WIE DAN LEEFT, DIE DAN ZORGT/ TIJD EN SNELHEID/ FEESTDAGEN

| jaar 5 | nummer 211 |

| 29-04-2018 | 13.00 uur |


 

| WIE DAN LEEFT, DIE DAN ZORGT |  

 

De verkiezingen zijn voorbij en de jaarrekening 2017 wordt openbaar. Toeval? Vast! Wat blijkt? De beloofde schuldvermindering is er niet. Ondanks 8 miljoen aan meer inkomsten dan uitgaven in het grondbedrijf in 2017 is de schuld in 2017 van 212 miljoen opgelopen naar 225 miljoen.

In een jaar voorafgaande aan de verkiezingen wordt er nu eenmaal geld als water uitgegeven aan de leuke dingen voor de kiezer. Laten zien wat je allemaal tot stand heb gebracht, heet dat. De rekening? Ach die mag de jeugd van nu in de toekomst betalen. Eens wacht de aflossing en ach de rente is laag wie maak zich daar nu druk over? De kiezer heeft gekozen en de doemdenker heeft verloren en de muziek speelt door. Klinkt dit u ook bekend in de oren? De schuld is in 2017 opgelopen van 3.177 tot 3.398 euro per Bergenaar.

Waarschuwingen leggen we naast ons neer, onder het motto: wie dan leeft, dan zorgt! We gaan toch met pensioen of eerst met wachtgeld en daarna met pensioen of we zien wel of worden ter gelegener tijd wel ergens anders burgemeester. Wat mij het meeste stoort en ik zelfs een duiding van bagatellisering vind, is wat onder verantwoordelijkheid van het college wordt geschreven over het begrip ‘solvabiliteit’. In de nieuwsbrief 183 schreef ik daar o.a. over : “op 1 januari 2012 was de solvabiliteit van de gemeente Bergen op Zoom 36 % per 1 januari 2018 volgens de begroting 2018 11 %. Of te wel slechts 11 % van wat we bezitten is van de gemeente en de rest van de banken die de gemeente geld geleend hebben. Nu is in het jaarverslag 2017 over ‘solvabiliteit’ te lezen: “Dit kerngetal drukt uit in hoeverre het totale bezit op de balans is belast met schulden en zegt tevens iets over de weerstandscapaciteit en het vermogen om (incidentele) tegenvallers op te vangen. Dit kerngetal is in aanzienlijke mate afhankelijk hoe het gemeentelijk bezit gewaardeerd wordt. Daarbij hebben we te maken met de gemeentelijke verslagregels die overwegend negatief uitpakken voor de solvabiliteit.”

Deze verslagregels die de overheid gemeenten wettelijk oplegt zijn gebaseerd op het voorzorgsprincipe. Daaraan heeft Bergen op Zoom niet zoveel boodschap, zo blijkt uit het volgende citaat uit het jaarverslag; “bij het begrip solvabiliteit kunnen diverse kanttekeningen geplaatst worden waardoor wij dit kerngetal maar zeer beperkt bruikbaar vinden voor het beoordelen van de schuldpositie.”. Bergen op Zoom weet het weer eens beter dan de wetgever en gaat vrolijk door met geleend geld uitgeven. Wat de gemeente niet uitkomt, daar hecht de gemeente maar geen waarde aan. En de kiezer? Die heeft zijn stem al weer uitgebracht. De veroorzakers van alle ellende? Die genieten van hun ‘welverdiende’ pensioen of van een mooi ambt hier en/of elders en de kiezer? Ach die doet pas ‘boete’ als de rente weer gaat stijgen en Bergen afzinkt in de marge en het ritme van de slaapstad. Welterusten. Klaas Vaak heeft zijn werk weer gedaan.

Louis van der Kallen

 


 

| TIJD EN SNELHEID |  

 

Recent werd ik geraakt door een artikel in de NRC met de kop: “Heeft u nog tijd voor dit artikel?” met de inleiding: “KIJK- EN LUISTERTIJD  Media slaan de maat bij de collectieve tempoversnelling. We hebben geen geduld meer voor traag en uitgebreid.”

Het artikel viel op omdat bij ieder onderdeel van het artikel de vermoedelijke leestijd werd aangegeven. Mijn omgeving, zoals mijn zoon en echtgenote (we zijn bijna 50 jaar getrouwd) verbaast zich en irriteert zich soms over mijn voorkeur voor traagheid. Ik vind de 10 kilometer schaatsen en de vlakke etappes in de Tour ook nog aantrekkelijk om naar te kijken. Ik kijk graag Columbo of Engelse detectiveseries zoals Midsomer Murders, Father Brown en Shetland en achtergrond programma’s met de snelheid en diepgang van Buitenhof. Ik ga niet mee in de trend van als maar sneller en steeds oppervlakkiger. De werkelijkheid is in mijn beleving zelden samen te vatten in puntige boutades en de politieke oneliner is zelden dekkend. 

