PLATO IN DE GEMEENTERAAD/ MEEDOEN/ BOEIEND

| jaar 3 | nummer 101 |

| 10-04-2016 | 10.00 uur |


 

| PLATO IN DE GEMEENTERAAD |  

 

plato 01Op woensdag 6 april was er een bijeenkomst van de gemeenteraad over de procedure/planning van de bijeenkomsten in het kader van de takendiscussie en de toekomstvisie die de gemeenteraad wil gaan ontwikkelen. De opkomst was matig. Tien raadsleden, 3 duo-leden, één wethouder en de burgemeester. 

De opzet van de discussie over de toekomstvisie gaat volgens een soort vierstappen route: verkennen, verlangen, vormgeven en vernieuwen. In stap drie (vormgeven) wordt de gemeenteraad geacht realiteitswaarde in de toekomstvisie te brengen. Het aanwezige duo-raadslid van de VVD vreesde dat dit de ‘creativiteit’ van de gemeenteraad zou kunnen blokkeren. Kortom de VVD wil liever blijven dromen. Zoals bij hen gebruikelijk, willen ze de burger graag, zeker bij verkiezingen, van alles blijven beloven, haalbaar of niet. Want zo haal je in de VVD gedachten de stemmen binnen. Ik schreef er eerder over. Dat zelfde VVD duo-lid gebruikte in zijn bijdrage aan de discussie de metafoor van het schip dat de haven verlaat zonder de bestemming te weten. Onze burgervader, geschoold in de ‘grote’ filosofie tijdens zijn opleiding tot predikant, haalde prompt Plato van stal die in “de Staat” dezelfde metafoor had gebruikt. 

Plato heeft zich zijn hele leven bezig gehouden met hoe een ideale staat eruit zou moeten zien. De ideale staat van Plato is verdeeld in drie standen. De laagste stand bestaat uit de boeren. De taak van deze laagste stand zou moeten zijn het zorgen voor de voedselvoorziening. De tweede stand bestond, in zijn denken, uit soldaten (of wachters). De soldaten moesten zorgen voor de verdediging van de staat. De eerste stand bestond uit een verstandig bestuur. Volgens Plato moeten dit filosofen zijn die de vormen (of ideeën) hebben aanschouwd. Volgens Plato hebben goede bestuurders geen privé bezit en geen gezin en zijn zij vooral wijs. De bovenste twee klassen (de soldaten en de bestuurders) moeten in absolute soberheid en gemeenschappelijkheid leven. Ze hebben seksuele relaties volgens een bepaald afgesproken programma, met partners die ze met anderen delen. Deze regels zorgden, in het denken van Plato, ervoor dat er geen wanorde ontstaat. Zijn uitgangspunt was ook dat de meeste kunstenaars uit de stad weggestuurd moesten worden. Kunst zou, volgens Plato, kunnen zorgen voor wanorde in de staat omdat kunst wordt voortgebracht uit het begerende deel van de ziel. Kunst is erotisch, gewelddadig of beiden en zou zo kunnen leiden tot wanorde.

Kunt u het zich indenken: politici die in absolute soberheid leven. Hoe mooi is de gedachte aan een verstandig bestuur. Hoe weinig realistisch ook. Juist als het over een toekomstvisie gaat willen veel politici blijven dromen. Ik noemde dat eerder liegen.

Zelfs het willen leren bleek in de discussie al moeilijk. Sommige raadsleden zagen het op cursus gaan, om te leren objectief door te vragen in gesprekken met maatschappelijke organisaties, niet echt zitten. De ambtenaar die het verhaal vertelde, sprak de zalvende woorden “ik geloof in het lerend vermogen van de mens”. De vraag is dan: hoeveel mens zit er in de ziel van een raadslid? Helaas is Plato er niet meer om over deze vraag nog eens in discussie te gaan.

Louis van der Kallen

 


 

| MEEDOEN |  

 

binnenstadslabOp zaterdag 2 april was de ledenvergadering van de Vereniging Binnenstad waarin niet alleen Piet Juten tot voorzitter gekozen werd,  maar ook Richard Stomp, de projectleider vitale binnenstad, voor leden en genodigden een presentatie hield over de activiteiten van Binnenstadslab met vooral de uitnodiging om samen te werken en langs te komen in de winkel en ‘mee te doen’.

Die winkel is op dinsdag- en woensdagmiddag van 14.00 uur tot 18.00 uur open. Beoogde uitstraling: dienstbaar. Wat mij dan bevreemd zijn de openingstijden. Je zou verwachten dat deze gekozen zouden zijn op tijden dat doelgroepen beschikbaar zijn of tijd hebben. Ondernemers op de ‘slappe’ tijden en bezoekers wanneer zij massaal in de binnenstad zijn. Dus bijvoorbeeld een doordeweekse morgen om het de ondernemers makkelijk te maken langs te komen en op donderdag een aantal uren voor de marktkooplieden en marktbezoekers en op zaterdagmiddag voor de bezoekers aan de binnenstad. Maar mogelijk ben ik niet degene die weet hoe je mensen uitnodigt ‘mee te doen’. Wat ik een mooi plan vond was het idee om een ‘retail academy’ te starten om (nieuwe) ondernemers te scholen en te begeleiden. De discussie was geanimeerd. Keer op keer valt mij op dat mensen zelden zien wat zij zelf kunnen doen om de stad te promoten. Wel de roep om geldverslindende promotie, maar niet het besef dat zij zelf bijvoorbeeld via de sociale media ambassadeur kunnen zijn van onze mooie binnenstad en al wat deze te bieden heeft.

