PASSANTEN/ EERLIJK/ GRATIS KAMPEREN.. VOOR DE WELGESTELDEN/ JUBELSTADJE

| jaar 5 | nummer 214 |

| 20-05-2018 | 11.00 uur |


 

| PASSANTEN |  

 

Foto; Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

De verkiezingsnederlaag, het nieuwe coalitieakkoord en de discussie daarover in een bijeenkomst waar alle partijen uit de gemeenteraad voor waren uitgenodigd, heeft mij wel aan het denken gezet.

Nà 21 maart heb ik met veel mensen gesproken en langzaam kom ik tot de conclusie dat iets wat mijn hele politieke leven bijna heilig was geweest misschien in deze tijd niet meer werkt. Als voorzitter van de Grondwetscommissie was Thorbecke in 1848 grondlegger van de Nederlandse parlementaire democratie. Zijn grondwet werd geproclameerd op 3 november 1848. Als voortvloeisel van de Grondwet van 1848 kwam in 1851 onder het eerste kabinet-Thorbecke de eerste gemeentewet tot stand waarop de huidige gemeentewet is gebaseerd. Thorbecke, die in de periode 1845-1850 lid van de gemeenteraad te Leiden was, heeft die wet, zo vertelt ons de geschiedenis, zelf geschreven. Hij wist hoe lokale gemeenschappen functioneerden. Er was een elite, die werd stemgerechtigd. Zij kenden de lokale situatie goed en waren vaak generaties lang verbonden met die lokale gemeenschap. Hun leiderschap werd ook vaak doorgegeven aan hun nageslacht.

Bijna 170 jaar na dato wordt de gemeente nog steeds bestuurt volgens de inzichten van Johan Rudolph Thorbecke. Maar de gemeenschappen, waarop die inzichten en daarmee de gemeentewet was en is gebaseerd, zijn veranderd op een wijze die zijn weerga niet kent. De dorps en stedelijke elites die generatie na generatie de bestuurders leverden zijn verdwenen. En daarmee ook een op continuïteit en de lange termijn gebaseerd beleid. De korte termijn en bijna het NU zijn ook in de gemeentelijke politiek ‘leidend’ geworden. In de 32 jaar dat ik in de gemeenteraad zit, is er heel veel veranderd. Toen ik in 1986 lid werd van de gemeenteraad had iedere grotere fractie wel een financieel deskundige of iemand die dat probeerde te zijn of te worden. In de toenmalige commissie deden deze ‘deskundigen’ een poging de lange financiële termijn in de gaten te houden. Nu heb ik het gevoel als enige nog aan de financiële duurzaamheid van de gemeente Bergen op Zoom te denken. Ik ben een roepende in de woestijn geworden. De verkiezingsuitslag heeft mijn partij gereduceerd tot niet meer relevant en als ik met de BSD niet mee ga doen met het alles beloven en met de bijna algemene gerichtheid op het korte termijn electoraal succes, zal mijn partij irrelevant blijven. De Jaarrekening 2017 leert dat in een jaar, voorafgaande aan een gemeenteraadsverkiezing, het college geen enkele boodschap heeft aan de toekomst van de gemeenschap. Het eigen te behalen electoraal belang over heerst dan. Men geeft dan rustig drie keer, en meer, uit aan gemeentelijke ‘investeringen’ dan de afschrijvingen in een dergelijk jaar. Nu denken velen dat ‘investeringen’ goed zijn omdat ze geld op zouden brengen, maar in de gemeentelijke terminologie is iedere aankoop boven de 25.000 euro een investering die op de balans wordt gezet en waarop wordt afgeschreven. Als voorbeeld: er is een weg verbeterd. Wat heeft een college dan gedaan?

  • Er is een plan goedgekeurd
  • Er wordt een zogenoemd krediet goedgekeurd
  • Er is een lening afgesloten
  • Er is een aanbesteding gedaan
  • Er is een lintje doorgeknipt.

