GRATIS BESTAAT NIET!/ HOE DOM KAN EEN BESLUIT ZIJN?/ HET REGIONAAL KOMPAS/ RUIMTELIJKE ADAPTATIE/ ZIJ DIE NIET MOGEN WORDEN VERGETEN

| jaar 1 | nummer 33 |

| 19-10-2014 | 07.00 uur |


 

| GRATIS BESTAAT NIET! |  

 

free01De ondernemers willen gratis internet voor de klant. Zelf wil men de helft van de € 20.000 wat dit jaarlijks kost gratis van de gemeente krijgen. Maar bijna iedereen in Bergen op Zoom kan via de hotspots van KPN en Ziggo gratis internetten. Overigens kunnen UPC klanten straks ook in Bergen op Zoom gratis internetten door de fusie tussen Ziggo en UPC.

Gratis bestaat al voor 84% van de Nederlanders. Wie wel eens in andere steden komt merkt dat dit gratis internet ook niet overal soepel werkt, de hotspots daarentegen werken prima.

Daarom ook het gratis advies van de BSD: Burgemeester en Wethouders, steek hier gratis een stokje voor en steek ons geld in iets wat wel nodig is. Meer gratis woorden maken wij er niet aan vuil.

Marcel Mulder   

 


 

| HOE DOM KAN EEN BESLUIT ZIJN? |

  

volkerak zoommeerHet kabinet heeft vrijdag 10 oktober op advies van Rijkswaterstaat besloten het Volkerak-Zoommeer te verzilten en eb en vloed terug te laten keren op het Grevelingenmeer en het Volkerak-Zoommeer. Weer beslissingen die in de toekomst fout zullen blijken te zijn. In ons land blijkt keer op keer dat als eenmaal foute ideeën door politici op de agenda zijn gezet, deze met geen mogelijkheid meer zijn te stoppen. 

Het extra water, benodigd voor de verzilting en het herstel van het getij in het Volkerak-Zoommeer, zal gaan komen uit de Oosterschelde! Nu leiden de zandplaten in de Oosterschelde al onder de zandhonger die wordt veroorzaakt  door onvoldoende getijdewerking in de Oosterschelde. Het extra water om ook nog op het Volkerak-Zoommeer en de Grevelingen een beperkt getij te realiseren zal het bestaande probleem in de Oosterschelde van de zandhonger verergeren. Mijn verwachting is dat de kosten van dit alles niet blijven bij de nu begrote 350 miljoen euro. Veel (recreatieve) voorzieningen en delen van de oeverbescherming zijn niet berekend op een getij. Ook kunnen de diepten van de vaargeulen een probleem op gaan leveren, zeker als het zandhongerprobleem zich ook op het Volkerak-Zoommeer zou gaan voordoen. Dat kan op termijn meer baggerwerk betekenen met alle daaraan verbonden kosten. De gewenste zoetwaterconservering, om in tijden van droogte de watervoorziening op peil te kunnen houden, wordt door de maatregel een stuk moeilijker. Tal van maatregelen zijn nodig om het voorzieningenniveau van zoetwater op een minimaal peil te houden. 

Schelde-Rijnverbinding is een van de mooie verworven zekerheden van de Deltawerken. De havenbedrijven en scheepvaart kunnen wel eens overgaan tot het indienen van schadeclaims. Ook de recreatievaart wordt door de maatregelen geen dienst bewezen. Veel sluizen in de Dintel en de Vliet zullen weer moeten gaan schutten, met alle kosten en vertraging van dien. Het hele milieu gaat op de schop en elke noodberging in het te kleine en kwetsbare Volkerak-Zoommeer leidt tot een regelrechte milieuramp. Keer op keer worden foute keuzes opeen gestapeld. In een tijd van mondiale waterschaarste laat het Deltaprogramma de zoetwatervoorraden slinken en het besluit het Volkerak- Zoommeer te verzilten wuift eerdere adviezen weg. In dit kader laat ik de lezer graag kennismaken met een citaat uit het “Waterbeleid voor de 21e eeuw”, het advies van de Commissie Waterbeheer 21e eeuw ook wel de commissie Tielrooij genoemd (uitgegeven in augustus 2000): “Specifiek voor Laag Nederland speelt het probleem van de verzilting. Door de zeespiegelstijging en de bodemdaling neemt de verzilting toe in de lage polders langs de kust van Zuidwest-Nederland…. De commissie wil daarom aandringen op het aanleggen van zoetwatervoorraden binnen de regio’s.” Het Volkerak-Zoommeer is, na het IJsselmeer, qua volume onze tweede zoetwatervoorraad. Daar wordt nu afscheid van genomen, omdat in een grijs verleden er een probleem was (blauwalg) dat de natuur al vrijwel volledig zelf heeft opgelost. Jammer dat zoveel politici ophouden met nadenken als een aantal ‘prominenten’ eenmaal een besluit hebben genomen. 

