BOA OF LOKAAL POLITIEAGENT?

| jaar 6 | nummer 259 |

| 07-07-2019 | 11.40 uur |


 

| BEZUINIG JE BLAUW, BURGER IN HET NAUW |

 

Politie in actie

Op 1 januari 2013 is de nationale politie ingevoerd. De nationale politie zou ervoor moeten zorgen dat samenwerking in de regio bespoedigd werd, en stiekem werd er natuurlijk ook een bezuinigingsslag geslagen. Door de centralisatie van de nationale politie is inderdaad de samenwerking en informatie-uitwisseling verbeterd. Echter, door de bezuinigingsslag heeft de capaciteit van de politie een klap gehad, en dat is te zien in de samenleving. Veel burgers geven aan dat de autoriteiten niet voor hen klaarstaan, en dit draagt bij aan het gevoel van onveiligheid.

Deze geluiden bereiken ook al een aantal jaar de raadszaal van Bergen op Zoom. Elke bespreking over veiligheid bevat wel de slogan “meer blauw op straat”, ondanks dat het zeggenschap van de gemeente op dit onderwerp nihil is. Welke troef tovert de lokale politiek dan altijd uit de hoge hoed? De BOA; bijzonder opsporing ambtenaar. Afgezien van de beperkte mogelijkheden door de barre financiële situatie van de Bergse staatskas, zou het vast goed zijn als er meer capaciteit voor de BOA’s vrijgemaakt worden. Zo vond ook Lijst Linssen tijdens de raadsbespreking van het beleidskader. Daarom hadden zij een motie ingediend met de noodkreet om twee extra BOA’s toe te voegen aan het domein openbare ruimte. Deze motie vond ik zo opvallend omdat hij een jarenlange politieke tendens beschrijft die inmiddels op een hoogtepunt komt, dat ook in de motie beschreven staat: de BOA ter vervanging van het schaarse politieapparaat dat handen en voeten te kort komt. In de motie stond dit in de overwegingen benoemd door aan te geven dat de nationale politie overbelast is en de wijkagent onvoldoende tijd heeft om zijn of haar taak volwaardig uit te voeren. Als klap op de vuurpijl komt in het dictum, zonder enige overwegingen, dat BOA’s bewapend moeten worden met pepperspray en een wapenstok “omdat zij niet of onvoldoende kunnen optreden”.

De discussie over het standaard bewapenen van BOA’s steekt in het hele land de kop op. Toeval? Of zou het dan toch echt komen door de nationale leegroof van het politieapparaat? Kortom, lokale spierballen voor een nationaal probleem veroorzaakt door nationaal beleid. Daarnaast vind ik het ook bijzonder gevaarlijk om zonder enige overweging te stellen dat de gemeente het initiatief moet nemen om onze BOA’s standaard te bewapenen. Laten we ons verdiepen in het concept van het geweldsmonopolie. De filosoof Weber stelde dat onze gemeenschap in vrede kan leven als geen enkele entiteit het recht heeft tot het toepassen van geweld, behalve deze exclusieve entiteiten die door de overheid zijn aangewezen, zoals onze krijgsmacht en de politie. Dit zodat het verbod op geweld, en de regels die gelden binnen onze staat gehandhaafd kunnen worden.

Indien onze BOA’s standaard bewapend worden, betekent dat dus dat de toegang tot dit exclusieve geweldsmonopolie uitgebreid wordt. Een verandering in zo’n cruciale structuur in onze staat moet daarom goed onderbouwd worden. De onderbouwing dat een andere entiteit die deze bevoegdheid wel heeft, namelijk de politie, kapot bezuinigd is, is helaas geen legitieme reden. Met deze argumentatie kan iedereen bewapend worden die zich in risico werk bevindt. Dit begint met de treinconducteur, die regelmatig in aanraking komt met agressie, en voor je het weet zal de medewerker van de ernstigste GGZ-afdeling zich ook moeten bewapenen. Want in de moderne samenleving verzinnen we andere oplossingen voor het gebrek aan de luxe van voldoende politiecapaciteit.

Manuela van Gent