KEUZEN/ OBJECTIEF?/ SUCCES

| jaar 3 | nummer 131 |

| 23-10-2016 | 10.30 uur |


 

| KEUZEN |  

 

keuzenOp dinsdag 18 oktober was een kop in BNde Stem “Geen geld, geen grote fietsenstalling in stad”. Als de wethouder zegt: “De fiets is veruit het populairst bij mensen om naar de stad te gaan” is het voor de BSD helder.

Als we willen dat de mensen naar de stad komen, moeten we het hen gemakkelijk maken. Dus goede fietsvoorzieningen! Wij willen ook dat de stad aantrekkelijk is voor toeristen. Dus graag geen chaos door gestalde fietsen op de voor toeristen juist aantrekkelijke plaatsen. Conclusie: doe er wat aan. Het college geeft zelf aan twee locaties op het oog te hebben. College kom ermee naar de gemeenteraad en laat de gemeenteraad beslissen hoe het gefinancierd wordt. De opmerking dat de wethouder gaat bekijken of fietsers voortaan gewoon door het voetgangersgebied mogen gaan rijden, omdat de meeste fietsers zich van het huidige verbod niets aantrekken, laat zien hoe groot de onmacht is bij de gemeente Bergen op Zoom en bij de wethouder. De bezoekers van de binnenstad worden gemiddeld steeds ouder en daarmee als voetganger kwetsbaarder en dan gaan we de verblijfskwaliteit in het voetgangersgebied aantasten door het fietsen ook na 12.00 uur toe te laten. Denkt de wethouder nu echt dat dit leidt tot meer bezoekers? Ik denk tot minder en als ze al komen blijven ze korter en worden minder uitgenodigd te blijven of een winkel die gepasseerd wordt binnen te lopen. Fietsen door het voetgangers gebied, ook na 12.00 uur toe gaan staan is het verkeerde antwoord op overtredingen. Het enige goede antwoord is: handhaven!   

Louis van der Kallen

 


 

| OBJECTIEF? |  

 

voorzitterMag je van een voorzitter van een gemeenteraadscommissie verwachten dat hij objectief de commissie voorzit? Normaal gesproken zou ik zeggen: ja. In een gewone gemeente, die de democratische principes zegt hoog te houden, zou je dat mogen verwachten. Maar is dat reëel als de voorzitter als ‘neventaakje’ ook voorzitter is van een prominente coalitiefractie? Ik hoopte van wel. Maar nu weet ik beter.

In de commissie Stad en Ruimte was een, zoals de voorzitter het omschreef, complex voorstel aan de orde. Voorafgaand aan de feitelijke behandeling door de commissie, nam de voorzitter ruim de tijd om het voorstel in te leiden en waar de besluitvorming in de commissie toe zou kunnen leiden. Hij schetste vier mogelijke (behandel)scenario’s in de komende gemeenteraad. Tevens wees hij de commissie erop dat amendering schier onmogelijk was en hoe complex het zou zijn dat te regelen voor de behandeling in de gemeenteraad van 31 oktober. Hij wilde graag spijkers met koppen slaan! Dat vond ik al vreemd, want amendering is altijd mogelijk en zelden ingewikkeld of complex. De complexiteit ontstaat in dat soort gevallen bij de mogelijke uitvoering van een dergelijk geamendeerd voorstel. Wat mij nog het meest verbaasde was de sturing die de voorzitter gaf aan het behandelproces. Toen de woordvoerder van één fractie (vast toevallig een coalitiefractie) meedeelde dat hij het voorstel terug zou nemen naar zijn fractie, dus nu geen advies zou geven over welke van de vier behandelalternatieven de voorkeur had van zijn fractie, schrapte de voorzitter eigen handig één der scenario’s. Alsof dat scenario geen raadsmeerderheid meer zou kunnen halen. Hoe objectief is dat?

Een tweede waarneming van mij, vanaf de publieke tribune, was de volkomen willekeur om interrupties in de eerste termijn wel of niet toe te staan. De reglementen zijn helder: interrupties in de eerste termijn zouden we niet (meer) doen. Ook werd de woordvoerder van het college bij dit onderwerp wel heel makkelijk een derde termijn gegund. Ook al ongebruikelijk!

Wat voor mij nog merkwaardiger is, was de indringende discussie over de vraag welke milieucategorie aan de orde was bij de voorgenomen bedrijfsactiviteit? Het college vond 3.1, terwijl een deel van de raad inclusief een aantal coalitiepartijen zich hardop afvroeg of dit geen milieucategorie 2 zou kunnen of zelfs zou moeten zijn? Voor de BSD fractie is het helder. Als het college onderbouwd stelt dat het 3.1 is, neemt de BSD fractie dat ook aan. Als dat echter niet het geval zou zijn, heeft het college de gemeenteraad valselijk voorgelicht en is dat niet alleen afkeurenswaardig, maar zelfs grond voor een motie van afkeuring. De felheid waarmee diverse partijen betoogden dat het milieucategorie 2 zou moeten zijn, wekte de indruk dat zij het college verdachten van  bestuurlijke manipulatie om op oneigenlijke motieven het verzoek van het bedrijf af te moeten wijzen. Als je iets moet, kan je immers niet kiezen. Dan hoef je dus niet te kiezen en dan hoef je ook niet je keuze verder te motiveren. Kies het college de makkelijkste weg om niet te hoeven kiezen om zo de interne vrede te bewaren? Of proberen de (coalitie)partijen te laten zien dat zij wel wilden, maar het college onwillig was. De BSD was helder. Voor ons is het duidelijk: die activiteit hoort niet op die plek. Wij verschuilen ons dan ook niet achter de milieucategorie 3.1 of  2 discussie. Wij vinden het een mooi initiatief maar op de verkeerde plek!

Mocht u zich afvragen waar het raadsvoorstel overging? Het was het “voornemen tot weigering verklaring van geen bedenkingen hondensportcentrum ’t Laag te Bergen op Zoom.” Wij hopen wel dat zowel de initiatiefnemers, als de omwonenden snel duidelijkheid krijgen wat er nu gaat gebeuren. Want burgers en bedrijven hebben recht op duidelijkheid en niet op eindeloze procedures. En de raad en haar commissies hebben recht op een objectieve voorzitter.

Louis van der Kallen

 


 

| SUCCES |  

 

loempiasIn de nieuwsbrief van 21 augustus schreef ik onder andere over de ondergewaardeerde schat van een levende orde: My Nuong Dang! Een mens van vlees en bloed die op een eerlijke hardwerkende wijze probeert haar leven vorm te geven met het bakken en verkopen van loempia’s.

Haar kar paste niet in het beeld wat topman Jos Slaats van Gebri wilde creëren. Ondertussen is voor My Nuong Dang en haar loempiakraam een oplossing gevonden. Een iets andere plek. Maar iedereen die van haar producten wil genieten, weet haar en haar kar zeker te vinden. Jos Slaats kan er nu om lachen, My Nuong Dang kan er nu om lachen en wij als consumenten kunnen er nu ook om lachen. Soms helpt het een beetje aan de kast te schudden. Wij hebben daar graag een bijdrage aangeleverd. Wij wensen My Nuong Dang, Gebri en Jos Slaats veel succes op de woonboulevard en in en rond de Zeeland. 

Louis van der Kallen

 


 

| VERZONDEN BRIEVEN |

 

22-10
EX ART. 39 VRAGEN, WONINGBOUW SPECIFIEK VOOR JONGEREN, KENMERK PB/16036