Wat in het NRC artikel te lezen was, herken ik zelfs thuis. Op een bepaald moment werd het idee geboren om ‘mijn verhaal’ te filmen, inclusief een interviewer en met behulp van een professionele cameraman. Mijn echtgenote is aan het monteren geslagen. In hoog tempo is het monteren een levenswerk aan het worden en moet het vergelijkbaar worden met wat ze ziet op TV. Op de bank werd zelfs de timing van de camerawisselingen in programma’s geteld. Twee drie seconden het zelfde beeld is, in haar ogen acceptabel. Zelfs een sprekende Louis. Bijna 50 jaar haar echtgenoot wordt te saai geacht voor de kijker. Er moeten meerdere beelden in geplakt worden. Ik ben in haar ogen alleen te snel als ik snel praat. Dan bemoeilijkt mijn snelheid het monteren.

Voor mij blijft overeind dat overheden en hun burgers, die vormgeven aan de toekomst van landen, gemeenten en waterschappen, geen baat hebben bij overhaaste besluiten. Ik betwijfel of de burger/kiezer uiteindelijk baat heeft bij keuzen gebaseerd op onelinerpolitiek.

Mijn partij is de afgelopen gemeenteraadsverkiezing gehalveerd, de tomeloze inzet van de raadsleden, vier jaar iedere zondag een digitale nieuwsbrief met de gebruikelijke artikelen over de lokale politiek, iedere zaterdag een blog Over Water, vier jaar lang bijna wekelijks, bij mooi weer drie á vier keer in de week op straat met mijn praatpaal uitleg geven, klachten aanhoren en suggesties verzamelen, hebben dat niet kunnen voorkomen. Is de wereld te snel geworden voor een dergelijke, in mijn ogen, degelijke manier van politiek bedrijven? Je zou het denken. Moet ik mee gaan doen met deze versnelling en vervlakking? Ik ben een soort luddiet en schreef ooit de geschiedenis van het luddisme en een partijprogramma voor de Hollandse Democratiesch Luddieten.

Ik heb besloten traag, genuanceerd en gedegen te blijven. Louis blijft Louis, de BSD blijft de BSD en Ons Water blijft Ons Water. Want er is niets mis met Louis, de BSD of Ons Water!

Bij het openbaarbestuur moet het, in mijn ogen, gaan om de inhoud en de toekomst. De tijd zal leren welke maatschappelijke snelheid daarbij het beste past. ‘De wereld draait door’ kiest haar snelheid. Ik kies de mijne. Ik wil niet ‘doordraaien’.

Louis van der Kallen    

 


 

| FEESTDAGEN |  

 

In West-Europa kent geen enkel land zoveel christelijke feestdagen als Nederland. Tweede paasdag, hemelvaartsdag, tweede pinksterdag, tweede kerstdag zijn echter voor de massa van ons volk geen plechtige gedenkdagen rond God, vorst of vaderland, maar verschaffen slechts ruimte om gezinsrituelen rond winkelen, overdadig eten en drinken vorm te geven.

Daarvoor zijn nationale herdenkingsdagen ingeruild, die in vrijwel elk ander land de hoogtepunten zijn van nationaal welbevinden en trots. Ik ken wel een paar prachtige momenten die gevierd en/of herdacht zouden mogen worden zoals: de eerste Vrije Statenvergadering (van 19 tot en met 23 juli 1572), de moord op Willem van Oranje (10 juli 1584), de vrede van Munster (15 mei 1648), de eerste Grondwet in Nederland, de Staatsregeling voor het Bataafsche Volk (1 mei 1798) de landing prins Willem Frederik van Oranje – de latere koning Willem 1 – te Scheveningen (30 november 1813), de inhuldiging van Koning Willem 1 ( 21 september 1815). Maar wat te denken over de instelling van lokale herdenkingsdagen, bijvoorbeeld: 16 september 1747 de val van Bergen op Zoom of een lokale feestdag vanwege de bevrijding van Bergen op Zoom (27 oktober 1944).       

Als er dan een aanleiding is er één in te stellen ( 5 mei), wordt die in de kortste keren weer afgeschaft of geminimaliseerd. Zelfs ten aanzien van de dodenherdenking zijn er stemmen om op een koopavond de winkels open te laten zijn. Ook koninginnedag, nu koningsdag, is pas op een volksfeest gaan lijken nadat iets wat min of meer anarchistisch begon, de vrijmarkt, nationale navolging heeft gekregen.

Waar is onze trots op wie we zijn en hoe we daar zijn gekomen?

Louis van der Kallen

STEUN ONS DOOR DE BSD FACEBOOKPAGINA LEUK TE VINDEN