WAT IS HET DRAAGVLAK VAN HET COLLEGE?/ MOTIE VAN AFKEURING/TREURNIS TIJDENS BEGROTINGSBEHANDELING/ HARD LEERS/ HET MAG NIET WAAR ZIJN

| jaar 5 | nummer 242 |

| 18-11-2018 | 10.30 uur |


 

| WAT IS HET DRAAGVLAK VAN HET COLLEGE? |

 

In de raadsvergadering van afgelopen week stond op de agenda een wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking West-Brabant. Een wijziging die normaliter zonder discussie met een enkele hamerslag wordt goedgekeurd.

Nu werd er een volkomen zinloze discussie van ruim een uur aan besteed, waarbij een amendement werd ingediend en een motie. Hoofdmoot van de discussie ging over één woordje “kan” moest “zal” worden. Zelfs toen lopende de discussie bleek dat die verandering inhoudelijk zinloos was, omdat het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling (GR) reglementair zelfstandig bepaalt welke procedure tot wijziging van de GR wordt gevolgd, bleven de opposanten bij hun mening. Het moest en zou “zal” worden. Het college ontraadde zowel de motie als het amendement. Toch stemde de VVD en GroenLinks voor het amendement en de motie. Daarmee werd het college met een belachelijke opdracht opgezadeld. De portefeuillehouderster mag in het Algemeen Bestuur van de GR geen toestemming verlenen tot deze wijziging. Een wijziging die zij in het Dagelijks Bestuur van de GR mede zelf heeft voorbereid. Dit betekent voor haar een fors gezichtsverlies die haar positie in het Dagelijks Bestuur van de GR geen goed zal doen. Ook het bestuurlijke imago van Bergen op Zoom loopt weer eens een deuk op. Politieke heibel om niets. Weer een teken van bestuurlijke zwakte in de ogen van de provincie. Als je als gemeente zelfstandig wilt blijven moet je wel de wil tot samenwerking, waar dat nodig en efficiënter is, willen uitstralen.

De meerderheid van de gemeenteraad van Bergen op Zoom probeert keer op keer te knabbelen aan de bevoegdheden van het college. Dit keer namen de PvdA, D66 en Lijst Linssen het initiatief dat de VVD en GroenLinks aangrepen om voor de bühne zich ten koste van het college te profileren. De BSD bleek in dit debat bestuurlijker dan twee collegepartijen. Het mocht echter niet baten. Met één stem meerderheid werd het college en de portefeuillehouderster door haar eigen ‘bondgenoten’ te kakken gezet. Na het verlies van twee raadsleden, die voor zichzelf zijn begonnen, is dit debat geen getuigenis van een stabiel en breed draagvlak voor dit college. Jammer, want de zwakke financiële positie van Bergen op Zoom maakt de behoefte aan een krachtdadig bestuur groot. 

Louis van der Kallen

 


 

| MOTIE VAN AFKEURING/TREURNIS TIJDENS BEGROTINGSBEHANDELING |

 

Ik zelf heb slechts een deel van de begrotingsvergadering bijgewoond. Ik ben herstellende van een stevige infectie in mijn bloedbaan, waar een dierentuin van bacteriën twee weken feestvierden. Net terug uit het ziekenhuis in Roosendaal, waar ik als ‘Bergenaar’ 10 dagen de goede zorgen en heel veel antibiotica mocht ontvangen, heb ik alleen de eerste termijn van de gemeenteraad bijgewoond.

Ik wil nooit een kans missen om de BSD een visie op de toekomst van Bergen op Zoom te kunnen laten geven. De begrotingsbehandeling maakt het mogelijk om dat zonder beperkingen te doen. Collega Farid was mijn rolstoelpiloot, want wegens een disfunctionerende knie kan ik op dit moment ook niet zelf lopen.

De afgelopen weken heb ik in de BSD nieuwsbrieven de begroting op een aantal punten van commentaar voorzien. In deel 1 de ontwikkeling van de werkgelegenheid vanaf 1998. In deel 2 de ontwikkeling van onze schuldpositie en de solvabiliteit. In deel 3 over de mogelijke verandering van de rioolheffing. In deel 4 over het waarom steden als Oosterhout en Waalwijk het qua werkgelegenheidsontwikkeling het al 20 jaar 4 tot 5 keer beter doen dan Bergen op Zoom. In deel 5 over het gebrek aan het slaan van bruggen tussen de college partijen en de niet college partijen en over de gebrekkige aanpak van een onderwerp als hittestress.

Lijst Linssen en D66 maakten spektakel over hoe het college om was gegaan met het dossier Eventum. Hierbij was het college, na het failliet gaan van de aannemer, in zee gegaan met een andere aannemer, waarbij de kosten van de realisering met meer dan een miljoen waren opgelopen. D66 en Lijst Linssen richtten zich dan op de letter van de financiële verordening. Niet op de door het faillissement ontstane situatie en niet op de taakverdeling tussen raad en college zoals de wetgever het heeft bedoeld. Voor veel raadsleden is het wel eens lastig onderscheid te maken in de verdeling van taken. De gemeenteraad is voor de beleidsvorming en het college voor de uitvoering of, zoals in dit geval, voor de realisering van het Eventum gebouw. De BSD fractie benadert de zaken graag praktisch en situationeel. Wat waren de alternatieven? Een onaf gebouw laten staan? Of snel aan de slag gaan met de ontstane situatie om de schade te beperken en het gebouw toch tijdig in gebruik te nemen om aan de aangegane (verhuur)verplichtingen met toekomstige gebruikers te kunnen voldoen. Ik vraag mij dan ook af, als de BSD in het college had gezeten, hoe waren wij er dan mee omgegaan? Mijn oordeel: ongeveer zoals het college het heeft gedaan. Kan vast beter. Zijn er regels overtreden? Naar mijn gevoel niet in de geest van de regelgeving en de taakverdeling tussen college en raad. Wat dan over blijft is: had het college kunnen weten dat de aannemer een grotere kans liep om failliet te gaan en wat heeft het college gedaan om dit soort schaden te beperken c.q. te voorkomen? De BSD zag geen reden tot het dienen of steunen van een motie voor de bühne. Dit soort moties voegen zelden iets toe en beschadigen wel het imago van onze gemeente. Dus de BSD steunde die motie niet.     

