DOEL/ GELD OVER!?/ OUD(ER) WORDEN

| jaar 3 | nummer 105 |

| 08-05-2016 | 09.15 uur |


 

| DOEL |  

 

kerncentrale-doel-in-werkingMaandag 2 mei bracht het D66 Tweede Kamerlid Stientje van Veldhoven een werkbezoek aan Bergen op Zoom om zich te laten informeren over de gevoelens en denkbeelden die leven binnen de Bergse bevolking en de gemeenteraad van Bergen op Zoom. De locale D66 afdeling had ook de andere fracties in de gemeenteraad uitgenodigd en deze waren vrijwel allemaal aanwezig.

Mijn inbreng richtte zich op twee onderwerpen. Het Belgische hoogspanningsnet is slechts op enkele plaatsen verbonden met de rest van het Europese netwerk en de verliezen die electriciteitleveranciers lijden en de mogelijke gevolgen daarvan. Het Belgische hoogspanningsnet is te Monceau-sur-Sambre gekoppeld aan het Franse net, bij Zandvliet gekoppeld aan het Nederlands net. ELIA voert een project ALEGrO uit om het Belgisch hoogspanningsnet bij Luik te verbinden met het Duitse hoogspanningsnet. ELIA voert een project Nemo Link uit om het Belgisch hoogspanningsnet te Zeebrugge te verbinden met het Britse hoogspanningsnet te Richborough.

Vergelijk dit eens met het Nederlandse hoogspanningsnet dat via de NorNed-kabel verbonden is met het hoogspanningsnet van Noorwegen. Met het hoogspanningsnet van Duitsland, waar nu hard gewerkt wordt aan de verbetering middels een nieuwe 380 kV verbinding tussen Doetinchem en Wesel. Het Nederlandse hoogspanningsnet ligt ook middels de BritNed-kabel verbonden met het hoogspanningsnet in Groot-Brittannië en het Nederlandse hoogspanningsnet zal in 2019 over de COBRA-kabel verbonden worden met het hoogspanningsnet in Denemarken. En via Zandvliet met België. Kortom als in Nederland centrales uitvallen of uitgeschakeld worden kan de levering van stroom moeiteloos overgenomen worden door onze buurlanden. In België is die mogelijkheid veel beperkter. Dat kan leiden tot een onverantwoord in bedrijf houden van verouderde (kern)centrales.

Een tweede punt waar ik aandacht voor vroeg is het gegeven dat vrijwel alle Europese elektriciteitleveranciers de afgelopen jaren forse verliezen hebben geleden. De ervaringen van de handhavende overheden is dat bedrijven die verliezen lijden op alles bezuinigen. Helaas soms ook op de veiligheid. Dat is een ervaringsfeit als het gaat om veiligheidsinvesteringen die vaak achter blijven als een bedrijf verlies leidt.

Kortom: ook hier liggen risico’s die bij kerncentrales onacceptabel kunnen zijn. Dat vereist een handhaver die onafhankelijk is en niet alleen op papier.

Helder was dat, raadsbreed, mevrouw van Veldhoven de boodschap meekreeg dat de gemeenteraad van Bergen op Zoom vindt dat ook de Nederlandse handhavingsautoriteit zowel bij de handhaving als de vergunningverlening of -verlenging betrokken zou moeten worden. 

Louis van der Kallen

 


 

| GELD OVER!? |  

 

euro'sUit een onderzoek naar de uitgaven voor de jeugdzorg- en WMO-taken door de NOS en het vakblad Binnenlands Bestuur is gebleken dat de meeste gemeenten vorig jaar geld over hebben gehouden op het zorgbudget. Het zou gaan om meer dan  310 miljoen euro landelijk. 90 % van de gemeenten hield geld over op het gebied van dagbesteding, begeleiding en ondersteuning. En 60 % van de gemeenten hield eind vorig jaar nog geld over voor huishoudelijke hulp. Voor dit jaar verwacht ruim de helft van de gemeenten opnieuw overschotten op de WMO-budgetten.  

Ouderenbond ANBO noemt het “ongehoord” en de FNV vindt het “onacceptabel” dat geld dat bedoeld is voor de zorg, niet naar de zorg gaat, terwijl tienduizenden thuiszorgmedewerkers worden ontslagen of worden gedwongen om loon in te leveren en veel mensen hun zorg verliezen. Staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) verklaarde in het journaal dat te zuinig zijn ‘nooit goed is’ en “wethouders en raadsleden in gemeenten eens goed bij zichzelf te rade moeten gaan en de vraag beantwoorden: zijn we zuinig of zijn we eigenlijk een beetje te zuinig?” 

