MOTIES/ GLUREN BIJ DE BUREN/ SCHRIKKEN

| jaar 3 | nummer 135 |

| 20-11-2016 | 11.00 uur |


 

| MOTIES |  

 

auvergnepolderBehandelingen van de kadernota of de begroting leiden in de gemeenteraad altijd tot een lawine van moties. Gebruikelijk is dat de BSD daar niet aan meedoet. Want het is vrijwel altijd een ‘feestje’ van de coalitiepartijen, die vrijwel gewoonlijk alleen de moties van elkaar steunen of deze gezamenlijk indienen. Traditioneel krijg ik dan, van de VVD, het verwijt dat we geen bestuurlijke bijdrage leveren bijvoorbeeld door het indienen van moties. 

Moties indienen is negen van de tien keer voor de bühne. De BSD heeft wel degelijk de gewoonte te gaan voor de inhoud. Hierbij gaan wij er vanuit dat, als het college ons meedenken op prijs stelt en de suggesties waardevol achten, deze gewoon worden overgenomen en ingevoegd in het beleid. Ook in het verleden kreeg ik met regelmaat het verwijt geen motie in te dienen. Eén keer heb ik dat verwijt gepareerd door, nadat ik vanuit het college dat verwijt kreeg, bij de begrotingsbehandeling het jaar erop met 44 moties te komen. Stuk voor stuk heel inhoudelijk. Dat werd toch ook niet op prijs gesteld maar men verweet mij tijdelijk het niet indienen van moties niet meer. 

Nu ik na de eerste termijn weer dat verwijt kreeg van de VVD dacht ik: OK laat ik nu maar eens met een paar moties komen waar de VVD, gezien hun partijprogramma moreel niet onderuit zou moeten kunnen. Een hockey motie (een sport met traditioneel een hoog VVD gehalte). Een motie over de planologische ontwikkeling van de Auvergnepolder tot bedrijven/haven terrein (staat al decennia in het VVD programma) en twee moties over de zorgelijke gemeentelijke schulden/solvabiliteit situatie (waarvoor een VVD wethouder verantwoordelijk is). 

De hockey motie kreeg, buiten de BSD alleen de steun van drie leden van de CDA fractie en van Lijst Linssen. De wethouder had immers al beloofd in gesprek te gaan. En dan sluip je als VVD en hondstrouwe coalitiegenoot gauw met de staart tussen de benen en blij met een vermoedelijk dode mus weer je hok in. De Auvergnepolder motie vond de VVD fractie wel sympathiek maar, gezien de afspraken in de coalitie, konden ze ook die niet steunen. Het zachte pluche is immers belangrijker. Je stoot immers de coalitiegenoot GBWP niet graag tegen het hoofd. De VVD is nu al meer dan 10 jaar op dit punt de gegijzelde van GBWP met als gevolg dat in Bergen op Zoom de werkgelegenheid zich slecht ontwikkeld en de werkloosheid al jaren hoger is dan nodig. Ik schreef er eerder over. Bent u werkloos of zijn uw kinderen op zoek naar werk? Weet dan dat voor een echte oplossing je niet bij de makke schapen van de VVD moet zijn, want voor hen is niet de werkgelegenheid het belangrijkste maar een wethouderszetel. Natuurlijk is GBWP (de gijzelnemer) de hoofdoorzaak van de slechte economische ontwikkeling in Bergen op Zoom.

Tot slot diende de BSD twee moties in over de zeer slechte solvabiliteit (circa 10% van het gemeentelijk bezit is niet met geleend geld betaald). Eén motie die opriep iets aan de slechte solvabiliteit te doen. Gewoon een goed voornemen, zonder harde consequenties. Eigenlijk zoals veel mensen met nieuwjaar goede voornemens uiten waar je niet echt op aangesproken kan worden. Die werd met algemene stemmen aanvaard. Maar ook een motie die de weg naar een betere solvabiliteit precies aangeeft. Die motie zou betekenen niet vrijblijvend iets roepen, maar desnoods echte keuzen maken hoe minder geld aan investeringen uit te geven. Met als gevolg dat politici in hun werk harde keuzen moeten gaan maken die de toekomst van u en uw kinderen er één met minder gemeentelijke schulden laat zijn. Die kreeg geen enkele steun van de collega’s. In je vlees snijden is pijnlijk en zeker als de echte baten pas over 15 of 20 jaar zichtbaar worden. Voor mij is het een beetje als de ondergang van de Titanic: de band speelde door. Ook in Bergen op Zoom moet het feestje doorgaan en wordt op een spelbreker, die zeurt over de financiële, economische en werkgelegenheidssituatie van Bergen op Zoom en haar inwoners, feitelijk neergekeken. Nu zuinig zijn zodat onze politieke opvolgers misschien pas na 2030 weer in de zon kunnen zitten dat geeft in de altijd positieve liberale ogen geen pas.

‘Lowieke, Lowieke je kan van ons toch niet verwachten dat we ons zelf zulke beperkingen opleggen’ is dan de verzuchting. De BSD zal steeds met het oog op de toekomst en niet alleen op vandaag en morgen beleid proberen te maken. Het positieve is dat met de algemene aanvaarding van de motie met weinig harde consequenties de collega’s wel hebben erkend dat er een probleem is dat vraagt om een oplossing. Nu nog het besef dat sommige dingen die nodig zijn pijn doen.         

