MEER DAN WELKOM/ BEGROTING 2019, DEEL 2/ ERGERNISSEN – 4

| jaar 5 | nummer 237 |

| 14-10-2018 | 11.00 uur |


 

| MEER DAN WELKOM |

 

Met regelmaat bezoek ik de hoorzittingen van de adviescommissie voor de bezwaarschriften van de gemeente Bergen op Zoom in de verwachting dat ik er, ten nutte van mijn raadswerk, iets zal opsteken. Deze maand stonden onder andere op de agenda de bezwaarschriften van omwonenden en bedrijven tegen de verleende omgevingsvergunning voor de vestiging van een trampolinepark van Jump XL op het bedrijventerrein Oude Molen.

Jump XL wil in het voormalige pand van bouwmarkt Fixet een trampolinepark beginnen. De bezwaren richten zich onder andere op de mogelijke geluidsoverlast door parkeerders, de parkeerdrukte, verkeersoverlast, verkeersricico’s en privacy aspecten, zoals de mogelijke inkijk in een advocatenkantoor en bij een makelaar.

De toekomstige exploitanten straalden uit een goede verstandhouding te willen met de buren. Er werden toezeggingen gedaan om de parkeerplaatsen, gelegen aan de zijde van de buren, alleen te laten gebruiken door het personeel zodat de overlast beperkt zal worden. Aan de noordkant van het pand is ruimte voor meer parkeerplaatsen voor bezoekers. En om de angst voor inkijk weg te nemen werd toegezegd de ramen ondoorzichtig te maken en de ramen en deuren gesloten te houden tijdens openingstijden. Jump XL benadrukte dat het vooral druk zal zijn in het weekend en op woensdagmiddag. De woordvoerder namens de gemeente verwacht, ondanks de circa 50.000 bezoekers per jaar, ‘weinig toename van de overlast’. Jump XL valt immers in dezelfde milieucategorie als de eerder op die locatie gevestigde bouwmarkt. Er was één bezwaarmaker die om geheel andere redenen een bezwaar had ingediend. Jump XL mocht iets wat hij van de gemeente op Oude Molen niet mocht! Het inrichten van een deel van het perceel ten behoeve van meer dan 200 vierkante meter lichte horeca (broodjes, koeken, koffie, thee en niet alcoholische dranken). Waarom Jump XL dat wel mocht en deze exploitant van een benzinepomp niet, werd niet duidelijk. Als raadslid hoop ik dat de adviescommissie voor de bezwaarschriften hier wel een advies over aan het college zal geven. Ook al staat dit bezwaar, naar mijn inzicht, los van de aan Jump XL verleende vergunning. Hier lijkt het gelijkheidsbeginsel in het geding.

Voor mij is Jump XL met haar 50.000 bezoekers, hoewel het bestemmingsplan ervoor moest worden aangepast omdat in het bestemmingsplan leisure niet was toegestaan, meer dan welkom. Het lijkt mij voor de gemeente Bergen op Zoom en de regio een mooie aanwinst. 

Louis van der Kallen

 


 

| BEGROTING 2019, DEEL 2 |

 

De afgelopen jaren heb ik veel geschreven over de hoge schuld en over de alsmaar slechter wordende solvabiliteit van Bergen op Zoom. In 2012 was de solvabiliteitsratio nog 36 % nu nog circa 11 %. Mijn zorg voor de schuldpositie van Bergen op Zoom neemt dit nieuwe college nu ‘serieus‘, maar de solvabiliteit als bruikbaar kerngetal acht het college “maar zeer beperkt bruikbaar voor het beoordelen van de schuldpositie”. Voor de liefhebber lees mijn eerder geschreven artikelen over de solvabiliteit (2014, 2015, 2016).

Zelf denk ik dat het college het belang van de solvabiliteit bagatelliseert omdat deze wel eens negatief zou kunnen worden door het mogelijk onverhoopt meer gronden (tijdelijk) uit de verkoop moeten halen indien de verkoop achterblijft, bijvoorbeeld omdat bouwclaims niet worden afgenomen en daar door afwaarderingen moeten plaatsvinden.