Vanaf het jaar van opening wordt in 25 jaar de weg afgeschreven en de rente betaald. Stel de weg kostte 1.000.000 euro dan kost die weg per jaar 40.000 euro plus de kosten van rente en onderhoud. Zo moeten dus na het collegebesluit nog zes colleges na degenen die het besluit hebben genomen het geld vinden om die weg jaar na jaar te betalen. Het besluit een weg te verbeteren heeft dus een langdurig effect op de gemeentelijke financiën. Het lijkt dan dat er in 2017 enorm veel moois tot stand is gekomen maar feitelijk wordt die rekening nog vele jaren door andere colleges betaald.

Dit zou er toe moeten leiden dat men beseft dat ieder besluit een effect heeft voor de lange termijn. De gemeenteraadsleden uit het verleden beseften dat hun kinderen en kleinkinderen de gevolgen van financiële roekeloosheid (potverteren) zouden gaan ervaren. Men bleef immers generatie na generatie in het zelfde dorp of stad wonen. Dat is veranderd. Mensen veranderen in hoog tempo van baan en steeds vaker ook van partner en daardoor van woonplaats. Ook hun kinderen zwermen veel meer dan in het verleden uit over het land en zelfs de wereld. Al is het maar dat steeds meer jongeren voor een voortgezette studie vertrekken. Dus waarom je zorgen maken om wie al het moois wat lokale politici tot stand brengen gaat betalen, lijken veel politici te denken. Ook de individualisering heeft de gemiddelde inwoner minder betrokken gemaakt bij de toekomst van zijn stad of dorp. Wat kan het hen schelen hoe een stad of dorp er over 30 jaar uitziet. Dan leef ik niet meer en zijn mijn kinderen verhuisd. Ik leef nu en wil nu genieten. Wat kan het mij schelen wie het in de toekomst gaat betalen, als ik maar nu kan genieten! Zo lijken velen te denken.

We zijn allemaal passanten geworden. Relatie, werk, wonen alles lijkt geflexibiliseerd. Sparen, zorgen voor de toekomst van de gemeenschap en volgende generaties lijkt  hooguit nog gericht op de eigen familiekring. Voor velen houdt de zorg voor dorp of stad op bij de voordeur en speelt zich hooguit af in het nu of in de zeer nabije toekomst. Is het willen zorgen voor de toekomst van de gemeenschap en van je stad of het dorp een achterhaald principe? Gaat het echt alleen om het nu en het ik? Als het antwoord op die twee vragen ja zou zijn. zou ook de bewoner van nu moeten betalen voor de uitgaven die nu gedaan worden. Dat is met gemeenschappelijke goederen zoals wegen, bruggen en dijken een moeilijk verhaal. Maar schulden maken voor de ‘luxe’ van nu is ook oneerlijk naar toekomstige generaties.

Het nieuwe college is voornemens de schulden te verlagen dat klinkt goed. Maar de manier waarop is financieel niet duurzaam. Er is niets mis met het afbetalen van schulden als je een bezit verkoopt. Als werkelijk de gehele verkoopopbrengst daaraan werd besteed, is dat een goede zaak. Maar dat is de afgelopen jaren niet gebeurd. In 2017 werden veel gronden verkocht voor woningbouw. Desalniettemin stegen de schulden met 13 miljoen verder. Nu wordt er zelfs over nagedacht kwetsbare bezittingen zoals monumenten te verkopen. Waarom? Omdat de gemeente steeds minder verkoopbare bezittingen heeft. Ten aanzien van bedrijventerreinen is in de jaarafsluiting grondbedrijf  2017 al te lezen “uitverkocht”. De gemeente Bergen op Zoom is steeds meer een schuldenaar die het ene gat met het andere dicht en steeds meer eigendommen verkoopt om de tent draaiende te houden. Dat is geen toekomstgericht beleid. Maar misschien is denken aan de toekomst uit de tijd? En is, op zijn minst voorlopig, leven op de pof en het verpanden of verkopen van ons bezit de norm. De BSD doet er niet aan mee. 

