de verkiezingen is het er eindelijk: het collegeprogramma 2014-2018. Een half jaar doen over iets op papier zetten, wat vlak na de verkiezingen al zou zijn afgesproken, zegt mogelijk iets over hoe makkelijk de dames en heren het met elkaar eens worden. Voor mij is één ding duidelijk: ze maken geen haast met hun communicatie op dit punt, terwijl communicatie juist een speerpunt zou zijn.

Het is een mooi kleurrijk, op glanzend papier gedrukt boekje met veel foto’s (het mocht een paar centen kosten) dat goed leesbaar is. Ondanks dat in de inleiding vermeld wordt dat het “niet om woorden gaat maar om daden” weet ons college 27 pagina’s te vullen met vooral veel woorden. Woorden die wel een inkijkje geven in wat ze willen of, in de visie van de BSD, wat ze soms dromen. Het aantal wensbeelden is groot. Maar het moet gezegd worden: het wordt met regelmaat vertaald in “wat gaan we daarvoor doen”. Je denkt dan: nu komen de concrete acties. Maar nee, het is dan toch weer overwegend een opsomming van wensen. Sommige wensen kennen wel een heel bijzondere vertaling. Wat te denken van “Eén van onze doelen is om een HBO-opleiding in de regio te krijgen.” Bijna alle partijen hadden in hun programma’s de vestiging van een HBO opleiding of opleidingen in Bergen op Zoom staan! De regio! Wat is dat? Er zijn in de regio (West-Brabant) diverse HBO opleidingen. Of is de regio voor het college iets anders? Soms wordt het straatje al bij voorbaat schoon gepoetst. Als voorbeeld: “In het verleden kochten we gronden aan die niet ontwikkeld zijn in het gewenste tempo. Dat komt door de crisis.” Maar de crisis is slechts een stukje van de oorzaak. Voor de BSD zijn een doorgeslagen optimisme, een grenzeloze overschatting van het ‘uniek’ zijn van onze ligging en simpelweg wanbeleid op zijn minst ook mede oorzaken. Die les wordt helaas niet getrokken, noch opgeschreven, want dan moet er in de spiegel gekeken worden.  

Soms weet ik, en ik draai toch echt al een poosje mee, bij God niet wat er bedoeld wordt. Wat is “de lokale belastingen in balans brengen”? In balans met wat in hemelsnaam? Er staan vele voornemens in het collegeprogramma, die de BSD van harte onderschrijft. Zoals het terugbrengen van de schulden. Wel vinden we de aanpak daarvan beperkt tot ‘als we grond en vastgoed verkopen, gebruiken we de opbrengst om af telossen’. Ook het investeringsniveau moet aanzienlijk terug. Dat is niet leuk, maar naar de mening van de BSD wel noodzakelijk. Soms is de voorgenomen aanpak van zaken naar de mening van BSD te beperkt. Als voorbeeld: “Zo maken we van Bergen op Zoom een klimaatbestendige gemeente.” Wat is “zo”? Dit is blijkbaar het ontwikkelen van een duurzaamheidsvisie. De BSD is voor een echte start met klimaatadaptatie zoals in 2013 verwoord in één van onze brieven over dit onderwerp. Het college besteedt veel woorden aan samenwerking op allerlei terreinen, maar Roosendaal (onze duo-stad) en het waterschap schijnen in dit kader niet meer te bestaan.

Het collegeprogramma is zeker het lezen waard. Maar voor een club die gaat voor de daden hebben ze wel veel woorden nodig. De BSD wenst het college veel succes met hun wensen, dromen en voornemens. Maar vooral met hun daden. Want daar zal de BSD hen iedere week van de komende bestuursperiode op toetsen.

Louis van der Kallen  

 


 

| ECHTSCHEIDING |

 

kanonIn het collegeprogramma van Bergen op Zoom heb ik de naam van onze oostelijke buurgemeente niet kunnen ontdekken. Ons college besteed veel woorden aan samenwerking op allerlei terreinen, maar Roosendaal (onze duo-stad) schijnt niet meer te bestaan. Dat wekte bij mij enige nieuwsgierigheid op naar hoe Roosendaal daar over denkt. Zou Roosendaal de duo-stadgedachte nog koesteren?

In de begroting van Roosendaal vond ik onder het kopje “schaalgericht” de volgende tekst: “Keer op keer kijken we met wie en op welk schaalniveau we het beste aan de opgaven van Roosendaal kunnen werken. Soms is dat ‘de keukentafel’, een andere keer is dat de wijk of de regio. Voor een aantal opgaven is acteren op een nog grotere schaal nodig zoals de provincie Noord-Brabant, Delta Region (Zuidwest Nederland en delen van Vlaanderen) en het Rijk. Uitgangspunt is steeds dat de schaal wordt gezocht waarop het effect maximaal is. We willen echter vermijden dat elke opgave zijn eigen samenwerkingsverband creëert en het overzicht en de slagkracht zoek raken. Daarom kiezen we, daar waar mogelijk, voor samenwerking met de volgende gemeentelijke samenwerkingspartners: Etten-Leur, Halderberge, Moerdijk, Rucphen en Zundert.” Roosendaal staat dus duidelijk met de rug naar Bergen op Zoom gekeerd. Het bed van de duo-stadpartners is dus niet meer zo warm en behaaglijk als in de tijd vóór Niederer en Petter.