Een beetje verguld ben ik wel dat Piet Juten voorzitter van de Vereniging Binnenstad is geworden. Buurtgenoot Piet stond bij de laatste waterschapsverkiezing bij mij op de lijst van Ons Water. Niet voor niets zo blijkt, want hij maakte op de eerste dag van zijn voorzitterschap zich al gelijk sterk voor behoud van een waterstaatswerk, de Geertruidadijk rond de gelijknamige polder. Ook die dijk is cultuurhistorie! Piet veel succes in deze prachtige functie.

Louis van der Kallen

 


 

| BOEIEND |  

 

Lady-Justice-statueOp maandag 4 april was er een hoorzitting van de adviescommissie van bezwaarschriften,  gericht tegen besluiten van het college van Burgemeester en Wethouders inzake verzoeken in het kader van de  Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB). Ik ben een regelmatige bezoeker van hoorzittingen van de adviescommissie van bezwaarschriften. Als het in de agenda past ga ik al tientallen jaren er langs en kijk ik of ik er ten behoeve van mijn wetgevende taak als raadslid iets kan leren.

Ik ben dan de zwijgende (verplicht), soms schrijvende (mag) toehoorder. Zonder uitzondering heb ik dan mogen ervaren dat de ambtenaren die het college vertegenwoordigen hun best doen om de commissie van alle gewenste informatie te voorzien en ook proberen de bezwaarmaker tegemoet te komen in zijn of haar wensen.

Op 4 april was dat geheel anders. De vertegenwoordigster/gemachtigde namens het college opende haar eerste termijn met de opmerking: “het college wenst geen discussie over haar vastgoedbeleid!”. De behandeling van deze zaak was herhaaldelijk uitgesteld en dan is het soms moeilijk de gebeurtenissen precies te plaatsen en te beoordelen in het licht van de stand van zaken op het moment van het WOB verzoek: wanneer en de wijze waarop namens het college dit verzoek was behandeld. Ook is niet iedere verzoeker goed in staat om precies aan te geven wat zij willen inzien. Het is nu eenmaal moeilijk aan te geven welke stukken je wil inzien als je niet precies weet welke stukken er allemaal zijn. Vaak heeft een WOB verzoek dan het karakter van het stellen van de vragen die je bij het bestuderen van stukken beantwoord wilt zien. De verwachting is dan dat de behandelaar probeert alle relevante stukken ter inzage te leggen. Dit was hier bepaaldelijk niet gebeurd. Er ontstond tussen de commissie en de gemachtigde van het college een discussie over de weigeringsgronden en de compleetheid van het ter inzage gelegde dossier. Helder werd dat de gemeente een dossier voor de verzoeker had samengesteld met wat de gemeente “relevant leek voor een ieder”. Dat is raar want het gaat er om openbaar te maken wat openbaar kan en om de vragen die leven bij de verzoeker tot een antwoord te brengen! Dat is althans de intentie geweest van de wetgever. Tijdens de hoorzitting bleek ook dat er een tweede dossier over dit onderwerp was, dat niet openbaar was en dat uitsluitend was samengesteld ten behoeve van de gemeenteraad. De commissie wenste ook inzage in dat ‘geheime’ voor de gemeenteraad bestemde dossier. Wat ik nog nooit had meegemaakt gebeurde. Er kwam niet de toezegging dat de commissie ook dat dossier zou krijgen. Nee, de gemachtigde van het college stelde: “of wij of het college het van belang achten deze stukken te overleggen zullen wij overwegen”. Dit viel niet echt goed bij de commissie. Immers geheime stukken zijn vaak niet integraal geheim maar kunnen delen bevatten die, naar het oordeel van het college, geheim zouden moeten blijven. Die delen zouden dan afgelakt kunnen/moeten worden. Dat “boeide” de vertegenwoordigster van de gemeente niet echt. Zij verwees naar een mogelijke gang naar de civiele rechter. 

Soms denk ik waar is de wijsheid van de ervaring? Het is niet de eerste keer dat een college van Bergen op Zoom probeerde het deksel op een mogelijke beerput te houden (de Nedalco deal). Toen (2013) stelde de rechtbank: “Verweerder zal, voor zover zij zich beroept op artikel 11 van de WOB, per document aan dienen geven of dit is opgesteld ten behoeve van intern beraad. Vervolgens zal de vraag dienen te worden beantwoord of het document persoonlijke beleidsopvattingen bevat. Daarna zal moeten worden bezien of het document ook informatie bevat niet zijnde persoonlijke beleidsopvattingen dan wel gegevens die zozeer met dergelijke opvattingen zijn verweven dat niet tot openbaarmaking kan worden overgegaan. De laatste vraag die verweerder zal moeten beantwoorden is of informatie kan worden verstrekt waarbij de persoonlijke beleidsopvattingen niet meer te herleiden zijn tot bepaalde personen.”

In gewone mensentaal: lak per document maar zwart wat geheim zou moeten blijven. Het kan, in de ogen van de rechtbank, dus niet zo zijn dat een geheel document geheim kan zijn. Ik ben benieuwd wie wat boeiend genoeg vindt om door te gaan dit ‘geheime’ materiaal boven tafel te krijgen of onder tafel te houden. De gemachtigde van het college liet met regelmaat horen dat de inbreng van de verzoeker of de commissie haar niet echt ‘boeide’ Ik vond het wel boeiend. 

Wilt u graag weten waar over het ging? Het dossier Samarbete!

Louis van der Kallen

 


 

| WAAR IS HIJ GEBLEVEN? HOEZO GROENSTE STAD VAN EUROPA! |   

 noordsingel boom weg

Louis van der Kallen

 


 

| VERZONDEN BRIEVEN |

 

04-04
EX ART. 39 VRAGEN: PARTICIPATIEWET/GARANTIEBANEN, KENMERK PVDK/AP/16012