Louis van der Kallen

 


 

| GLUREN BIJ DE BUREN |  

 

palAfgelopen vrijdag ben ik naar de PAL lezing geweest in het provinciehuis van Zuid-Holland over de ‘Omgevingsopgaven voor de provinciale én nationale omgevingsvisie’ gegeven door Rienk Kuiper (PBL). Ik kijk graag bij de buren wat hun plannen voor de toekomst zijn.

Een interessante lezing, waarbij mij het meest opviel dat als één der risico’s bij de vormgeving van de visies de sociale stabiliteit werd genoemd. Voor mij was het voor het eerst dat ik een topambtenaar sociale stabiliteit hoorde noemen als een risicofactor waar rekening mee gehouden zou moeten worden. Maar voor mij als raadslid, bij een gemeente met de hoogste werkloosheidscijfers van de regio, bevatte de lezing meer bijzonderheden. De senior wetenschappelijk onderzoeker Programmaleider Ruimtelijke Ordening van het Planbureau voor de Leefomgeving vertelde dat de adviezen van PBL ten aanzien van de arbeidsplaatsenontwikkeling zich richtte op multimodale locaties zoals de hele A2 zone (van Maastricht tot Amsterdam). Voor de Zuid Westelijke Delta lag het accent wat hem betreft op landbouw, natuur en water. Voor Rijnmond voorzag hij een ontwikkeling als biobased hub. De petro-chemie in het Rijnmond gebied zou grotendeels omgezet worden in biobased productie. Hierbij werd opgemerkt dat biobased chemie grote hoeveelheden landbouwproducten nodig had. Voor de productie daarvan was de Nederlandse grond, naar zijn mening, te duur. Die producten zouden van ver aangevoerd moeten worden en daarvoor was havenfaciliteit een voorwaarde. Voldoende goedkope gronden voor grootschalige productie voor biobased grondstoffen waren beschikbaar in Noord-Frankrijk. Dat betekende dat er snel gewerkt moest worden aan verbetering van de Seine-Schelde-Rijn verbinding.

  • Wat betekent het voor Bergen op Zoom dat op rijksniveau voor het Rijnmondgebied een ontwikkeling wordt voorzien naar biobased chemie?
  • Wat betekent dat voor onze plannen voor een biobased campus?
  • Is de West-Brabantse en Zeeuwse grond werkelijk te duur voor de massa productie van biobased grondstoffen?
  • Is de hoeveelheid grond voor dat soort productie ook te beperkt?
  • Wat betekent de gewenste verbetering van de Seine-Schelde-Rijn verbinding voor onze kansen op aansluiting op die waterverbinding middels en een mogelijk/noodzakelijk nieuwe haven om ook grootschalige productie van biobased producten mogelijk te maken?

Veel vragen. Maar met onze hoge werkloosheidscijfers, en de mogelijke effecten daarvan op de sociale stabiliteit van onze samenleving, is er alle reden om goed na te denken maar ook snel actie te ondernemen om onze industriële toekomst en daarmee de werkgelegenheid veilig te stellen. Voor mij is het dan extra jammer dat de Bergse gemeenteraad gegijzeld wordt door GBWP, geholpen door de VVD en het CDA, die een (haven)ontwikkeling in de Auvergnepolder blijft blokkeren. Hiermee maakt een groot deel van de gemeenteraad zich zelf mede verantwoordelijk voor de werkloosheid en toekomstloosheid van zo vele Bergenaren en eventueel voor de sociale instabiliteit die dat tot gevolg kan hebben. Het wordt tijd dat de collega’s daar eens rekening mee gaan houden! 

Louis van der Kallen

 


 

| SCHRIKKEN |  

 

trumpSoms zet een artikel in de krant je aan het denken. Zo ook het opinie artikel van Martin Sommer in de Volkskrant van 12 november met de kop: “Dan maar Trumpschiks.”

Het artikel gaat in grote lijnen over de ‘kloof tussen hoog opgeleid Nederland en laag opgeleid Nederland. De laagopgeleiden zouden zich in de steek gelaten voelen door de meer geslaagde landgenoten. Deze discussie is met de Hillary uitspraak over de ‘deplorables’ (de betreurenswaardigen) scherp gesteld. Bij het artikel zat een kaart van Nederland, waarin de NEE stem bij het Oekraïnereferendum in rood is aangegeven en de JA stem in blauw. Wat mij opviel was dat voor de woongebieden van de lager opgeleiden de schrijver verwees naar Almere Haven, Limburg, Purmerend en West-Brabant. Op de kaart zijn die gebieden/gemeenten gelegen in een volledig rood gebied. Zijn deze gebieden het hartland van de PVV? Of  komt er nu na de Trumpuitslag in de USA wel aandacht van de landelijke partijen en gekozenen voor de mensen die zich in de steek gelaten voelen en in feite door de ‘elite’ genegeerd worden. Ik voel, in de gesprekken bij mijn praatpaal, ook het veel verbreide ongenoegen in onze samenleving. Het gevoel door de politici vergeten te zijn. Mogelijk met het door mij soms gehoorde argument “omdat ze denken: ze gaan toch niet stemmen”. Trump won omdat hij de ‘deplorables’ wel naar de stembus kreeg. Bergen op Zoom en West-Brabant liggen in diep rood gebied. De seinen staan op rood. Ook de PVV overwinning op ’t Rijks kan een signaal zijn dat Trumpschiks in maart 2017 wel eens bij ons aan de orde kan zijn.    

Louis van der Kallen