Mijn waterpartij Ons Water en ik zullen blijven ijveren voor meer verstand in het waterbeleid in onze regio. Wij zijn, waren en blijven tegen de voorgenomen verzilting. Wij roepen de regering op dit voornemen tot verzilting te laten varen. 

U kunt daar bij helpen door via onze website Ons Water de petitie te ondertekenen. Teken hier!

Louis van der Kallen  

 


 

| HET REGIONAAL KOMPAS |

 

regionaal kompasMaandag 6 oktober was de informatieavond voor de gemeenteraadsleden van zes regiogemeenten over de doelstellingen van het Regionaal Kompas. Het Kompas kent een aantal thema’s zoals: maatschappelijke opvang/wonen, zwerfjongeren, verslavingsbeleid, openbare geestelijke gezondheidszorg en sociale zaken/ISD.

Opvallend was dat de doelstellingen verre van concreet zijn. Veel doelstellingen lijken, zoals ze op papier zijn gesteld, meer acties dan afrekenbare doelstellingen. De doelgroep waarop het Kompas zich richt zijn zorgwekkende zorgmijders. Volgens de inleiders zouden dat er in de regio ongeveer 1700 zijn. Een kenmerk van die groep mensen is dat ze zelf geen zorgvraag hebben. Ze kloppen dus niet zelf voor zorg aan bij de instanties. Dat kunnen anderen doen bij onder andere het Meldpunt Zorg & Overlast van de GGD.

Veel burgers en organisaties hebben de weg naar het meldpunt gevonden. Dat is belangrijk. Want hoe eerder een probleem wordt onderkend, hoe makkelijker en sneller en met meer succes een persoon of gezin geholpen kan worden en menselijk leed, maatschappelijke kosten en overlast beperkt kunnen worden. Veel meldingen komen van buren, familieleden, de energieleveranciers en verhuurders. Wat in dat rijtje ontbreekt zijn de banken. Terwijl ook zij, bijvoorbeeld bij achterlopende hypotheken, een belangrijke signalerende functie kunnen vervullen. Juist mensen die in betalings-/inkomensproblemen komen lopen meer risico op een maatschappelijk vrije val met allerlei gevolgen. Voor veel raadsleden waren de toelichtingen en de gesprekken een openbaring. Als professionals en ervaringsdeskundigen hun verhaal vertellen worden abstracte cijfers mensen, die problemen hebben en geholpen kunnen en moeten worden. Wat ik onbegrijpelijk vind is dat verhuurders en energieleveranciers wel tot meldingen komen wanneer hun klanten in problemen komen en banken dat niet doen. Voor mij een signaal dat verhuurders en energieleveranciers het welzijn van hun klanten wel degelijk koesteren en dat op dit punt banken nog een verbeterslag hebben te maken. Het door de banken gebruikte argument om niet te melden is de privacy van hun klanten. Zij komen dus op dat punt tot een andere afweging dan bijvoorbeeld de verhuurders. Voor de BSD-fractie toch een punt om wethouders te vragen om bij de GGD als nadrukkelijk verzoek weg te leggen ook de banken te wijzen op hun verantwoordelijkheden als het gaat om over het welzijn van hun klanten te waken.

Louis van der Kallen 

 


 

| RUIMTELIJKE ADAPTATIE |

 

Op 9 oktober was het festival ruimtelijke adaptatie in De Fabrique te Utrecht. Dit festival werd georganiseerd in het kader van het Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering en was gericht op de ruimtelijke adaptatie van de klimaatproblematiek. Er was een gevarieerd programma met veel werksessies over hoe huidige en toekomstige klimaatopgaven in te passen  in de ruimtelijke inrichting van ons land.

Een dikke vierhonderd bestuurders en ambtenaren waren op dit kennisfestival afgekomen. Teleurstellend voor mij was de opkomst uit het werkgebied van de Brabantse Delta. Buiten mij, als lid van het algemeen bestuur van het waterschap Brabantse Delta, was er één raadslid uit Waalwijk, vijf ambtenaren uit Breda, een ondernemer uit Breda, een wethouder en een ambtenaar uit Tilburg. Puur op basis van bevolkingsaantallen hadden er twee keer zoveel ambtenaren en bestuurders uit ons gebied moeten zijn. Wederom een gemiste kans om kennis en contacten op te doen over hoe onze regio meer water robuust en klimaatbestendig in te richten en hoe vitale functies zoals energie, drinkwater, ziekenhuizen en telecom/ICT beter bestand te kunnen maken tegen overstromingen.

