OUDE GRAMMOFOON/ BOTER OP HET HOOFD/ EIGEN WERELD

| jaar 2 | nummer 78 |

| 18-10-2015 | 11.00 uur |


 

| OUDE GRAMMOFOON |  

 

gramafoon 01Bij een nieuwe begroting vraagt de BSD-fractie zich altijd af missen we iets? Dat deden wij ook toen het college een Uitvoeringsprogramma maakte. Op 29 maart van dit jaar schreef ik daarover in onze nieuwsbrief. De tekst van toen is helaas nog geldig. Als een oude grammofoon herhaal ik die maar even.

“Wat de BSD echter zeer mist, en waarvoor de BSD keer op keer gepleit heeft, is het oppakken van klimaatadaptatie, met name gericht op een aanpak van de hittestress. Hittestress leidt in warme zomers in een stedelijke omgeving tot vermijdbare oversterfte. Risicogroepen zijn: (zeer jonge) kinderen, ouderen, mensen met overgewicht,  chronisch zieken, mensen die medicijnen gebruiken, alcohol- en drugsgebruikers, dak- en thuislozen, sociaal geïsoleerde personen en deelnemers aan evenementen zoals sporters. De BSD heeft diverse keren aandacht gevraagd voor het probleem van hittestress en handreikingen gedaan hoe daarmee om te gaan. Voor de BSD is hittestress het probleem van ons veranderende klimaat. Ook in Nederland gaan in warme zomers mensen dood wiens dood vermijdbaar is. Als de gemeente de komende tientallen jaren bij haar werkzaamheden, zoals bij het (her)inrichten van straten, pleinen, plantsoenen, bouwen van huizen, enzovoort met hittestress rekening gaat houden, bijvoorbeeld bij de materiaalkeuze, kan de oversterfte  beperkt worden. Niet iedereen beseft dat in een bebouwde omgeving op een zonnige zomerse dag de temperatuur in sommige delen van de stad, zelfs in de schaduw in de buurt van de 40 graden Celsius kan komen en in de zon zelfs kan overschrijden en de nachten, door het afgeven van warmte door stenen, slechts beperkt afkoelen. Dan wordt een stad steeds warmer met hittestress als gevolg. Tot onze grote teleurstelling heeft het college bij dit uitvoeringsprogramma hier nog niet die aandacht voor die de BSD nodig acht.”

In gesprekken met collegeleden waaronder de politiek leider Arjan van der Weegen werd mij verzekerd dat dit onderwerp snel op de bestuurlijke agenda zou komen. In het uitvoeringsprogramma schreef het college:

“wij zijn een betrouwbare partner, die oprecht nieuwsgierig is naar wat een ander beweegt”. Als het over het punt van hittestress en klimaatadaptatie gaat, ziet de BSD daar feitelijk niets van terug. We hebben hier al vaak aandacht voor gevraagd, echter zonder zichtbaar resultaat. Onze houding voor dit jaar zal dan ook zijn: College geen woorden maar daden! Er moet nu, als het over klimaatadaptatie gaat, eerst garen op de klos. Vooralsnog is dit college voor de BSD nog steeds niet de betrouwbare partner waarop de BSD gehoopt had. Zelfs nu, met het vertrek van Lijst Linssen uit het college heeft dit college de niet collegepartijen meer nodig dan voorheen en is het denken aan wat bijvoorbeeld de BSD aan de bestuursagenda wil bijdragen nog niet door gedrongen tot de hersenpan van de collegeleden. Hoezo “wij zijn een betrouwbare partner, die oprecht nieuwsgierig is naar wat een ander beweegt”? 

Louis van der Kallen

 


 

 | BOTER OP HET HOOFD |  

 

Deze week op één dag maar liefst twee artikelen in BNdeStem met als inhoud ‘weer kritiek op ambtenaren’. Het valt keer op keer op keer dat politici en bestuurders niet in staat blijken te zijn naar hun eigen functioneren te kijken.

Colleges van B&W beslissen collectief zelf over het wel of niet of hoe plaatsen van een kunstwerk. Ook het college van B&W van Bergen op Zoom. Wat dan van belang is dat men wel weet wat men beslist. Dat vergt maar één ding. Het lezen en overdenken van de inhoud van de stukken. Als wethouder Linssen zelf alert was geweest bij het keuze- en plaatsingsbesluit van ‘Zaden’ was er geen probleem ontstaan.