Bergen op Zoom is helaas hierop geen uitzondering. Volgens de jaarrekening 2015 (recent aan de gemeenteraad aangeboden) heeft Bergen op Zoom op de jeugdzorg 1.400.000 euro over gehouden, op de WMO 1.600.000 euro en op het participatiebudget 1.579.000 euro. Dit is op zijn zachts gezegd merkwaardig. Want in dat zelfde stuk en in eerdere beleidstukken, zoals in het college programma (pagina 17 “in  = uit”) is te lezen: “Een belangrijk uitgangspunt in het begrotingsbeleid is dat geld dat binnenkomt voor de uitvoering van een specifiek beleid ook daadwerkelijk voor de uitvoering van het desbetreffende beleid wordt gebruikt. Wij noemen dit in = uit.” Voor de BSD was dit aanleiding om in haar ingediende technische vragen bij de jaarrekening te vragen: 

  • Hoe is het mogelijk dat er op de: jeugdzorg, de WMO en het participatiebudget 3 maal circa 1,5 miljoen wordt overgehouden, terwijl de afspraak is ten aanzien van de zogenoemde decentralisaties (jeugdzorg, WMO en participatie) in = uit?
  • Worden deze middelen, gezien dat principe, dus geborgd voor de besteding aan deze beleidsdoelen?

Het zal helder zijn dat, bij de besteding van deze voor zorg van het Rijk ontvangen gelden, voor de BSD in = uit als minimale norm dient te gelden. Dus wat in 2015 aan deze noodzakelijke zorg niet in 2015 is besteed, dus ruim 4,5 miljoen, dit in 2016 en 2017 voor deze zorg beschikbaar moet blijven. Zeker nu de wachtlijsten in de jeugdzorg scherp oplopen en veel ouderen hun huishoudelijke zorg wordt afgenomen of verminderd.

Louis van der Kallen

 


 

| OUD(ER) WORDEN |  

 

ouderenzorgMijn vader zei altijd: “Iedereen wil oud worden, maar niemand wil oud zijn”. Dat vind ik nog steeds een wijze uitspraak. Maar het maakte mij ook nieuwsgierig: waarom vond mijn vader dit? Volgens mijn vader was ‘oud zijn’ hetzelfde als ‘hulpbehoevend en van anderen afhankelijk zijn’ en dat was iets waar hij heel ver vandaan wilde blijven. 

Hij hechtte zeer aan zijn zelfstandigheid samen met mijn moeder. Na een leven van hard werken voor een gezin met elf kinderen heeft mijn vader in redelijk goede gezondheid de respectabele leeftijd van 82 jaar mogen bereiken en mijn moeder is 80 jaar mogen worden, zonder ernstige (medische)beperkingen. Natuurlijk waren er momenten dat mijn ouders extra zorg en ondersteuning nodig hadden. Vooral mijn (schoon-)zussen waren dan als vanzelfsprekend bereid dit te bieden. Moest er een klusje gedaan worden, dan konden mijn ouders zonder problemen een beroep doen op mijn broers, zwagers en mij. Maar tijden zijn veranderd.De regering propageert momenteel de participatie-samenleving. Ze stimuleert daarbij het langer zelfstandig blijven wonen van ouderen. De meeste ouderen willen dit zelf ook graag, maar dan zal er wel aan een aantal voorwaarden voldaan moeten worden. 

Huisvesting
Om ook op oudere leeftijd zelfstandig te kunnen (blijven)wonen, dient de woning waarin men woont wel geschikt te zijn. Op dit moment is het aantal geschikte huurwoningen voor ouderen maar beperkt beschikbaar. Een toenemend aantal ouderen beschikt weliswaar over een eigen koopwoning, maar de meeste zijn echter (nog) niet aangepast aan de ouder wordende bewoner. De regering heeft de afgelopen jaren een beschamend volkshuisvestingsbeleid gevoerd. Als gevolg van dit kabinetsbeleid zijn er al vele jaren veel te weinig woningen gebouwd die geschikt zijn voor ouderen. Sociale woningbouw is alleen toegankelijk voor mensen met de allerlaagste inkomens, terwijl de huren van aangepaste appartementen of woningen vaak alleen betaalbaar zijn voor mensen met een hoog inkomen, de middeninkomens hebben dan het nakijken. Betaalbare woningen die geschikt zijn voor 65-plussers zijn er dus veel te weinig, terwijl het aantal 65-plussers snel toeneemt.

De grootste sociale volkshuisvester in onze gemeente is Stadlander. Maar deze woningstichting voert liever geen apart doelgroepenbeleid. Zij kiest liever voor een generaal beleid ten behoeve van alle inwoners die op een sociale huurwoning zijn aangewezen. Er zullen daarom concrete prestatie-afspraken gemaakt moeten worden met de sociale volkshuisvester(s) in Bergen op Zoom over het huisvesten van ouderen met een zorgbehoefte om ze in de toekomst langer zelfstandig te kunnen laten wonen. Stadlander zal daarom met de gemeente en haar andere stakeholders in overleg moeten treden over dit belangrijke maatschappelijk onderwerp en hoe hierop een passend antwoord te geven.

