OVERSCHOT SOCIAAL DOMEIN/ JEZELF IN HET ZWEET WERKEN TOT…….JE 68 BENT?/ START MET DE KINDEREN/ FYSIEK DOMEIN/ GESPOT

| jaar 4 | nummer 164 |

| 04-06-2017 | 10.30 uur |


 

| OVERSCHOT SOCIAAL DOMEIN |  

 

Terwijl elders in het land veel gemeenten kampen met een tekort op de sociaal domein decentralisaties (participatie, jeugdzorg en de WMO) en er wethouders over vallen (Venlo), houdt Bergen op Zoom daar bijna 2,3 miljoen euro aan over. Dat geld is grotendeels elders in de begroting opgesoupeerd en er resteert een overschot van 447.000 euro.

Bij de WMO zijn er plussen en minnen. Maar het overschot in 2016 van circa 1,4 miljoen op de WMO komt geheel op rekening van de sobere huishoudelijke ondersteuning. Dit wordt vooral bereikt door de invoering van ‘resultaatgericht werken’. Geen toewijzing meer van uren maar van een resultaat. ‘Een schoon huis en schone, draagbare en doelmatige kleding’. Onder een schoon en leefbaar huis wordt verstaan dat de woning schoon moet zijn volgens algemeen gebruikelijke hygiënische normen. Iedereen die in de woning woont moet gebruik kunnen maken van een schone huiskamer, een schoon slaapvertrek, schoon beddengoed, een schone keuken, een schone douche, toilet en gang. Leefbaar staat ook voor opgeruimd en functioneel. De lagere kosten (1,4 miljoen) waren een gevolg van het invoeren van het voorstaande beleid. De tijd zal leren of het ‘resultaatgericht werken’ werkelijk volgens de algemeen gebruikelijke hygiënische normen blijvend kan worden gerealiseerd. Pas in de loop der jaren zal blijken of hier niet sprake is van wensdenken. Een huis kan langzaam vervuilen, zeker als er zo nu en dan geen sprake meer is van een grote, wel of niet gefaseerde, schoonmaak.

Louis van der Kallen

 


 

| JEZELF IN HET ZWEET WERKEN TOT…….JE 68 BENT? |  

 

Het lijkt allemaal zo gewoon, zo vanzelfsprekend. Een weg of straat is dringend aan vernieuwing toe. De gemeenteraad stelt enkele miljoenen beschikbaar en het college van B&W gaat aan de slag met het maken van een inrichtingsplan en het (laten) schrijven van een aanbestedingsprocedure. Na gunning van het werk kan de aannemer aan de slag, zoals met het werk aan de Noordsingel.

Ondanks de belangrijke stappen die zijn gezet door raad, college en ambtelijke organisatie om het werk mogelijk te maken, zijn het uiteindelijk wel de mannen ter plekke die het, veelal zware, werk moeten uitvoeren. De vraag is: hoelang deze mensen dat kunnen volhouden en opbrengen. De gemiddelde leeftijd waarop mensen stoppen met werken ligt al jaren op 64 jaar. Curieus genoeg zijn het vooral de beslissers in politiek en bestuur die zelf ruimschoots eerder stoppen met werken, vaak nog voor hun 60ste. Op 1 januari 2018 wordt de pensioengerechtigde leeftijd verhoogd naar 68 jaar. Dat betekent dat deze straatmakers en rioolbouwers hun zware werk tot hun 68ste jaar moeten blijven doen. Het was de heer Pechtold van D66 die deze, volgens hem noodzakelijke hervorming op de arbeidsmarkt, er door drukte door op dit terrein steun te geven aan het kabinet Balkenende in het voorjaar van 2013. Vooral mensen met zware beroepen betalen de rekening, stelt Jaap Harmsen van Adviesbureau Pensioen Perspectief. Elk jaar dat zij eerder (moeten) stoppen met werken en met pensioen (moeten) kost ze 7 procent. Als een straatmaker dus op zijn 64ste stopt met werken, levert hij zomaar bijna 30 procent van zijn pensioen in. Alleen mensen die extra vermogen hebben kunnen zich financieel veroorloven eerder te stoppen en een lager pensioen te ontvangen. Nu is straatmaker niet een beroep dat een zodanig inkomen oplevert dat daar ook nog ruimschoots iets van opzij gezet kan worden voor later. Een mogelijkheid zou kunnen zijn dat de straatmakers voor een deelpensioen in aanmerking komen. Ze werken dan in deeltijd, in eventueel aangepast werk, en krijgen voor de rest al pensioen. Inmiddels maakt reeds één op de vier nieuwe pensioengerechtigden gebruik van deeltijdpensioen. Het is aan de pensioenfondsen om dit mogelijk te maken voor hun aangesloten leden. 

