HET GOEDE GEVOEL/ NIET DESKUNDIG GENOEG?/ NAAR HET EUROPESE HOF/ GOEDE VOORBEELDEN 2/ VERZONDEN BRIEVEN

| jaar 1 | nummer 24 |

| 17-08-2014 | 12.00 uur |


 

| HET GOEDE GEVOEL |

 

anton van duinkerkenIk word altijd blij als mijn gemeente het landelijke nieuws haalt, ook al is het niet gillend positief. Dit keer was het de NRC van zaterdag 9 augustus waar de schrijfster Hanna Bervoets verhaalde over haar eerste vakantie zonder ouders. Een vakantie die omschreven werd als een ’vakantie van niks naar een doodsaai Bergen op Zoom’. Ter troost: het betrof het jaar 2000.
Het enige “memorabele” was een toer langs de huizen waar haar oudoom Anton van Duinkerken had gewoond en waar zijn vriend de schrijver Joseph Roth werd opgevangen toen deze Duitsland was ontvlucht, waar zijn boeken werden verbrand. Het artikel vermeldt dat nu, 75 jaar na het overlijden van Joseph Roth, liefhebbers van hem dezelfde tocht maken langs de huizen van onze Anton omdat Roth daar heeft gelogeerd.
Hanna Bervoets komt binnenkort, op uitnodiging van boekhandel Quist, naar Bergen op Zoom om voor te lezen uit haar nieuwste boek. De reden dat ze gelijk ja had gezegd om naar Bergen op Zoom te komen was: “Bergen op Zoom voelt toch een beetje alsof het van mij is.”
Als een geboren Amsterdamse dat zegt zou dat goede gevoel toch in iedere Bergenaar moeten zitten en dat goede gevoel over zijn/haar stad, ons gemeenschappelijke eigendom, moeten vertalen naar een zorgvuldig omgaan met die stad en de openbare ruimte van die stad. Dus hou het mooi, hou het heel en hou het schoon zou ik zeggen.  

Louis van der Kallen

 


 

| NIET DESKUNDIG GENOEG? |

 

vngNa het definitief worden van mijn veroordeling, kreeg ik veel tijd omdat ik mijn lidmaatschap van het dagelijks bestuur van het waterschap Brabantse Delta moest neerleggen en mijn lidmaatschap van een aantal rekenkamercommissies bij gemeenten van rechtswege vervielen. Dat gaf qua tijd mogelijkheden om andere functies te ambiëren. Een mogelijkheid zou kunnen zijn een lidmaatschap van één van de vele commissies van de VNG (de vereniging van Nederlandse gemeenten). Een dergelijke lidmaatschap kost ongeveer vier uur per week en is onbezoldigd.
Nu na de gemeenteraadsverkiezingen van maart deze commissies opnieuw ingevuld werden was dit een unieke kans om mijn kennis en ervaring op het gebied van water en werklust ten dienste te stellen van de samenleving en het gemeentelijk waterbeheer in Nederland in het bijzonder. Normaliter bestaan die commissies bijna uitsluitend uit wethouders en burgemeesters. Maar de VNG wilde de bakens verzetten en liet de oud wethouder van Rotterdam en top ambtenaar Marco Pastors in hun opdracht uitdragen dat men niet automatisch meer zou gaan voor wethouders en burgemeesters, maar juist ook voor deskundige raadsleden en voor leden van onafhankelijke partijen. Deskundigheid en ervaring in de beleidsvelden van de commissies zou het criterium zijn op basis waarvan tot aanstelling zou worden besloten.
Ik heb veel ervaring en kennis opgedaan ten aanzien van het waterbeleid en de uitvoering daarvan. 12 jaar als statenlid en beleidsbepaler middels provinciale waterhuishoudingplannen.
Vele tientallen jaren als Algemeen Bestuurslid van een negental verschillende waterschappen en vijf jaar als dagelijks bestuurder. Toen het wettelijk nog mocht soms wel van vijf algemene besturen tegelijk over de volle breedte van ons land. Letterlijk van Domburg tot Winterswijk mocht ik mede vorm geven aan de uitvoering van het waterbeleid van Europa, het Rijk en Provincies. Meer dan 28 jaar heb ik mee gepraat over het waterbeleid en beheer in onze gemeente en bij meer dan 20 gemeenten, verdeeld over vijf provincies heb ik als onderzoeker/lid van rekenkamercommissies het waterbeleid van die gemeenten onderzocht op doelmatigheid en efficiëntie. In dit werk is ook mijn beroepsmatige achtergrond en opleiding als technisch fysicus nuttig gebleken. Ik dacht dus wel op basis van ervaring en kennis in aanmerking te kunnen komen voor een plekje in de commissie water van de VNG.
Dat bleek deze week, toen mij de samenstelling van de commissie bekend werd, niet het geval. Nu is de invulling van de VNG commissies de taak van de directieraad van de VNG.
Volgens Noordanus (burgemeester van Tilburg) in het VNG Magazine van 11 juli is de bestuurscultuur van de VNG met de nieuwe samenstelling van het bestuur en de commissies een ‘totale makeover van de VNG’ en wat de commissies betrof gaf “kwaliteit” de doorslag.
Van die ‘totale makeover’ zie ik heel weinig tot niets terug in de samenstelling van de commissies. Burgemeesters, wethouders maken met bijna 95 % nog steeds de dienst uit in de commissies. Ondanks het feit dat honderden raadsleden solliciteerden naar de ruim tweehonderd vacatures vormen zij slechts 5 % van de leden. Nu volgens Noordanus “kwaliteit de doorslag gaf” moeten we dus constateren dat die kwaliteit klaarblijkelijk onder de vele raadsleden die solliciteerden ontbrak. Voor mij wat raar. Ik ken er een aantal. Om je buiten je raadswerk en je gewone baan op te geven voor een functie die minimaal 4 uur per week extra kost en die alleen maar geld kost, moet je buitengewoon gemotiveerd zijn. Vaak is dat gekoppeld aan deskundigheid en de ervaring dat zaken anders kunnen en anders moeten. De vraag is of ze daar bij de VNG op zitten te wachten.
Ik behoor tot de afgewezene. Ik heb dus, naar het oordeel van onder andere burgemeester Noordanus, als het gaat om het beleidsterrein water, ondanks mijn ervaringen, niet de kwaliteit om in aanmerking te komen voor een benoeming. Of is het misschien wat anders. Want burgemeester Noordanus, die leiding gaf aan het selectieproces, weet heel goed wie ik ben en ik weet wie hij is. Hij is maanden lang de adviseur geweest van de gemeente Bergen op Zoom die tegen een dagvergoeding, waar een gewoon mens een maand voor moet werken, onze gemeente adviseerde over met wie de gemeente het beste in zee kon gaan om de Bergse Haven te realiseren. Kort na zijn vertrek, en toen de gemeente in zee was gegaan met de twee ondernemingen die hij aanbeval, bleek hij directeur te zijn geworden van één van die bedrijven. De gemeente claimt nu miljoenen schade bij die bedrijven. Ik heb daar vragen over gesteld, nooit beantwoord gekregen. Maar dat allemaal heeft vast geen enkele rol gespeeld bij de beoordeling of van der Kallen deskundig is of ervaring heeft met water en het gemeentelijk waterbeleid.  