Eén van de werksessies die ik bijwoonde was: ‘de hittebestendige stad’ die geleid werd door twee medewerkers van Witteveen + Bos, Ronald Groen en Jimme Zoete. Een onderdeel van hun presentatie was de bewustwording van de problematiek van de hittestress in met name onze steden. Ter illustratie werden de hitte doden als gevolg van de hittegolf van juli 2006 genoemd. In Nederland circa 1.000. Ze presenteerden de “Urban Climate Assessment and Management (UCAM) methode als middel om te komen tot valide informatie om hittestress in een stedelijke omgeving te gaan aanpakken. In de discussie met de aanwezigen (beleidsambtenaren van vooral stedelijke gemeenten) bleek hoe moeilijk het was om tot een werkelijk integrale aanpak van de hittestress in een stad te komen. Stedelijke ontwerpers, bestuurders, ontwikkelaars, architecten en beheerders van buitenruimtes zijn feitelijk nu maar op één ding gericht: het verkopen van grond en woningen. Of het wijken worden die op termijn qua klimaat leefbaar blijven is geen onderwerp van discussie, noch speelt het een rol in de ontwerpen. Meer groen betekent minder uitgeefbare grond dus minder financiële opbrengsten. Het beleid, ook in Bergen op Zoom, draait om geld. Steeds minder om wat is goed voor de stad en haar inwoners op termijn.

Het kan en moet anders.

Louis van der Kallen

 


 

| ZIJ DIE NIET MOGEN WORDEN VERGETEN |

 

kapelle01Deze dagen staan in het teken van de slag om de Schelde in 1944. Zonder ook maar iets af te doen aan de inzet en offers van onze geallieerde bondgenoten, vooral Canadezen, Polen en Engelsen, ten behoeve van onze bevrijding in de herfst van 1944 is het toch goed te beseffen dat die bevrijding de resultante was van alle offers die de strijdenden tegen Duitsland en zijn bondgenoten vanaf 1939 brachten.

De slag om de Schelde in het najaar van 1944 was feitelijk de tweede slag om de Schelde in wereldoorlog II. De eerste was in de meidagen van 1940. Nederland capituleerde op 14 mei 1940 met uitzondering van de provincie Zeeland. Frankrijk kwam als geallieerde bondgenoot Nederland tijdens de oorlogsdagen in mei 1940 te hulp met de 60e en 68e division d’infanterie. Vele Fransen kwamen in die meidagen van 1940 bij de Duitse aanval op Zuid-Beveland en Walcheren om het leven. De Fransen vochten met ons, in de stellingen bij het kanaal door Zuid-Beveland, bij de verdediging van de Sloedam en Arnemuiden en Vlissingen. Er waren felle achterhoede gevechten om de overtocht van de Franse troepen naar Breskens veilig te stellen. Daarbij sneuvelde bij Vlissingen een Franse divisie commandant.

kapelle03In Kapelle is een Franse Oorlogsbegraafplaats. Op dit ereveld liggen 229 Franse militairen begraven die in de Tweede Wereldoorlog in Nederland zijn gesneuveld. Op de begraafplaats bevinden zich naast de graven twee monumenten: een namenwand met zuil en mozaïek en een zuil, bekroond met de Gallische haan. Het monument is opgericht ter nagedachtenis aan alle Franse militairen, ook uit de Franse koloniën ten tijde van de Tweede Wereldoorlog, die op Nederlands grondgebied zijn gesneuveld. In totaal zijn 600 Franse en koloniale militairen in Nederland gesneuveld, waarvan 204 niet geïdentificeerd konden worden. Buiten militairen van de 60e en 68e division d’infanterie rusten er leden van het 1e bataljon van de fusiliers Marins commando’s en militairen van het 2e en 3e regiment chasseurs parachutisten. De laatsten sneuvelden in april 1945 bij de bevrijding van Nederland in Drenthe, waar zij voor de oprukkende geallieerde troepen achter de Duitse linies waren afgesprongen. Hun vaandel werd gedecoreerd met de Nederlandse dapperheidsonderscheiding DE BRONZEN LEEUW.
In totaal verloren in de meidagen van 1940 en de oorlogsjaren daarna meer dan 600 Franse militairen in, nabij of boven Nederland het leven. Op het monument staan hun namen vereeuwigd. Velen zijn na het einde van de tweede wereldoorlog in hun vaderland herbegraven, velen ook bleven onbekend. 

kapelle04Wat ik bijzonder vind aan het ereveld in Kapelle is, dat uit de individuele grafmomenten voor Christenen, Joden en Islamieten blijkt dat zij allen broeders waren in de strijd. In Kapelle liggen ook 19 Noord-Afrikanen (van Algerijnse en Marokkaanse afkomst) begraven. Het Franse leger bestond van oudsher uit soldaten van diverse nationaliteiten. Ook de Franse koloniën in Noord-Afrika leverden veel manschappen. Noord-Afrikaanse soldaten deden hier dienst in de diverse legeronderdelen. 

Wat ik graag zou willen is dat bij de herdenkingen in onze regio en ook onze stad de streekgenoten afkomstig uit Marokko betrokken zouden worden om de offers in 1939-1945, gebracht door hun landgenoten in Nederland en daarbuiten, te herdenken.

Louis van der Kallen