Het moment van een eventuele scheiding is, naar mijn gevoel ongelukkig. Want met de slagen die de regionale economie krijgt met de sluitingen van Philip Morris en Philips zou een goede onderlinge verstandhouding om gezamenlijk op te trekken naar de subsidiepotten van Den Haag, Den Bosch en Brussel meegenomen zijn. Nu de liefde doodgebloed lijkt, wordt het hopelijk geen vechtscheiding. Het kanon van Ton lijkt weer op Roosendaal gericht. De regio heeft juist nu behoefte aan samenwerking om de economische en sociale pijn te verzachten en de regio op weg te helpen naar een nieuwe voorspoedige toekomst. 

Louis van der Kallen  

 


 

| WMO |

 

zeven vrouwen en een manOp woensdag 1 oktober was er een bijeenkomst van de commissie Mens en Maatschappij waar onder andere de commissieleden technische vragen konden stellen over het beleidsplan WMO 2015 en de betreffende verordening. Voorafgaand waren er een aantal insprekers, waaronder mevrouw de Weert, een thuiszorgmedewerkster.

Zij gaf een bloemlezing van wat ze in de praktijk van nu (dus vóór de komende korting van 40 % van het budget) allemaal aan problemen met de WMO uitvoering tegenkwam. Buiten de door haar geschetste problemen, die bijna allemaal neerkwamen op een gebrek aan aandacht voor de cliënten (geld/uren), bleek ook dat de problemen van de cliënten veel breder waren dan het schoonmaken. Slecht kunnen zien en daardoor problemen met betalingen, schulden, eenzaamheid enzovoort. Haar stelling was dat de individuele situatie van de hulp vragende niet meer of onvoldoende wordt meegenomen in het uiteindelijke besluit. Maar haar problemen gaan veel verder. De instelling, waar zij voor werkt, probeert in het zicht van de komende bezuinigen de overhead zoveel mogelijk terug te brengen om daarmee de kans te vergroten dat ze het werk, middels een lage prijs, binnen kunnen halen. Dat leidt er toe dat ze bij haar werkgever niet mag binnenlopen met haar problemen. Ze mag ook niet bellen. Alles moet per e-mail. Slechts één maal per jaar is er een bespreking met haar collega’s en leidinggevende. Haar optreden was imposant en moedig. Zij stelde tot tweemaal toe dat er niet alleen de noodzaak was van meer tijd, maar ook de wens tot meer ‘zorgvuldigheid’ bij de gemeentelijke medewerkers. Zij ervoer ook een gebrek aan kennis en ervaring bij de gemeentelijke medewerkers. De opmerkingen over de gemeentelijke medewerkers werden door de wethouder weggewuifd. Hem waren geen klachten van de betrokken instellingen bekend. Dat het niet over de behandeling van de instellingen ging, maar over de behandeling van cliënten ging ontging hem vast! Mijn beleving van de inbreng van de insprekers was: er gaat nu al veel fout of het zou beter kunnen c.q. moeten. Onze ambtenaren zijn nu al heel scherp op de kosten gefocust en niet op de dienstverlening aan de cliënt. Dat maakt het feit dat het college aan de raadsleden een goede week geleden via het concernbericht heeft laten weten dat van het budget voor de  WMO over 2014 vermoedelijk 1,5 miljoen euro wordt overgehouden bijna macaber. De centen zijn er wel, maar we geven het  niet uit. De BSD inzet zal zijn om de overblijvende WMO gelden te reserveren om het WMO budget voor 2015 eventueel op te kunnen hogen. 

Wat tijdens de vergaring verder opviel was dat sommige raadsleden moeite hadden om het bij technische vragen te houden. Sommigen probeerden een voorschotje te nemen op komende week wanneer het te voeren beleid en de verordening ter bespreking staan. Wat mij ook verbaasde was dat achter de collegetafel de wethouder werd bijgestaan door maar liefst zeven ambtenaren, alle zeven vrouwen! Uit vakbondskringen weet ik dat soms de tactiek wordt toegepast, als men een moeilijke vergadering verwachtte met veel lastige vragen, juist vrouwen mee te nemen om ze te beantwoorden. Dan was de acceptatiegraad van de overwegend mannelijke bedrijfsleiding vaak hoger. Zou ons college zo strategisch zijn? Ik denk het niet. Maar of de betreffende afdeling de juiste samenstelling aan beleidsambtenaren heeft, waag ik te betwijfelen. Hoe deskundig de dames ook overkwamen, de samenstelling lijkt in strijd met de doelstelling van de wetgever om te komen tot een evenwichtige verdeling vrouwen en mannen in organisaties. Wat mij betreft op naar de 30 % mannen op de beleidsafdeling die de WMO voorbereidt.

Louis van der Kallen

 


 

| VERZONDEN BRIEVEN |

 

Lees hier:

29 september 2014 – ARCHIVEREN WEBSITE GEMEENTE, KENMERK LK/14067

30 september 2014 – PADEN LANGS TRIMPARCOURS, KENMERK DVDK/14068

30 september 2014 – BRIEF VOORZITTER VOEDSELBANK, KENMERK PVDK/14069

04 oktober 2014 – VAN DE POT GERUKT, KENMERK LK/14070