Het wordt tijd dat de wetgever gaat nadenken over een verandering van het huidige politieke systeem. Het huidige lokale politieke systeem is gebaseerd op wetgeving van bijna 170 jaar geleden. Lokaal was toen bijna iedereen een blijver. Families bleven generaties lang op één plek wonen, werken en werden in de grond waarop ze leefden begraven. Dan is zorg voor de toekomst van die plek zelfs in politici in gebakken. Nu zijn velen passanten geworden. Bewoners, ondernemers, ambtenaren, bestuurders en politici zijn passanten geworden. Het nu is de drijfveer. Niet meer de toekomst. Jammer. Als sociaal democraat ga ik daar niet in mee. De BSD blijft toekomstgericht. De volgende dichtregels van Henriëtte Roland-Holst zijn en blijven voor ons de leidraad:

“Morgen wordt heden geschreven;
Gij levenden bouwt wordend leven.
Gij werkt voor der komenden lot.”

Louis van der Kallen

 


 

| EERLIJK |  

 

Er zijn woorden die politici soms gebruiken, waarbij ik bij gebruik door politici bijna fysiek onpasselijk wordt. Z’n woord is ‘eerlijk’.  Het herhaald tegenkomen van het woord ‘eerlijk’, zeker in dik gedrukte vorm in het coalitieakkoord, bracht in mij, zo vlak nadat ik kennis had genomen van de jaarrekening 2017, niet het beste naar boven. Maagzuur!

Wat is eerlijk in de ogen van een politicus? Is eerlijk voor een politicus de afwezigheid van leugens? Is eerlijk voor een politicus het vertellen van een waarheid? Of is eerlijk het vertellen van de waarheid zonder ook maar één onwelgevalligheid weg te laten.   

In de ogen van de gemiddelde burger liegen politici altijd en zijn zij derhalve niet eerlijk. Alleen is de graad van eerlijkheid, in des burgers ogen, variabel.  Is een in mijn ogen overdreven optimisme oneerlijk of het geloof in innovatieve vooruitgang oneerlijk? Ik denk het niet, hoewel ik denk dat het coalitieakkoord op die punten ver verwijderd is van mijn waarheid! Coalitieakkoorden zijn politieke stukken vette pastei, die je met enige gestrooide zoutkorrels kan slikken, zelfs als je er niet aan hebt medegewerkt. Het hoort erbij en dat accepteer zelfs deze somberraar. Alleen in dit akkoord hebben, in mijn ogen, de genoemde communicatiespecialisten wel heel kwistig met zout en zand gestrooid.  Het knarst tussen mijn tanden.

En soms, dankzij hun vermoedelijk latent aanwezige eerlijkheid, hebben de scribenten een belangrijk element vergeten. Wat of wie ontbreekt er in het volgende citaat? “Vandaar dat we kiezen voor eerlijk. We willen een voorbeeld zijn voor onze inwoners, organisaties en bedrijven. We zijn een betrouwbare partner voor collega-gemeenten en andere overheden. We besturen op een open, rechtvaardige en integere manier. Inwoners, organisaties en bedrijven kunnen op ons vertrouwen en rekenen.“   

Het antwoord: wij!!!, de gemeenteraad. Daar hoeft het college klaarblijkelijk niet eerlijk en integer naar te handelen. Wij kunnen op hen klaarblijkelijk niet vertrouwen en rekenen. In de raad is immers altijd een ruim vertrouwensvotum!