Dat zelfde geldt voor de discussie over het restaurant op de Boulevard. Het is het college die vermoedelijk tot twee keer toe het bestemmingsplan, wat nu discussie oproept, heeft vastgesteld, inclusief het kaartmateriaal en voorwaarden zoals ‘alleen horeca op die plek die een maatschappelijk doel dient.’ Ook de gemeenteraad heeft dat bestemmingsplan goedgekeurd. Als partijen het anders hadden gewild, hadden ze het zelf anders moeten doen.

Ambtenaren dan de schuld geven is niet alleen onsportief, omdat zij zich niet in het openbaar kunnen verweren, het getuigt ook van het niet willen beseffen van de eigen verantwoordelijkheid en het inzicht dat we als raadsleden ook zelf mogelijk een fout hebben gemaakt of simpelweg niet alle consequenties van een besluit of een voorwaarde hebben beseft. Mensen, ook politici als wethouders en raadsleden, maken fouten. Dat is jammer, maar geen schande. Ik vind het wel een schande als je niet in staat bent je eigen rol te zien in zaken die anders hadden gemoeten en gekund. 

Louis van der Kallen

 


 

| EIGEN WERELD |  

 

Politici/bestuurders lijken vaak in een eigen wereld te leven. Hierbij is het wereldbeeld van hen vaak veel positiever dan hoe de gewone burgers dat ervaren.

Wat te denken van de volgende citaten uit de begroting van Bergen op Zoom?

  • “We kunnen ook vooruitkijken naar een tweede helft waarin we werken aan het verder duurzaam financieel gezond houden van onze gemeente.“ Ik schreef er vorige week al over.
  • “Steeds duidelijker wordt dat het ‘werken’ ‘wonen’ volgt.” Deze stelling wordt in de begroting nergens onderbouwd. Ik geloof er niets van! Ik zie het werk hier niet naar toe komen en de Bergse werkgelegenheidscijfers zijn ronduit slecht. Ik schreef er eerder over. Afgelopen week verschenen hierover nadere cijfers van het CBS, waaruit blijkt dat bijstandsgerechtigden in Bergen op Zoom minder snel aan een baan komen dan elders in West-Brabant en dat het aantal WW-uitkeringen in 2015 in Bergen op Zoom snel stijgt. Dit laatste is de voorbode van een toekomstige verdere stijging van het aantal bijstandsgerechtigden.
  • “Ons imago als vitale gemeente”. Daar denken de rapporteurs van midsize Brabant heel anders over. Die hebben vastgesteld dat op de meervoudige achterstandsindex van Telos Bergen op Zoom tot de negen slechtste gemeenten van Brabant behoort. Dit betekent dat, gemeten volgens de Telos systematiek, de sociale veerkracht van de Bergse samenleving beperkt is. In de wetenschap dat die analyse gebaseerd is op gegevens vóór de gedeeltelijke sluiting van Philip Morris zie ik vooralsnog niet waarop ons imago van vitale gemeente gebaseerd zou zijn. Vermoedelijk op een wensdroom van de opstellers van de begroting.

Soms wordt informatie zo gepresenteerd dat iets veel beter lijkt dan de werkelijkheid en men toch niet liegt. Zo is in de begroting te lezen dat de solvabilitietsrisico (ratio) in 2014 14% was en in 2015 11% en voor 2016 wordt 12% begroot. Dat lijkt voor de lezer eindelijk een relevante verbetering. Het is maar hoe je het bekijkt. Als je de Bergse cijfers in wat oudere vergelijkingsstukken opzoekt van een onafhankelijke instantie (kengetallen financiële positie gemeenten van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten) dan besef je pas hoe dramatisch die cijfers zich ontwikkeld hebben: in 2012 was dat nog 36% en in 2013 27%.

Voor de lezer die niet gewend is te werken met deze cijfers. De financiële positie is de afgelopen jaren dramatisch verslechterd! Bijna alle gemeentelijke bezittingen zijn eigenlijk van de bank. Slechts een procent of 11/12 van de bezittingen is volgens deze cijfers met eigen geld gefinancierd. We boffen als gemeente met de zeer lage rentestand. Maar het risico is wel dat, als de rente gaat stijgen, het op termijn heel lastig is aan de betalingsverplichtingen te voldoen. Dan zal er nog meer bezuinigd moeten worden. Zo financieel gezond zijn we als gemeente dus niet. Dat moeten we wel proberen te worden.

Wat de BSD-fractie betreft zou het begin moeten zijn: ophouden met het leven in een droomwereld en snel beseffen dat we, in tegenstelling tot wat wethouder Coppens beweert, er nog lang niet zijn.

Louis van der Kallen