Zorg en ondersteuning
De overheid vindt het redelijk om van de ‘omgeving’ van de zorgbehoevende ouderen zorg en ondersteuning te vragen van familie en vrienden, de zogenoemde mantelzorg. De tijd dat mijn ouders nog leefden en zij een beroep deden op de kinderen, als ze tijdelijk wat extra zorg en ondersteuning nodig hadden, ligt weer ruim 25 jaar achter ons. Inmiddels is onze samenleving veranderd en heeft iedereen recht op persoonlijke ontplooiing, waaronder het verrichten van betaald werk waardoor kinderen minder tijd beschikbaar hebben. Bovendien is het overheidsbeleid er op gericht meer vrouwen actief op de arbeidsmarkt te participeren. Dit maakt het voor met name vrouwen moeilijker om, naast een baan, ook nog eens (intensieve) zorg te bieden aan hun ouders. Daarnaast is de afstand tussen de woonplaats van kind en ouder vaak te groot om dichtbij adequate zorg en hulp te verlenen en krijgt het gezinsleven in de praktijk vaak voorrang. Bovendien blijkt uit onderzoek dat vier op de tien relaties tussen ouders en volwassen kinderen niet zo harmonieus zijn, een belangrijke voorwaarde voor het geven van (intensieve) mantelzorg. De overheid gaat er volgens onderzoeker en socioloog Martijn Hogerbrugge er nog te veel van uit dat familiebanden in beton lijken gegoten, terwijl in de praktijk het contact nogal eens afstandelijk en zelfs conflictueus is. Niet iedere relatie tussen ouders en volwassen kinderen kan dus aangemerkt worden als harmonieus en plichtmatig, op grond waarvan vanzelfsprekend mantelzorg geboden kan worden. Volgens Theo van Tilburg, sociaal gerontoloog aan de VU, is het in de praktijk meestal één familielid die alles doet tot hij, maar vaker zij, erbij neervalt. De kans is groot dat de mantelzorger overbelast raakt omdat ze te veel taken moet verrichten. Als de hulpbehoevende ook nog eens de hulp onvoldoende waardeert, is de kans groot dat de mantelzorger zijn/haar geduld verliest, met alle gevolgen van dien. 

Mantelzorg wordt dus in de praktijk door de overheid te veel als vanzelfsprekend gezien en als reële ‘voorliggende voorziening’. Dat is dus nog maar de vraag. De gemeente zal daarom bij de uitvoering van de WMO, nadrukkelijk faciliteiten moeten bieden aan de mantelzorger, wil zij een beroep op deze vrijwilligers kunnen (blijven) doen. Bovendien mag een mantelzorger niet ‘misbruikt’ worden als alternatief voor een betaalde beroepskracht. Wanneer een zorg- en hulpbehoevende kiest voor een PGB in plaats van zorg in natura, is het zelfs mogelijk en toegestaan een mantelzorger te betalen uit dat PGB, zo oordeelde onlangs de rechter in Breda, ook al is de mantelzorger een familielid. 

Dagbesteding
Onlangs publiceerde het Sociaal en Cultureel Planbureau cijfers, waaruit blijkt dat bijna een op vijf ouderen en mensen met een beperking niemand heeft in zijn omgeving die mantelzorg geeft. Het ontbreken aan mantelzorg en publieke hulp leidt met name bij ouderen vaak tot eenzaamheid. Steeds minder ouderen hebben een sociaal netwerk. Het zijn vooral alleenstaande ouderen die hierdoor in een sociaal isolement dreigen te geraken. Volgens Liesbeth Hogendijk van Mezzo, de landelijke vereniging voor mantelzorg, realiseren we ons niet vaak genoeg wat het betekent als je geen contact meer hebt met familie en vrienden. Daar komt nog bij dat juist deze groeiende groep mensen steeds moeilijker bereikt wordt. Uit onderzoek van het SCP komt naar voren dat 75-plussers vaker niemand hebben die voor ze kan zorgen als dat nodig is. Dat komt voor een belangrijk deel omdat ze geen partner (meer) hebben. Het is dus belangrijk dat deze groep burgers anderen kunnen ontmoeten door middel van het aanbieden van activiteitenprogramma’s, gericht op gezelligheid en aanspraak. Daar zijn dan wel accommodaties voor nodig en het beschikbaar stellen van ruimten. Het saneren van ruimten in  accommodaties op wijk- en buurtniveau draagt daar niet aan bij. 

Op dit moment wordt er in Bergen op Zoom en Roosendaal een project opgestart door de GGD West-Brabant met een interactief karakter. Ook het Cultuurbedrijf is daar bij betrokken. Ouderen kunnen in een gezellige sfeer aan de slag met kunst, muziek, dans, theater enz. Naast ontmoeting en ontspanning, goed voor de geest, wordt daarbij ook het lichaam in conditie gehouden bij het dansen. We moeten dit soort creatieve initiatieven en projecten verder stimuleren en uitbreiden ten behoeve van onze ouder wordende inwoners. 

Pas als aan deze drie belangrijke voorwaarden is voldaan kan geloofwaardig en terecht het zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen van ouderen met vertrouwen gepropageerd worden. Dan zou mijn vader hebben gezegd: “Iedereen wil oud worden, en gelukkig genieten steeds meer ouderen van het oud zijn”.

Piet van den Kieboom

 


 

| ONZE NIEUWE AANWINST ‘DE CENTRUMMOBIEL’ |   

U gaat hem regelmatig zien tijdens onze ‘huiskamer-gesprekken’

 centrum mobiel

Piet van den Kieboom