EX ART. 39 VRAGEN, UITSPRAAK CENTRALE RAAD VAN BEROEP WMO, KENMERK PVDK/16018

 


 

Bergen op Zoom, 19 mei 2016

 

Aan het College van Burgemeester en Wethouders
der Gemeente Bergen op Zoom
Postbus 35
4600 AA Bergen op Zoom  

 

Betreft:          Ex art. 39 vragen, uitspraak Centrale Raad van Beroep WMO, kenmerk PVDK/16018

 

Geacht college,

Op woensdag 18 mei 2016 heeft de hoogste bestuursrechter, de Centrale Raad van Beroep, een uitspraak gedaan inzake huishoudelijke hulp als onderdeel van de WMO. Het komt er op neer dat huishoudelijke hulp absoluut onderdeel uitmaakt van de WMO en dat gemeenten hier hun verantwoordelijkheid in (hadden) moeten nemen. Het zomaar korten op huishoudelijke hulp, zoals het niet meer hanteren van het aantal uren hulp wat de zorgbehoevende kreeg  in het verleden, maar het resultaat ‘een schoon en veilig huis’ hoe discutabel ook, als  doel hanteren, zal dus duidelijk onderbouwd moeten worden. De CRvB heeft in haar oordeel duidelijk aangegeven dat gemeenten verplicht zijn om bij te springen als burgers zelf niet of onvoldoende in staat zijn hun huis schoon te houden. Zowel de ANBO als belangenorganisatie “Ieder(in)” hadden al eerder gewezen op deze omissie in de (uitvoering) van de WMO. 

De BSD-fractie heeft de afgelopen anderhalf jaar met veel burgers gesproken die fors gekort zijn op het aantal uren huishoudelijke verzorging. Het voortaan hanteren van het begrip ‘Een schoon en veilig huis’ doet daar niets aan af. Sterker nog het begrip is nog steeds niet helder geformuleerd en is telkenmale onderwerp van discussie. In de praktijk komt het er klip en klaar op neer dat in de gemeente Bergen op Zoom in de praktijk het aantal uren huishoudelijke zorg fors is gekort. Een gemeente die zo drastisch kort op deze voorziening en tegelijk ruim een € 1 miljoen  in 2015 heeft ‘overgehouden’ op de huishoudelijke hulp WMO, zoals in Bergen op Zoom het geval is, dient als de bliksem aan de slag te gaan om het beleid en de uitvoering er van aan te passen, zoals Illya Soffer van Ieder(-in) het formuleert. De BSD-fractie deelt deze opvatting. 

Graag ontvangt de BSD-fractie zo spoedig mogelijk antwoord op de volgende vragen:

  1. Hoe interpreteert uw college de uitspraak van de CRvB voor de gemeente Bergen op Zoom?
  2. Is dit voor uw college aanleiding het beleid en/of de uitvoering er van bij te stellen?
  3. Is uw college bereid met terugwerkende kracht zorgvragers die een verzoek om huishoudelijke  hulp hebben ingediend de laatste anderhalf jaar, maar op basis van het nieuwe begrip ‘Een schoon en veilig huis’ dit niet dan wel slechts gedeeltelijk toegekend hebben gekregen, alsnog tegemoet te komen?
  4. Gaat uw college in de toekomst handelen bij de uitvoering van de WMO conform de uitspraak van de CRvB?

Met vriendelijke groeten,

Namens de BSD-fractie,

Piet van den Kieboom