UITVOERINGSPROGRAMMA – 5/ ZORG OM HULP, HULP BIJ ZORG/ (NATTE-ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 23: GENERALITEITSLAND

| jaar 2 | nummer 57 |

| 22-03-2015 | 00.15 uur |


 

| UITVOERINGSPROGRAMMA – 5 |  

 

uitv progr 5Het college heeft een uitvoeringsprogramma gemaakt, het programma laat zien wat het college in 2015 voornemens is te gaan doen. 23 van de 99 genummerde acties zijn in deel 01 van het stuk voor 2015 nader uitgewerkt.  

Onder actiepunt 58 is te lezen: “We stellen een Economische Agenda op. Dit doen we samen met de Brabantse Wal-gemeenten en met Tholen en Reimerswaal. De basis van deze agenda bestaat uit het topsectorenbeleid voor: Biobased Economy, Logistiek en Maintenance (beschreven in de Koepelvisie Strategic Board Delta Region)”. Voor de BSD is het een goed initiatief om samen met de regio te kijken wat de economische agenda van ons gebied zou kunnen worden. De economische malaise van bedrijfssluitingen en reorganisaties treft ons allemaal. Maar soms is het goed om terug te kijken en te bezien wat we uit het verleden kunnen leren. In dat kader heb ik ter hand genomen “Bergen’s groei naar stedelijke en heerlijke onafhankelijkheid (1937)“ en “Bergen op Zoom en zijn problemen (1951)” beiden geschreven door C.J.F. Slootmans (gemeente archivaris) en “Bergen op Zoom, proeve van een sociaal-geografische stadanalyse door E. Härtel, uit 1961”.  

Wat in al deze geschriften opvalt, is de samenhang van de welvaart van Bergen op Zoom in relatie met gebeurtenissen die van invloed zijn op haar havenactiviteiten/mogelijkheden. Tot de watersnoodramp van 1530 (de Sint Felixvloed) ontwikkelde het middeleeuwse Bergen op Zoom zich zeer voorspoedig. Alle scheepvaart naar Antwerpen moest langs Bergen op Zoom. Door de Sint Felixvloed verloor Bergen op Zoom niet alleen rijke handelspartners met het verloren gaan van vele welvarende dorpen op de Bevelanden, maar werd de vaarroute van en naar Antwerpen veranderd en kon Antwerpen zich gaan ontwikkelen en begon het eeuwenlange verval van Bergen op Zoom.

In de Franse tijd was er een tijdelijke opleving, mede doordat de handel met de zuidelijke Nederlanden tot nieuwe bloei kwam en Bergen op Zoom werd opgenomen in de paardenpostdienst Amsterdam-Parijs. Op 11 maart 1846 werd bij Koninklijk Besluit bepaald dat de Kreekrak zou worden afgedamd en vanaf die afdamming begon de tot dan toe vrije haven van Bergen op Zoom te verzanden. Dit was door Pieter Caland van Rijkswaterstaat voorspeld en Bergen op Zoom werd de dupe. De bedrijven die open en diep vaarwater nodig hadden begonnen te vertrekken c.q. vestigden zich niet meer in Bergen op Zoom en wederom zakte de economische activiteit en welvaart in Bergen op Zoom. Daar kwam bij dat het scheepvaartverkeer op de route Rotterdam- Antwerpen zich naar het westen verplaatste en Bergen op Zoom als haven op de oude route het nakijken had. De opbrengsten van havengelden halveerden bijna. Reeds in 1825 diende de gemeente Bergen op Zoom het eerste verzoek in bij het Departement van Waterstaat tot aanpassing van de Bergse haven. Vele zouden volgen (1836, 1863, 1881, enzovoort). Pas in 1937 werd door de regering een commissie ingesteld die onder andere het vraagstuk van de havenverbetering van Bergen op Zoom moest bestuderen. Dit leidde uiteindelijk in 1961 tot de opening van een nieuwe haven. 136 jaar na het eerste Bergse verzoek was er de opening van de Theodorushaven. Eindelijk konden coasters en de toen moderne Rijn-Hernetype (1350 ton) binnenvaartschepen Bergen op Zoom weer bereiken. De stad bloeide op met de vestiging van tal van industriële bedrijven en brachten hoogwaardige werkgelegenheid. Ook nu is weer een opening naar de vaarwegen nodig. De Burgemeester Peterssluis en de zwaaikom is te klein geworden voor de modernste binnenvaartschepen. Een nieuwe moderne haven is gewenst. De Auvergnepolder is daar de ideale plaats voor.  