Waarom hamer ik zo op dat gebruik van ‘eerlijk’? Ben ik zelf zo eerlijk? Ik zeg altijd ik probeer dicht bij de waarheid te blijven. Ik zal nooit ontkennen dat ik een politicus ben en winkel in de mij bekende feiten. Ook ik heb dus een beperkte graad van eerlijkheid, omdat ik in mijn voorbeelden mij soms beperk tot de voorbeelden die mij uitkomen. Ook ik laat soms bewust een onwelgevalligheid weg. Maar ik sta mij dan ook niet voor te kiezen voor eerlijk. Waarom stoor ik mij zo aan het woord eerlijk in de tekst van het coalitieakkoord? Omdat het je toeschreeuwt. Terwijl het oude college, waarin we drie leden in het nieuwe terug zien, in mijn ogen  ‘oneerlijk’ is geweest. Mogelijk zelfs manipulatief heeft gehandeld als het gaat om de investeringen in 2017.

De jaarrekening 2017, uitgekomen na de gemeenteraadsverkiezingen, laat zien dat de schulden in 2017 enorm zijn gegroeid terwijl ze zouden dalen. Oorzaak? De vele investeringen. Niet alleen in ‘mooie’ dingen om de kiezer gunstig te stemmen voor de gemeenteraadsverkiezingen, maar mogelijk ook vooruitlopend op de jaren waarin een nieuw college gaat beloven “In deze bestuursperiode van vier jaar investeren we niet meer dan we afschrijven”. In 2017 is meer dan 3 keer zoveel geïnvesteerd dan afgeschreven. In mijn waarheid zijn de jaarschijven aan investeringen in 2018 en 2019 al uitgegeven in 2017. Is dat eerlijk? Dat had eerlijk kunnen zijn als het vorige college dat gedurende c.q. lopende het jaar 2017 (dus vóór de verkiezingen) had laten weten. Dat was eerlijk geweest en had recht gedaan aan de informatieplicht! Maar het oude college kunnen we niet meer ter verantwoording roepen ze zijn feitelijk al weg. Waar was de burgermeester, als onafhankelijke,  niet politieke waakhond? Hij had er moeten zijn en er voor moeten zorgen dat de raad tijdig en juist omtrent de schuldontwikkeling, die in strijd was met de meerjarige vooruitzichten, was geïnformeerd. Ook twee politieke leden van het oude college, die terugkeren als wethouder, kan ik vragen waar was jullie eerlijkheid toen de raad door niet tijdige informatie, in mijn ogen, misleid werd? Ik sluit niet uit dat er in 2017 opzettelijk investeringen naar voren zijn gehaald om de komende jaren wel die mooie doelstelling van niet meer te investeren dan er afschrijvingen zijn, te kunnen halen.

Nu ‘het kiezen voor eerlijk’. Een soort van belofte. Ik hoor dat soort zaken best graag, maar dan niet na een katholieke biecht in de beslotenheid van de biechtstoel na de zonden. Maar in een tijdige openbare biecht van alle zonden. En natuurlijk is tijdig dan vóór de gemeenteraadsverkiezingen. Dat zou mijn interpretatie van eerlijk recht gedaan hebben. Ik ben niet katholiek en denk dus niet dat met wat weesgroetjes en de belofte te kiezen voor eerlijkheid nu alles OK is en de hemel aanlokkelijk wenkt.   

Wat zegt het opschrijven van kiezen voor eerlijkheid? Alsof een andere keuze denkbaar zou zijn! Voor de leden van het nieuwe college klaarblijkelijk wel. Zij kiezen voor eerlijk. Met de zekerheid dat de absolutie na bezoek aan de biechtstoel iedere zonde wegwast.  

Ik wens de raad sterkte met dit college dat in staat is te kiezen voor eerlijkheid.

Louis van der Kallen 

 


 

| GRATIS KAMPEREN.. VOOR DE WELGESTELDEN |  

 

Campers aan de Bergse Plaat  te Bergen op Zoom, hier mag gratis overnacht worden anno 2018

Campers aan de Bergse Plaat te Bergen op Zoom, hier mag gratis overnacht worden anno 2018

In Bergen op Zoom kan men, zoals in veel meer gemeenten, gratis overnachten, althans als men de spreekwoordelijke knaken heeft om een camper tot bezit te verwerven. Er zijn natuurlijk ook mensen die een camper huren of lenen, maar het gros van de camperrijders bezit deze ook.

