HARDLEERS/  WIE KENT MIJ NOG?/ SERIEUS NEMEN – 2

| jaar 4 | nummer 181 |

| 02-10-2017 | 11.15 uur |


 

| HARDLEERS |  

 

De raadsvergadering van september zou leerzaam kunnen zijn voor het College van B&W als ze er voor open zouden staan. Twee ruimtelijke ordeningsvoorstellen haalden niet ongeschonden de eindstreep. Het aanpassen van het bestemmingsplan Ruimte voor Ruimte Langstraat werd pas aanvaard na de aanvaarding van een amendement dat een streep haalde door de plannen van het college voor twee extra kavels.

Ook de plannen van het college ten aanzien van het bestemmingsplan Ruimte voor Ruimte Fort Pinsenweg werden door de gemeenteraad afgeschoten. Hierbij steunde alleen de partij van de portefeuillehouder (GBWP) het college nog. Bij dat laatste voorstel werd een motie aangenomen waarvan de portefeuillehouder had aangegeven die alleen over te nemen als het voorstel werd aangenomen. Er waren in deze raadsvergadering wel veel agendapunten waar de oren van de collegeleden werden gewassen. Dat verleidde mij tot het aanhalen van een leerzame opmerking die mijn moeder meer dan 50 jaar geleden nog wel eens bezigde in mijn richting. Naar aanleiding van mijn, laat ik maar zeggen, jeugdige onbezonnenheid: “Die ’t hoofd ligt steekt in alle gaten, kan er ook ligt zijne oren laten”. Ondanks de vele voor het college blamerende uitkomsten blijkt er weinig leervermogen bij de collegeleden aanwezig. Noch blijken er door de college partijen consequenties getrokken te worden, terwijl steeds duidelijker wordt dat voorstellen van dit college steeds meer gedreven blijken door geld in plaats van in deze gevallen een goede planologie.  

Ten aanzien van de aangenomen motie over de aanpak van geluid- en fijnstofoverlast verwijs ik graag naar hoe de landelijke overheid op een goedkope maar effectieve wijze dijken verhoogde met een kistdam (Haringmanblokken) die men vulde met grond. In de situatie van nu kunnen best fijnstofvangende planten geplaatst worden in de eventuele kistdam. Ik schreef daar eerder over in het artikeltje “duurzaamheid 1”.

Louis van der Kallen

 


 

|  WIE KENT MIJ NOG? |  

 

Afgelopen week werd ik getroffen door de portretreeks “Wie kent mij nog” van de EO over eenzaamheid onder burgers. In de aflevering vertelden mensen, die zich (ernstig) eenzaam voelden, openhartig wat dat voor hen betekende in hun dagelijkse leven. Sommigen hadden al maanden geen bezoek gehad thuis of hadden al weken met niemand gesproken dan alleen met zichzelf.

Het ging daarbij niet alleen om ouderen, zoals vaak wordt gedacht. Eenzaamheid komt onder alle leeftijden voor met pieken rond de 35 jaar en boven de 70 jaar. Eenzaamheid is een epidemie waarschuwen onderzoekers, een kwaal die los van het psychische leed net zo schadelijk is voor de gezondheid als roken. De wetenschap definieert eenzaamheid als “Subjectief ervaren van een onplezierig of ontoelaatbaar gemis aan een kwalitatief sociaal netwerk”. In Amerika hielden psychologen deze zomer een congres over de ‘epidemie’ van eenzaamheid, over de gevaren van eenzaamheid voor de volksgezondheid. In Nederland vindt 70 procent van de bevolking eenzaamheid ‘een groot probleem’.

Oorzaken van het ontstaan en bestaan van eenzaamheid kunnen zeer uiteenlopen. In de T.V.-serie kwam o.a. naar voren dat een stoornis in het autistisch spectrum mensen belemmert in het kunnen leggen en onderhouden van contact met anderen. Maar dit is zeker niet de enige mogelijke oorzaak van het ontstaan van (gevoelens van) eenzaamheid. Het niet beschikken over een sociaal netwerk is volgens de wetenschap in veel gevallen een belangrijke oorzaak voor het ontstaan van (gevoelens van) eenzaamheid. Maar ook chronisch ziek zijn, rouw om het verlies van een partner, weinig geld te verteren hebben en laagopgeleid zijn kunnen (ernstige) gevoelens van eenzaamheid veroorzaken.

In een artikel in de Volkskrant van 2 september j.l. geeft hoogleraar van Tilburg van de VU aan dat eenzaamheid ook te maken heeft met de veranderingen in de samenleving. Onze samenleving vraagt steeds meer zelfredzaamheid. Dat klinkt mooi ,maar zijn we daar allemaal wel toe in staat vraagt hij zich af. Uit diverse onderzoeken blijkt dat eenzame mensen een grotere kans lopen om een hartaanval te krijgen, ruim 25 procent meer kans om vroegtijdig te overlijden, meer last hebben van stresshormonen en slecht slapen met alle gevolgen van dien. Hierdoor gaan eenzame mensen vaker naar de huisarts en hebben ze vaker thuiszorg nodig.

In Amsterdam ervaart meer dan een op de tien inwoners in ernstige mate eenzaamheid. Die gemeente verwacht dat het aantal inwoners dat zich alleen en eenzaam voelt de komende jaren zal toenemen, mede door de toenemende individualisering van onze samenleving. In Brugge werden afgelopen zomer in korte tijd 4 mensen dood aangetroffen in hun woning. Alle  vier lagen er al langere tijd, zonder dat iemand daar van op de hoogte was. Reden voor de burgemeester om het probleem van eenzaamheid aan te gaan pakken. In Brugge worden daarbij 4 krachtlijnen gevolgd.

  1. Meten en weten
  2. Detecteren en signaleren
  3. Lokale partijen verbinden en coördineren
  4. Sensibiliseren en mobiliseren.

De komende week zal een startconferentie plaatsvinden in Brugge met de bedoeling om inspiratie op te doen en concrete ideeën op te halen om de 4 krachtlijnen vorm te geven. Daarvoor zullen een groot aantal maatschappelijke disciplines worden uitgenodigd.

De BSD- fractie is van mening dat het probleem ‘eenzaamheid’ niet alleen in de grote(re) steden speelt maar ook in middelgrote gemeenten als Bergen op Zoom en Roosendaal. Ook hiervoor zal een passende oplossing gevonden moeten worden. Het organiseren van een conferentie, zoals in Brugge zou daarvoor een goede aanpak kunnen zijn. De fractie zal daarom het college van B&W verzoeken hier actief het initiatief voor te nemen.

Piet van den Kieboom

 


 

| SERIEUS NEMEN – 2 |  

 

Op het artikeltje “serieus nemen” in nieuwsbrief 179 kwamen een aantal reacties. Met name ten aanzien van de  geuroverlast in Tuinwijk/Noordgeest komt het burgers voor dat deze de afgelopen jaren geleidelijk is toegenomen en dat de regionale milieudienst dit overlastprobleem niet serieus oppakt.

Meer klagende burgers hebben dit soort uitleggende mailtjes ontvangen als waar ik in nieuwsbrief 179 naar verwees. Leefbaarheid wordt naar hun gevoel onvoldoende serieus genomen. Burgers hebben de indruk dat geuremissies van bedrijven op Noordland of de Theodorushaven niet gemonitord worden en/of bedrijven of het totale industrieterrein niet of nauwelijks worden gecontroleerd.

Louis van der Kallen