Dan is actiepunt 60: “We bevriezen alle ontwikkelingen in de Auvergnepolder voor de komende vier jaar. Dat is inclusief de planologische voorbereiding” daar niet behulpzaam bij. Integendeel, een dergelijk actiepunt blokkeert Bergen op Zoom in haar ontwikkeling en is een ernstige belemmering om de noodzakelijke werkgelegenheid aan te trekken.  

Op pagina 131 van Härtel’s “Bergen op Zoom, proeve van een sociaal-geografische stadanalyse” is een tekst te vinden die misschien nog steeds van toepassing is: “Het is onvoorstelbaar, dat de strijd om verbetering van de haven zo lang heeft kunnen duren, terwijl andere havens van gelijke orde van grootte reeds veel eerder door het Rijk zijn geholpen. Men denke hierbij aan Delftzijl, Terneuzen, Vlissingen en Dordrecht. De oorzaak moet gedeeltelijk gezocht worden in ‘het soms weinig doortastende optreden van het gemeentebestuur in het havenvraagstuk’. Het werd daartoe gebracht door de tegenstellingen, tussen de verschillende groepen, die bij de havenverbetering belanghebbend waren”. Het duurde 136 jaar voor een besluit werd genomen. Ook nu weet één partij de ontwikkeling van nieuwe bedrijfsterreinen al jaren tegen te houden. Het is de hoogste tijd voor een nieuwe doorbraak. Logistiek is niet voor niets beschreven in de “Koepelvisie Strategic Board Delta Region”.

Louis van der Kallen

 


 

| ZORG OM HULP, HULP BIJ ZORG |  

 

keukentafelgesprek02Op een bijeenkomst, georganiseerd door het Mantelzorgcafé werd enkele weken geleden door medewerkers van de gemeente uitleg en toelichting gegeven over de WMO en de positie daarin van mantelzorgers.  

Door één van de aanwezigen werd opgemerkt dat haar moeder vanaf 1 januari j.l. voortaan nog twee uur per week huishoudelijke verzorging kreeg in plaats van de drie uur die ze tot voor kort kreeg. Volgens de gemeente vertegenwoordiger gaat het voortaan niet langer om het aantal uren, maar om het te bereiken resultaat, een schoon huis. Hoe dit resultaat voortaan ook bereikt kon worden met een uur minder per week werd niet helemaal duidelijk. Maar wie bepaalt eigenlijk het resultaat? De client, de mantelzorgers of de gemeente? In de aanloop naar de datum waarop de nieuwe WMO zou worden ingevoerd, is er uitvoerig gesproken over de vraag “Wat is goede zorg?”. Vooralsnog is daar geen antwoord op geformuleerd. Voor mij is het de cliënt die als eerste kan bepalen of het resultaat (schoon huis) bereikt is. De cliënt weet immers het beste wat voor hem of haar goede zorg is. Het dient zo snel mogelijk duidelijk te zijn wat onder goede zorg en bereikte resultaten wordt verstaan. 

Een echtpaar, aanwezig op de bijeenkomst, kreeg al een aantal jaren huishoudelijke verzorging wegens beperkingen die beide ondervinden in het dagelijks functioneren. Zij stelden de zaak nog scherper. Beide echtelieden zijn allergisch voor een groot aantal stoffen. Zij verstaan onder een schoon huis waarschijnlijk iets anders dan de meeste andere burgers. Eigenlijk zou dit echtpaar meer uren huishoudelijke verzorging nodig hebben. Toch krijgt dit echtpaar vanaf 1 januari 2015 (nog) minder uren voor huishoudelijke verzorging dan in de voorgaande jaren. In 2014 is de gemeente reeds begonnen met het minder uren beschikbaar stellen voor deze vorm van hulp. Wat dit gaat betekenen voor de mantelzorger laat zich raden. Daar zal een nog groter beroep op gedaan gaan worden met alle gevolgen van dien. Als we niet op passen zullen we binnenkort zorg moeten bieden aan de zorgverlener (mantelzorger).

De BSD-fractie zal er bij het college van burgemeester en wethouders op aandringen om serieus aandacht te geven aan specifieke en persoonlijke omstandigheden waarin mensen, die aangewezen zijn op zorg, verkeren. Dus geen standaard procedure maar maatwerk met altijd een ‘keukentafelgesprek’ als basis voor het toewijzen van hulp. In dat zelfde gesprek zal eveneens uitvoerige informatie gegeven moeten worden, zodat de zorgbehoevende weet waarom zorg wel of niet wordt toegekend en met welk volume. 

Diana van Beest

 


 

| (NATTE-ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 23 |  

 

Generaliteitsland

generaliteitslandDe landsregering heeft de “ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer” vastgesteld en daarmee het voornemen kenbaar gemaakt een beperkt getij terug te brengen in het Volkerak-Zoommeer en deze wateren op termijn te verzilten.