Maar kan de gemeente ook bijdragen aan het voorkomen van (financiële) problemen wanneer mensen met een zwaar beroep werkloos worden en na het aflopen van hun WW-periode (maximaal 26 maanden) aangewezen zijn op een vorm van bijstand? Voor werklozen van 50 jaar en ouder bestaat de mogelijkheid na de WW-periode in aanmerking te komen voor een speciale vorm van bijstand, waarbij zij niet het risico lopen hun huis te moeten ‘opeten’, wel wordt rekening gehouden met het eventuele inkomen van hun partner (IOAW). Wanneer men 60 jaar of ouder is wordt bovendien het inkomen van de partner niet langer meegeteld bij het gezamenlijk inkomen. (IOW). Bij beide regelingen echter is men nog steeds verplicht te solliciteren. We weten allemaal hoe moeilijk het is om boven de 50 jaar (weer) aan het werk te komen (max.6%) en boven de 60 jaar wordt het haast onmogelijk (maximaal 3 %). 

Ik stel voor dat we deze werklozen van boven de 50 en 60 jaar, vrijstellen van sollicitatieplicht en hen daarmee ontlasten van een hoop stress en frustraties. Op dit moment wordt de discussie gevoerd over een ‘basisinkomen’. Voor deze categorie werkers, die buiten hun schuld om werkloos worden, zou dit een uitkomst kunnen bieden. Het zou mooi zijn als raad en college groen licht zouden willen geven voor een experiment of pilot, zodat ook de straatmakers en andere mensen met zware beroepen, zich niet meer letterlijk in het zweet hoeven te werken en ook niet hoeven te zweten en zich zorgen te maken over hun inkomen op oudere leeftijd. 

Piet van den Kieboom

 


 

| START MET DE KINDEREN |  

 

Op de website van Gemeenten voor Duurzame Ontwikkeling zijn tal van ideeën te vinden over hoe gemeenten duurzamer kunnen worden. Eén van die ideeën is via kinderboerderijen de bezoekers te informeren hoe zij zelf een bijdrage kunnen leveren bij het meer klimaatbestendig en waterbewust maken van hun gemeente. Daartoe is ook een handreiking: “Alle kinderboerderijen klimaatbestendig en waterbewust” gemaakt. De kinderboerderij in Zevenbergen heeft tal van initiatieven genomen om mensen water- en klimaatbewust te maken. Iets voor de gemeente Bergen op Zoom om na te volgen.

Louis van der Kallen

 


 

| FYSIEK DOMEIN |  

 

Ik zoek in de begroting, beleidskader of jaarrekening altijd naar elementen als klimaatadaptatie en hittestress. Vaak is het tevergeefs zoeken.

In het programma fysiek domein vond ik de tekst: “Bewoners en pandeigenaren maken wij bewust van een duurzame woon-, werk- en leefomgeving”. Een mooie tekst. Maar wat doet het ambtelijk apparaat bij herstructureringen? Ondanks de mooie woorden en speerpunten, onder andere: “toekomstbestendige binnenstad”, constateerde ik bij de aanpak van de Noordsingel daar nul, komma, nul van. Uit frustratie schreef ik daar het stukje “dood door schuld” over. Ik heb in dit soort lege woorden en het ontbreken van daden dan ook geen vertrouwen meer in de betrokken wethouders. Met hen, zo is mijn voornemen, zal de BSD dan ook niet snel zaken doen. Hittestress is voor hen geen levend thema. Het blijft bij woorden en die moet je dan nog met een vergrootglas zoeken.

Louis van der Kallen

 


 

| GESPOT IN BERGEN OP ZOOM |  

 

De verschillende gezichten van de Kleine Melanen. Enkele jaren geleden is het stadsven de Kleine Melanen flink opgeschoond, uitgebaggerd en veranderd in een parkachtige groene long in de wijk. Vele omwonenden hadden aanvankelijk wat scepsis, maar zijn nu blij dat het ven is aan gepakt. Alleen jammer dat het onderhoud nu tekort schiet.

schitterende groene long

Nog even en het bankje is niet meer te vinden

Ook dit verdient geen schoonheidsprijs