Louis van der Kallen

 


 

| HARD LEERS |

 

Recentelijk heeft ons hoogste rechtsorgaan voor de Sociale Zekerheid, de Centrale Raad voor Beroep (CRvB) uitspraak gedaan inzake een hoger beroep, aangespannen door een inwoner uit de gemeente Steenbergen. Betrokkene maakte bezwaar tegen de wijze waarop de gemeente de indicatie (toewijzing) van huishoudelijke hulp uitvoert.

Niet het resultaat, een schoon en leefbare woning, maar het aantal uren huishoudelijke hulp dient de gemeente aan te geven, zo heeft de CRvB wederom uitgesproken. Immers een thuiszorginstelling die de huishoudelijke ondersteuning verzorgt, heeft er belang bij dat niet het aantal uren wordt toegewezen maar dat zij een budget ontvangen dat, naar het inzicht van de zorginstelling, wordt besteed aan een schoon en leefbaar huis, ongeacht het aantal uren dat daar aan besteed wordt. In de praktijk leidt dat regelmatig tot vervelende discussies tussen zorgvrager en zorgaanbieder.

De afgelopen jaren heb ik daar, als toenmalig gemeenteraadslid, meerdere malen het college van B&W op gewezen. Samen met de fractie van Groen Links heeft de BSD-fractie in 2017 een motie hierover ingediend met de strekking eerdere uitspraken van diverse rechtbanken en de  CRvB te respecteren. Echter het toenmalig college van B&W wilde hier niet aan en verschool zich achter landelijke richtlijnen, die echter nooit concreet zijn gemaakt. Nu er opnieuw een uitspraak ligt van de CRvB, kiezen gemeenten, waaronder Bergen op Zoom, er voor om zich achter het VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) te verschuilen. Er wordt gewacht op een tweede uitspraak van ons hoogste rechtscollege (CRvB). Het moet toch niet gekker worden. Het niet respecteren en uitvoeren van een rechtelijke uitspraak en doodleuk voorstellen om te wachten op een tweede uitspraak. Wat kan hier nu de bedoeling van zijn? Sinds wanneer moet een rechter twee keer een(zelfde)  vonnis vellen vooraleer deze uitspraak wordt gerespecteerd?

Het huidige college van B&W, met een Groen Links-wethouder als eerst verantwoordelijke voor de uitvoering van de WMO, inclusief de huishoudelijke zorg, gaat gewoon door op de weg van haar voorgangers. Ze heeft maar bitter weinig geleerd van het verleden en gaat op de ingeslagen weg door.

Hardleers noemen we dat!

Piet van den Kieboom

 


 

| HET MAG NIET WAAR ZIJN |

 

Soms krijg je als raadslid een brief waar je als raadslid niets mee kan. Het probleem waarmee in dit geval twee toekomstige bewoners van Bergen op Zoom ons confronteerden kan je voor hen niet even oplossen. Maar je moet er als raadslid wel iets mee omdat het simpelweg niet waar mag zijn!

Veel raadsleden van onze mooie op groei gerichte gemeente hebben een brief gekregen van twee inwoners van Tilburg, die zich verheugen op hun verhuizing naar het jubelstadje aan de Schelde. Ze zijn op zoek gegaan naar schoonheid en gezelligheid en denken dat in Bergen op Zoom gevonden te hebben. Er blijkt echter één levensgroot probleem te zijn: “Tot onze schrik komen we erachter dat er geen enkele huisarts bereid is nieuwe patiënten aan te nemen”. Ze werden verwezen naar hun zorgverzekeraar. Helaas bleek deze (CZ) tot op heden ook de zo gewenste huisarts niet te kunnen strikken. Dus stelden ze aan al die raadsleden van Bergen op Zoom de vraag: “wat kunt voor ons betekenen in deze zeer ongemakkelijke situatie, ook wij hebben toch recht op een huisarts?”. Dat recht hebben ze zeker! Ik kan helaas voor deze nieuwe Bergenaren niets betekenen. Maar als raadslid van een gemeente, met veel bouwgrond in de plannen (de Markiezaten en Schelde Vesting) vraag ik mij in ernst af, als aan een belangrijke vestigingsvoorwaarde zoals de beschikbaarheid van een goede gezondheidszorg, bijvoorbeeld huisartsenzorg voor nieuwkomers niet voldaan kan worden, hoe we dan ooit al die geplande huizen gaan bouwen, verhuren of verkopen? College er is werk aan de winkel!! 

Louis van der Kallen

 


 

| ERGERNISSEN – 5 |

 

MOOI SPULLETJE, MOOIE INVESTERING. JAMMER VAN HET SLECHT ONDERHOUDEN OPENBAAR GROEN

 

STEUN ONS DOOR DE BSD FACEBOOKPAGINA LEUK TE VINDEN