Louis van der Kallen

 


 

| NAAR HET EUROPESE HOF |

 

europese hofOp 18 augustus zou de termijn, waarbinnen ik een klacht kon indienen bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, verlopen. Na het Arrest van de Hoge Raad van 18 februari had ik zes maanden de tijd te besluiten of ik een klacht zou indienen en hoe ik deze zou formuleren. In dat gedachtenproces besloot ik eerst om mijn grieven tegen het functioneren van de gemeentelijke politiek, het rechtssysteem en de wetgeving inzake geheimhouding en de gemeentelijke praktijk in deze in een brief aan de Kroon te formuleren. Een brief aan de Kroon dient behandeld te worden door de Minister die het aangaat en mijn geval de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Ronald Plasterk.
Ik stap naar het Europese Hof het Hof om te laten toetsen in hoeverre de vrijheid van meningsuiting van politici beperkt mag worden door het opleggen van een geheimhoudingsplicht en voor hoelang deze dan zou mogen gelden.
De gemeentelijke praktijk is dat stukken/dossiers geheim worden verklaard en dat die geheimhouding zelden of nooit wordt opgeheven. Dit beperkt de mogelijkheden van onderzoek naar gemeentelijk handelen door raadsleden en anderen enorm en maakt het feitelijk mogelijk dat politiek/bestuurlijk disfunctioneren langdurig ongestraft onder het tapijt kan worden geveegd. Met als gevolg: politici/bestuurders kunnen langdurig hun gang gaan zonder daarvoor ter verantwoording te worden geroepen.
Als voorbeeld de gang van zaken rond het debacle de Bergse Haven en de Markiezaten. Tientallen miljoenen verlies en de verantwoordelijken ontlopen het afleggen van publiekelijke verantwoording. Sterker nog zij krijgen nieuwe functies en krijgen bij hun afscheid vaak alle lof en een ere burgerschap mee. En de burger en raadsleden en hun opvolgers blijven met de (financiële) brokken achter. De werkelijke omvang blijkt dan pas veel later en dan wordt er door het niet verrichten van gedegen onderzoek niet geleerd van de gemaakte fouten. 
Ik heb bijna de volledige termijn van zes maanden voorbij laten gaan omdat ik hoopte op een antwoord van de minister, die mij duidelijk zou maken dat toekomstige generaties raadsleden, als ze dat zouden willen, wel de vrijheid zouden krijgen om na afloop van een project effectief onderzoek te kunnen doen en ook de inhoud van stukken, die gedurende een project om goede redenen geheim zouden moeten blijven, na afloop kunnen bestuderen en openbaar kunnen worden gemaakt. Op 13 augustus werden de stukken naar het Europese Hof verzonden. Ik had tot dat moment tevergeefs op antwoord van de minister gewacht. Er was wel een aantal malen contact geweest met de behandelend ambtenaar en op zijn verzoek heb ik aanvullende stukken verzonden. Precies op de dag (15 augustus) dat in BNDe Stem een artikel verscheen inzake mijn gang naar Europa verzond het Ministerie haar antwoord op mijn brief van 14 maart. Het antwoord van minister Plasterk bevat wel een aantal elementen die mij verheugen. Zoals: “Wel zie ik aanleiding bij gelegenheid van een volgende wijziging van de gemeentewet nader te bezien of er reden is voor enigerlei aanpassing van de regels met betrekking tot geheimhouding in de Gemeentewet; de VNG vraagt hier al enige tijd aandacht voor.” Het is geen harde toezegging, maar uit het citaat blijkt wel dat naar dit punt van mijn grieven serieus gekeken is/wordt.

