FACILITEREN/ OPNIEUW HET WIEL UITVINDEN/ DE LIJDENSWEG BIOMOER

| jaar 5 | nummer 247 |

| 23-12-2018 | 11.00 uur |


 

| FACILITEREN |


De Gemeente Bergen op Zoom is een armlastige gemeente en dat leidt er toe dat de speelruimte om zelf dingen te ondernemen zeer beperkt is. Ik zie met lede ogen dat de ambtenaren en leden van het college van B&W zich, ten opzichte van bijvoorbeeld vastgoedontwikkelaars, steeds meer als armlastige paupers gaan gedragen en tot veel bereid zijn als de grond maar verkocht wordt en het project wordt ontwikkeld.

Dat heet met een mooi woord faciliteren. Ze maken dingen mogelijk door de ondernemers te helpen. Dat lijkt mooi en is tot op zekere hoogte begrijpelijk en goed. Maar het kan ook te ver gaan. Bij bespreking in de gemeenteraad van het plan “Poortgebied Bergse Heide” ging ik namens de BSD-fractie uitgebreid in op dit ‘faciliteren’. We zijn als gemeente financieel aan lager wal geraakt. Maar dat hoeft niet te betekenen dat we onze trots en zelfbewustzijn kwijt hoeven te raken. Ik zie Bergen op Zoom nog steeds als een heer van stand die in zijn beleid, ondanks de armlastigheid, de kwaliteit van stad en ommeland en de tradities hoog moet proberen te houden. Je kan je als arme zwerver gedragen, die zichzelf verwaarloost,  maar er zijn ook arme daklozen die zich zelfbewust door de moeilijke tijden heenslaan en zichzelf blijven verzorgen. Ik zie ons Bergen als een heer van stand die zijn eer, afkomst en tradities niet aflegt omdat hij arm is, maar zich bewust blijft van zijn statuur. In de raadsvergadering van deze week zei ik in het debat dat ‘faciliteren’ gemeentelijk niet moet ontaarden in het gedrag van een ‘nachtvlinder’ met een heroïneprobleem. Ik hoop oprecht dat er van de totstandkoming van dit plan geleerd is en dat het gemeentebestuur van Bergen op Zoom zich bewust wordt van haar eigen kwaliteiten en dat die bescherming behoeven en uitgedragen mogen worden. Ook als we (tijdelijk) tot de armoedzaaiers behoren.

Louis van der Kallen

 


 

| OPNIEUW HET WIEL UITVINDEN |

 

Met verbazing las ik BN/De Stem van dinsdag 18 december j.l. dat wethouder Annette Stinenbosch voornemens is een loket te openen voor het aanvragen van toestemming voor evenementen. “Een ratjetoe” noemt de wethouder het (groot) aantal evenementen in onze gemeente.

Als je een dergelijk woord gebruikt verwacht je dat de wethouder het heeft over de inhoud van de evenementen, en dit is nu juist waar een gemeentebestuur zich niet mee zou moeten willen bemoeien. Toch zeker als we moeten constateren dat het overgrote deel van de evenementen door vrijwilligers wordt gedragen. Waar gaat het de wethouder dan om? Als ik het artikel goed lees, kan ik alleen maar constateren dat het haar vooral gaat om de beperking van inzet van politie. Anders gezegd het aantal evenementen mag niet groter zijn dan er politie beschikbaar is. De wethouder gebruikt de kwaliteit van een evenement om te selecteren en te saneren. Maar hoe bepaalt een wethouder welk evenement voldoende kwaliteit heeft? Welke objectieve maatstaven worden door de gemeente gehanteerd om toestemming te geven voor het organiseren van een evenement? De wethouder stelt nu voor om een eigen team met ambtenaren  te formeren om te kijken hoe het beter kan. Om de kwaliteit van evenementen naar een hoger plan te tillen, zonder daarbij aan te geven hoe hoog dat plan dan moeten komen te liggen.

Ik vind dat een gemeentebestuur zich moet beperken tot het faciliteren van datgene dat als initiatieven uit de samenleving komt. De inhoud en de afstemming ervan dient ze over te laten aan het maatschappelijk en culturele veld. In Bergen op Zoom beschikken we gelukkig al ruim 18 jaar over een Facilitair Bedrijf dat haar bestaansrecht reeds ruim bewezen heeft. Deze organisatie, bestaande uit enkele honderden vrijwilligers en enkele betaalde medewerkers, genereert een groot aantal inzetbare uren. Zij fungeert als scharnierpunt voor vele culturele verenigingen en organisaties. Zij is ook inhoudelijk ruimschoots op de hoogte van de (kwaliteit) van de evenementen die het hele jaar door plaatsvinden. Het is haar expertise die haar in staat stelt op basis hiervan tot inhoudelijke afstemming van evenementen te komen.

Wethouder, stop met het opnieuw uitvinden van het wiel, maar zorg er voor dat het wiel van het Facilitair Bedrijf soepel kan draaien. Stel daar ook de middelen, die u kennelijk beschikbaar heeft, voor beschikbaar en koester het enthousiasme van de vele vrijwilligers in plaats van een nieuw ambtelijke moloch op te tuigen. Pas dan kan Bergen op Zoom datgene wat ze te bieden heeft voor haar eigen bevolking ook als “Stad van Stoet en Spel” succesvol inzetten en naar een hoger plan tillen ter promotie van onze mooie en actieve gemeente.

Piet van den Kieboom

 


 

| DE LIJDENSWEG BIOMOER |

 

Reeds in 2011 stuurde de BSD een brief naar het college van B&W met veel vragen omtrent de vestiging van Biomoer. Deze maand concludeerde de raad van State dat de reeds jaren lopende procedure inzake een uitbreidingsplan over moet, omdat omwonenden ‘op zijn minst in de gelegenheid gesteld hadden moeten worden tegen een aantal wijzigingen, zoals de locatie van de fakkelinstallatie, een zienswijze in te dienen’.

Ik schreef in 2015,  in 2016, in 2017 en in 2018 al over Biomoer. De hele procedure is een lijdensweg aan het worden voor de eigenaren van Biomoer en voor de omwonenden. Kern van mijn conclusies in de artikelen was en is:  ‘Dit bedrijf hoort daar niet, hoewel de BSD de doelstellingen van de betrokken onderneming wel onderschrijft. Ook de BSD vindt Biomoer een mooie onderneming met een groot maatschappelijk nut, maar het ligt helaas op de verkeerde plek. Het is feitelijk een chemische fabriek en, ondanks de landschappelijke inpassing, is een dergelijk bedrijf dat voornemens is 50.000 ton biomassa te verwerken in een gebied met hoge landschappelijke waarden niet op zijn plaats.’ Ik schreef dit al in het stukje in 2015.

Het wordt tijd dat de overheid samen met dit bedrijf een verplaatsingsplan maakt. Ophouden met uitbreiden maar met (financiële en) planologische hulp van de overheid verplaatsen van deze maatschappelijk nuttige onderneming. De bedoelingen van Biomoer en de aard van dit bedrijf zijn goed en maatschappelijk gewenst. Alleen de locatie is niet passend. Dan moet er opgehouden worden met uitbreiden en gekeken worden naar een verplaatsing waarbij de onderneming en de activiteiten kunnen blijven voortbestaan en uitgebouwd worden op een daarvoor meer geschikte locatie. 

Louis van der Kallen

 

STEUN ONS DOOR DE BSD FACEBOOKPAGINA LEUK TE VINDEN