Ik ben blij dat het college naar de schuldpositie is gaan kijken, nu nog op de goede manier! Bij het beoordelen van een schuldpositie is het van belang welke bezittingen er tegenover staan, waarom de schuld is gemaakt en welke feitelijke voorzieningen een gemeente te bieden heeft. Welke ‘investeringen’ zijn goed of onvermijdelijk voor Bergen op Zoom? Onvermijdelijk zijn de investeringen die voortkomen uit wettelijke voorschriften, zoals die in rioleringen en andere meer duurzame werkwijzen. Goede investeringen zijn investeringen die Bergen op Zoom die dynamiek geven die nodig zijn voor een betere toekomst. Wat die zijn is deels een politieke afweging. Zo heeft de BSD recent voor de aankoop van het IRS gebouw gestemd, ondanks dat daardoor de schulden opliepen. Door een juiste invulling van het IRS gebouw kan Bergen op Zoom op het gebied van agrofood, bio-based en HBO onderwijs opgestuwd worden in de vaart der volkeren en de samenwerking tussen de drie O’s: Overheid, Onderwijs en Ondernemingen, de broodnodige versterking krijgen. Tegenover die toename van de schuld staan straks, als gebeurt wat het college inschatte, huur en inkomsten en een versterking van onze economische structuur. De opbrengst is dan ruim meer dan de rentekosten. Hiervoor geldt de kost gaat voor de baat. De BSD heeft ook recent gestemd voor de aankoop van 4,6 hectare grond en het aangaan van een erfpachtconstructie met Protix. Dit bedrijf realiseert nu op die “mooie plek” een productielocatie met 80 á 100 banen. De transactie verhoogde weliswaar de schuldenpositie met miljoenen, maar dat is de vestiging van een dergelijk bedrijf waard. Ook hier dekken de pachtopbrengsten ruim de rentelasten en is het bedrijf een aanwinst voor Bergen op Zoom. Ook hiervoor geldt de kost gaat voor de baat.

In november 2017 stelde ik in een artikel de vraag: wat is een gezonde schuldquote? Het antwoord van het college is 90 %. De weg daarnaar  toe is in de ogen van het college van Bergen op Zoom het verkopen van gronden en vastgoed en het ontwikkelen van bedrijfsterreinen maar achterwege te laten. En tot slot het sneller afschrijven van de rioolinvesteringen en als gevolg daarvan het extra verhogen van de rioolheffingen. De vraag is dan: is dit het juiste en enige antwoord? Ik ben geneigd het antwoord te één dimensionaal te vinden. Wat weten we van onze schulden? Wat willen en wat kunnen we doen aan de toekomst van deze gemeente?

De samenstelling van onze schulden is helaas door vroegere beslissingen niet de juiste. Met schulden, ontstaan bijvoorbeeld door de aanleg en vernieuwing van rioleringen, is niks mis. Die schulden worden gefinancierd uit de rioolheffing en die mag kostendekkend zijn. Ook als de rente op zou lopen, blijven die schulden financierbaar via de rioolheffing en mogen dus indien nodig groeien. Het gemeentelijk voorstel alle riolen in 40 jaar te gaan afschrijven is dus, in mijn ogen, niet de juiste aanpak. Riolen op de Bergse Plaat en in de Augustapolder in 40 jaar afschrijven ondersteun ik wel, want hun levensduur door verzakkingen is korter dan die op ‘oude’ stabiele grond. De riolen in het oude deel van Bergen op Zoom liggen in stabiele grond en gaan ruim meer dan 60 jaar mee en die riolen versneld afschrijven is dan ook niet de goede aanpak.
De verkoop van gronden voor woningbouw is ook een goede aanpak als die verkoop en woningbouw maar passen in de plannen die we maken. Dat wil zeggen niet alleen voor de duurdere bouw (omdat dat meer opbrengt) maar ook voor sociale woningbouw. Want dat is voor een deel de behoefte van de bevolking. Ook de verkoop van gemeentelijk vastgoed, voor zover dat geen openbaar doel dient, is oké, maar om wijkhuizen te sluiten om ze te verkopen, is naar de opvattingen van de BSD niet de juiste weg. Nu lijkt het of verkoop vooral gedreven wordt om de schuld omlaag te brengen en nergens anders voor. Er zijn zelfs gebouwen verkocht onder de boekwaarde of geschatte marktprijs om toch maar snel geld te generen. Er zijn ook schulden gemaakt voor investeringen in de ‘normale’ gemeentelijke bedrijfsvoering. Zoals in wegconstructies, rotondes, groot onderhoud enzovoort. Of die altijd nodig of onvermijdelijk waren daar kun je politiek/bestuurlijke vraagtekens bij stellen. Maar op zich zelve bezien kunnen dat soort investeringen passen in een gezonde bedrijfsvoering.
Het probleem van de hoge schuld  is veroorzaakt door de grote verliezen op de Markiezaten en de Bergse Haven (nu Bergse Vesting geheten). Die verliezen hebben de schuld opgevoerd zonder dat er bezit en inkomsten tegenover staan. Die verliezen zijn deels gefinancierd uit het, in het rijke verleden van Bergen op Zoom, opgebouwde vermogen en toen dat op was door geld wat geleend werd.