Ook ten aanzien van een tweede punt waarvoor ik aandacht van de Kroon vroeg, de schuldontwikkeling bij gemeenten, is het antwoord van de minister hoopvol: “Ook ik onderken het belang van een beheersbare schuldontwikkeling bij gemeenten. Op dit moment zijn er voorstellen in ontwikkeling die erop zijn gericht dat dit aspect in de toekomst een meer prominente plek kan krijgen in het horizontale en verticale financieel toezicht.”
Ik voel me door de antwoorden van de minister grotendeels recht gedaan. Nu maar hopen dat het niet bij mooie woorden blijft maar dat het tot de noodzakelijke daden komt. 

Louis van der Kallen

 


 

| GOEDE VOORBEELDEN 2 |

 

bijenDe gemeente Bussum zet zich waar mogelijk in voor haar bijenpopulatie. Onder meer door gebruik te maken van een speciaal bollenmengsel in haar plantenbakken en meer natuurlijk groen. De bij speelt een sleutelrol in ons ecosysteem en is onmisbaar voor onze voedselproductie.
De gemeente Bussum sloot een convenant met de regionale bijen/imkervereniging om de bij beter te beschermen. Elementen van dat convenant zijn onder andere:

  • bijvriendelijk handelen
  • actief bij te dragen om de leefomgeving van bijen te verbeteren
  • onkruidbestrijding op een bijvriendelijke manier uit te voeren
  • ecologisch groenbeheer.

Zo bevordert de gemeente de biodiversiteit en helpt de gemeente er aan mee om een ook voor de mens belangrijke diersoort te laten overleven. Voor de BSD-fractie is dit een voorbeeld van een initiatief dat ook in Bergen op Zoom navolging verdient.

Onlangs heeft Brancheorganisatie VHG (Vakgroep dak- en gevelbegroeners) het position paper ‘Maatschappelijke en duurzaamheidsdoelen behalen met groene daken en gevels’ gepubliceerd. In dit document zijn de maatschappelijke baten en duurzaamheidsdoelstellingen van groene daken en gevels op een rij gezet. De afgelopen weken hebben korte en hevige regenbuien weer voor veel wateroverlast gezorgd. Op tal van plaatsen in het land kon de riolering het water niet meer aan. Huizen en winkels liepen onder water met veel schade tot gevolg. Volgens het KNMI kunnen dit soort weersomstandigheden in de toekomst vaker voorkomen. Er zijn maatregelen nodig om de schade te beperken.
In het kader van het nemen van maatregelen om in te spelen op de klimaatsverandering, zou de gemeente Bergen op Zoom realisatie van groene daken en gevels tot één van haar beleidsdoelstellingen kunnen maken.

Op Prinsjesdag presenteert minister Schultz van Haegen van Infrastructuur & Milieu het nieuwe Deltaprogramma. Hierin zijn diverse maatregelen opgenomen om het waterbeheer in Nederland naar de toekomst toe te waarborgen. Eén van de mogelijkheden in het bebouwde gebied is de toepassing van groene daken en gevels. Hiermee is het mogelijk om het water langer vast te houden en vertraagd naar de riolering af te voeren. Bovendien hebben dit soort daken een koelend vermogen. Daardoor wordt het in de zomer minder warm in gebouwen en is er minder energie nodig om deze te koelen. Niet minder belangrijk is de bijdrage van groene daken en gevels aan de bevordering van de biodiversiteit in de bebouwde omgeving. Al deze baten van groene daken en gevels staan vermeld in het position paper. Steeds meer gemeenten gaan hier mee serieus aan de slag. Laat Bergen op Zoom deze goede voorbeelden volgen en snel werk maken van dit element in het raadsprogramma.  

Louis van der Kallen 

 


 

| VERZONDEN BRIEVEN |

 

Lees hier:

12 augustus 2014 – DIVERSEN 2014-8, KENMERK LK/14052

15 augustus 2014 –  DIVERSEN 2014-9, KENMERK LK/14053