Veel van wat vandaag de dag gebeurt kent vaak oude parallellen. Mijn analyse over de plannen met het Volkerak- Zoommeer van de regering is dat Den Haag wel zijn oren laat hangen naar de Zeeuwse belangen maar dat de West-Brabantse belangen onderbelicht blijven omdat West-Brabant lang een Generaliteitsland was dat toen bestuurd werd vanuit Den Haag door de Generale Staten van de zeven provinciën. En nu gebeurt dit vaak door bestuurders afkomstig uit het dominante westen van ons land of door eigen bestuurders die de gedweeheid van hun voorgeslacht nog niet hebben afgeworpen. E. Härtel omschreef het in “Bergen op Zoom, proeve van een sociaal-geografische stadsanalyse” als volgt: “Het resultaat van de vorming van grotere politieke eenheden en het optreden van de scheuring in de Nederlanden, was er mede oorzaak van, dat Bergen op Zoom aan de periferie van het vrije noordelijke deel kwam te liggen en dat Bergen op Zoom als vestingstad belangrijk werd.  Bovendien was Bergen op Zoom en haar omgeving een deel geworden van het Generaliteitsland, het door de Republiek geëxploiteerde gebied, dat van veel rechten verstoken was en zware lasten moest dragen.”

Het gegeven Generaliteitsland te zijn speelde keer op keer op bij conflicten over rechten. Als voorbeeld de eeuwen durende discussies over de visrechten tussen Thoolse en Bergse vissers in het gebied van het verdronken land van Reymerswael. Een deel van de vissers die de overstromingen op Reymerswael overleefde, had zich in Tholen gevestigd en een ander deel in Bergen op Zoom. Wie had de visrechten geërfd Bergen op Zoom of Tholen was de vraag? Tholen beschikte als stemhebbende in de Staten van Zeeland, één der belangrijkste en rijkste gewesten in de Republiek, uiteindelijk over meer macht dan een stad in het Generaliteitsland. “Het resultaat was, dat Zeeland Bergen op Zoom, “van veele visserijen” beroofde, zoals het in 1778 heette.“ aldus E. Härtel. 

Hoewel sinds ruim twee eeuwen Noord-Brabant formeel zich zelf mag besturen, heb ik vaak het gevoel dat onze belangen nog steeds ondergeschikt zijn aan die van de Randstad en soms ook Zeeland. Zeeland dreigt nu weer het beste weg te komen met een Rijksbesluit over de verzilting van het Volkerak-Zoommeer. Zij krijgen met de verzilting vooral de baten, zoals de uitbreiding van de schelpdierteelt en de toeristisch uitbreidingen in de vorm van jachthavens. West-Brabant betaalt wederom de hoofdprijs: dit gebied verdwijnt achter de sluizen, verliest veel zoetwaterinlaten, gaat verzilten en dient het water te bergen om de Randstad droog te houden. Voor mijn gevoel denken ze in Zeeland en de Randstad dat West-Brabant er alleen is om doorheen te rijden. De geest van de oude Staten Generaal ,die ons als Generaliteitsland bestuurde, waart nog steeds rond in de bestuurskamers van  Den Haag. Het wordt tijd dat er een ander Brabants geluid gaat klinken in de discussies met het Rijk en de Zeeuwen.  

Voor Ons Water en de BSD is het helder: de onnodige verspilling van geld en de vernietiging van de mooie natuur kan nog voorkomen worden. Stop de verzilting. Teken de petitie via https://www.petities24.com

Louis van der Kallen

 


 

| VERZONDEN BRIEVEN |

 

15-03
DRAINVOEG, KENMERK LK/15015


17-03
VRAGEN EX ARTIKEL 39, FINANCIËLE TRENDANALYSE GEMEENTEN DELOITTE, KENMERK LK/15016

 


 

| BEANTWOORDE BRIEVEN |

 

27-01
VRAGEN EX ARTIKEL 39 INZAKE ANTWERPSESTRAATWEG 415, KENMERK LK/15007

ANTWOORD, KENMERK U15-004211


03-02
VRAGEN EX ARTIKEL 39 (GROND)WATEROVERLAST VIJVERSTRAAT HALSTEREN, KENMERK LK/15010

ANTWOORD, KENMERK U15-002563 


07-02
DETAILHANDEL, KENMERK PK/FEL/15011

ANTWOORD. KENMERK U15-002802


23-02
VRAGEN EX ARTIKEL 39 RESULTATEN WATERKRING WEST, KENMERK LK/15012

TUSSENBERICHT, KENMERK U15-005136 


03-03
NIEUWE INVULLING PHILIP MORRIS, KENMERK LK/15014

ANTWOORD, KENMERK U15-004689