De ‘arme’, meer milieuvriendelijke kampeerders mogen in Bergen op Zoom (zonder uitgeworpen hengels)  niet gratis  overnachten. Gratis hotels heb ik ook nog niet kunnen vinden. In mijn ogen verstoort de gemeente Bergen op Zoom, zoals meer gemeenten, de kampeermarkt, zonder dat dit noemenswaardige voordelen oplevert. 

Camperrijders zijn vaak op doorreis. De campingeigenaren die ik persoonlijk ken zijn blij met camperrijders: deze komen vaak laat aanwaaien en nemen de laatste plaatsjes tegen betaling in en zijn ook weer vroeg weg. De plaats is dan soms nog een keer te verhuren dezelfde dag. Een welkom en vaak onverwacht extraatje bij de hardwerkende seizoensgebonden campingeigenaren. De horeca ondernemers op de Bergse plaat, die ik persoonlijk sprak, halen zo goed als niets aan extra inkomsten binnen als het gaat om deze gratis kampeerders. Eigenlijk kost het alleen maar geld, de kenners weten dat een chemisch toilet handig is voor een plasje, maar voor de grote behoefte zoekt men toch vaak een ander adresje. Niet iedereen schraapt graag de poep uit deze potten, zeker niet als men deze gratis kan dumpen op de toiletten van de ondernemers.

De camperrijders hebben vaak alles bij zich. Dus uit eten of wat drinken op de terrasjes doet men volgens zeggen ook zo goed als niet. Het enige voordeel dat ik kan vinden is dat er ’s nachts mensen op de boulevard vertoeven, ik heb het hier dan over sociale controle. Maar op de boulevard heeft de gemeente ook een camerasysteem geplaatst en het is maar de vraag of de vakantievierder zin heeft om zich met onregelmatigheden te bemoeien.

De vraag die mij rest: is dit wel eerlijk? 

Marcel Mulder

 


 

| JUBELSTADJE |  

 

,,Jubelstadje", Anton van Duinkerken, Kortemeestraat, 't vierkantje, Bergen op ZoomAnton van Duinkerkens Jubelstadje, want zo leek het wel vlak voor de verkiezingen. Het kon niet op en het gaat niet op lijkt het nu wel weer! Helaas is het eerlijke verhaal geen eerlijk verhaal gebleken na de verkiezingen, want de schuld is gegroeid en de gemeentelijke bezittingen zijn massaal verkocht om de schuld in te lossen.

Als u uw huis verkoopt om uw hypotheek af te lossen zodat u geen schulden meer heeft, waar gaat u dan wonen? Dat dus, maar dan anders. Afgelopen week ging het nieuwe college hosanna over het nieuwe collegeakkoord. Ik vroeg mij af of de presentatie een verkwistende vooruitblik was op de werkwijze van het nieuwe college: het blijven verbranden van geld.

Het aanstaande college had namelijk gekozen om voor duur geld een bijeenkomst op kosten van u, de belastingbetaler, te houden in de Raayberg. Niets ten nadele van de ondernemers van Van der Avert, maar een bestuur van een gemeente, die bijna failliet is, moet geen jubelstemming creëren over een jubelstadje dat het ooit was, maar voorlopig niet meer gaat worden. Om het goede voorbeeld van sober en nuchter bestuur in gang te zetten had men kunnen kiezen voor een sobere bijeenkomst in één van de prachtige gebouwen die de gemeente Bergen op Zoom nog wel in het bezit heeft. Men had er ook voor kunnen kiezen om niet na te gaan borrelen, maar de centen van de Bergse burger in kas te houden. Er komen nog barre tijden aan. Hopelijk was dit een valse start, doch de BSD vreest het ergste. 

Marcel Mulder

 

STEUN ONS DOOR DE BSD FACEBOOKPAGINA LEUK TE VINDEN