BRIEF AAN MINISTER VAN BZK INZAKE DUALISERING GEMEENTEBESTUUR, KENMERK LVDK/18010  

 


 

Bergen op Zoom, 10 april 2018

 

 

Aan de Minister van Binnenlandse Zaken 
en Koninkrijksrelaties (BZK)
Postbus 20011
2500 EA Den Haag

 

Betreft:          Dualisering gemeentebestuur, kenmerk LVDK/18010
 

Excellentie,

Ondergetekende is sinds 1986 gemeenteraadslid in de gemeente Bergen op Zoom. Ik ben gestart onder een monistisch gesternte. In 2002 is de Wet dualisering gemeentebestuur ingevoerd met als oogmerk onder andere de controlerende positie van de gemeenteraad als geheel ten opzichte van het college te versterken. Hierbij was de doelstelling dat de gemeenteraad zich zou focussen op de beleidsontwikkeling en het college op de uitvoering.

Wat is na 16 jaar (vier gemeentelijke termijnen) daarvan terecht gekomen? Omdat ik 16 jaar monistisch en 16 jaar ‘duaal’ heb mogen functioneren, denk ik de ‘verschillen’ met enig recht van spreken te kunnen waarnemen. 

Naar mijn waarneming, niet alleen bij de gemeente Bergen op Zoom maar ook bij de meer dan 20 gemeenten waar ik in rekenkamercommissies heb mogen functioneren, is er van de beoogde dualisering niet zoveel terecht gekomen.

  • De griffies zijn een versterking van de positie van de meeste gemeenteraden gebleken en zeker voor individuele raadsleden een kwalitatieve ondersteuning en vraagbaak.
  • Het beeld van de RKC/Rekenkamers is buitengewoon divers. Van succes tot comateus en alles daar tussen in.
  • Beleidsvormend nemen de gemeenteraden formeel de beslissingen, maar de praktijk is dat colleges overwegend in samenspraak met de eigen fracties de beleidsbeslissingen tot op de letter voorbereiden.
  • In het begin was die samenspraak nog bedekt en in de ‘achterkamertjes’. Eerst vooral met de eigen fracties of alleen met fractievoorzitters, later geleidelijk in gezamenlijke coalitie-overleggen met alle fracties en fractieleden van de coalitiepartijen.
  • De colleges zouden belast zijn met de uitvoering. De praktijk is nu dat zeker coalitiefracties, en deels ook de rest van de raad, zich systematisch bemoeien met de uitvoering zonder dat deze bemoeienis het karakter heeft van controle. Wethouders zijn geneigd deze ‘bemoeienis’ te faciliteren met zaken als raadsbrieven/ raadsmededelingen. Geleidelijk werden dat er steeds meer. Er zijn zelfs gemeenten waar de raadsleden in alle uitvoering/college besluiten, middels inzage in alle college stukken, gekend worden. Voorbeeld Geertruidenberg.
  • De afbraak van het dualisme in het gemeentebestuur gaat sluipenderwijs steeds verder en meer openbaar. Het is zo gewoon dat iedereen het feitelijke monistisch handelen normaal vindt.

Omdat ik heb gefunctioneerd in beide systemen en de doelstelling van de wetgever helder voor ogen probeer te houden, vind ik het nodig om uwe Excellentie inzake mijn waarnemingen te informeren.

Op 9 april is de gemeenteraad van Bergen op Zoom bijeen geweest ter bespreking van het advies van de informateur (zie bijlage). Na de toelichting van de informateur heeft de beoogde formateur aangegeven het advies over te nemen. Ik waardeer in hoge mate de inspanningen van zowel de informateur als de beoogde formateur. Toch vraag ik uw aandacht voor het advies van de informateur, met name voor de formuleringen gebruikt in hoofdstukje vier over een kansrijke coalitie, te weten: “een tweede voorwaarde voor een stabiele coalitie is dat de collegeleden mét de fracties een goed team vormen en constructief (kunnen) samenwerken” en “de beoogde kandidaten wethouders en fractieleden vormen in deze samenstelling een sterk en stabiel team’. Hoe begrijpelijk ook, feitelijk is dit de opheffing van de dualisering en een structurele ondermijning van de door de wetgever beoogde doelstellingen.

Is Bergen op Zoom een uitzondering? Nee! Maar nu wordt in een openbaar stuk helder wat in Bergen op Zoom en elders de praktijk is. Sterker nog deze praktijk wordt aanbevolen en door de beoogde formateur overgenomen om te komen tot een stabiele samenwerking tussen college en coalitie partijen. Voor mij, en mogelijk voor u, is het helder dat in 16 jaar ‘dualisering’ de achterliggende gedachte in de praktijk is verdwenen. Ik wil geenszins stellen dat in Bergen op Zoom, en elders waar dit de praktijk is, er niet de intentie zou zijn dat het college met de gehele raad wil samenwerken. De intentie tot samenwerking met de gehele gemeenteraad is door de formateur ook uitgesproken. En naar mijn stellige mening ook gemeend. De praktijk is echter dat in die ‘samenwerking’ de niet-coalitiepartijen een structurele informatieachterstand hebben, en ook na de formatie houden, in timing en inhoud. Dit kan en mag niet de bedoeling, noch de praktijk zijn.

Deze feiten vragen om een ingrijpen of wetsaanpassing in de zin dat de wet en de praktijk weer gelijk opgaan. Wat mij betreft kunnen ook een aantal zaken teruggedraaid worden die feitelijk tot een bezuiniging kunnen leiden en een oneerlijke situatie opheffen. De Wet dualisering gemeentebestuur had onder andere tot gevolg dat wethouders formeel geen deel meer uitmaakten van de gemeenteraad met als gevolg dat coalitiepartijen er een aantal politieke ambten bijkregen (de opvolging van raadsleden die wethouder werden). Nu in de praktijk blijkt dat wethouders nog steeds deel uit blijven maken van hun fracties, komt het mij voor dat die kosten opdrijvende maatregel, door wethouders weer formeel deel uit te laten maken van hun fractie, herzien kan worden.   

Uw reactie/handelen afwachtend, 

Hoogachtend,

L.H. van der Kallen

cc Fracties Tweede Kamer