Om de vraag: wat is een gezonde schuldquote voor Bergen op Zoom goed te kunnen beantwoorden, moet allereerst de opbouw van de bestaande schuld worden verhelderd op een wijze die ieder raadslid kan snappen. Grofweg:

  • Welk deel van de schuld is het geïnvesteerd vermogen in de rioleringen waarvoor rioolrechten worden geheven om deze af te schrijven en de rentelasten te betalen?
  • Welk deel van de schuld is het geïnvesteerd vermogen in publieke voorzieningen (wegen, verlichting, kades, door de gemeente in gebruik zijnde gebouwen, enzovoort) waarop wordt afgeschreven?
  • Welk deel van de schuld zit in de courante grondvoorraad voor woningen (de boekwaarde van te verkopen gronden)?
  • Welk deel van de schuld zit in de courante grondvoorraad voor bedrijfsterreinen (de boekwaarde van te verkopen gronden)?
  • Welk deel van de schuld zit in de courante waarde van verpachte gronden?
  • Welk deel van de schuld zit in de marktwaarde van te verkopen vastgoed (vastgoed dat niet in gebruik is bij de gemeente)?
  • En tot slot welk deel van de schuld is aangegaan voor de dekking van de verliezen op afgeschreven gronden?

Dan moet vastgesteld worden wat de handelsvoorraad van de te verkopen gronden voor woningen en bedrijven zou moeten zijn voor een gemeente als Bergen op Zoom, waarbij helder is dat de politiek dan eerst een keuze moet maken over wat voor gemeente we willen zijn. Een slaapstad, met een blijvende grote uitgaande pendel of een handels/industriestad met centrumfunctie voor de (wijde) omgeving met een grotere inkomende dan uitgaande pendel?

Daarna moet er een inschatting gemaakt worden van de toekomstige ontwikkelingen van de investeringen. Bij deze inschatting kunnen we een beeld krijgen van hoe de schulden zich bij het gekozen beleid ontwikkelen en welke schuldquote daarbij hoort en draagbaar is. De BSD kiest voor een handels/industriestad met centrumfunctie voor de (wijde) omgeving met een grotere inkomende dan uitgaande pendel. Dat is een keuze die past in de geschiedenis, de traditie en ligging van Bergen op Zoom. Als die keuze gemaakt zou worden is een gezonde schuldquote, in mijn beleving, te berekenen uit onder andere de optelsom van alle geïnvesteerde bedragen minus de schulden die aangegaan zijn om de verliezen te dekken (totale baten begroting/netto schulden). Daarbij worden ook betrokken schulden gemaakt of te maken voor zaken die deel uitmaken van de ‘handelsvoorraad’ gronden voor maximaal de komende 15 tot 20 jaar en de investeringen waarop afschrijvingen plaatsvinden en waarbij ingeval van een handels/industriestad uiteindelijk een solvabiliteit hoort van circa 30 %.      

De fixatie nu door het college op een schuldquote van 90 % veroordeelt Bergen op Zoom tot een toekomst als slaapstad en opvanghuis voor werklozen en mensen met een uitkering. Feitelijk is die keuze sluipenderwijs gemaakt door vrijwel geen bedrijfsterreinen meer te ontwikkelen. De fixatie nu op die 90 % leidt er toe dat de keuzevrijheid tussen verkopen of verpachten bij bedrijfsvestigingen beperkt wordt. Recent schreef ik over de achterblijvende grondverkopen ten behoeve van de woningbouw in Bergen op Zoom. Een deel van de verklaring kan zijn dat er nauwelijks nog bedrijfsterreinen beschikbaar zijn. Vorige week schreef ik in het artikel “begroting 2019 deel 1” over de slechte ontwikkeling van de werkgelegenheid. Dat wordt het lot van Bergen op Zoom voor de toekomst als we ons fixeren op die 90 %, zonder de aflossing van de schuld, aangegaan voor de financiering van de verliezen. Indien in 2008 het BSD voorstel om artikel 12 aan te vragen was gesteund, hadden we bij de verdeling van het gemeentefonds van het Rijk de afgelopen jaren totaal al tientallen miljoenen euro’s meer ontvangen die gebruikt hadden kunnen worden voor de aflossing van die schuld. Ook de dan afgedwongen verhoging van de gemeentelijke heffingen hadden geleid tot vermindering van dat deel van de schuld. Nu komen we steeds verder af van de route naar een gezonde stedelijke ontwikkeling.      

Het schuldbestanddeel, ontstaan door de verliezen, knevelt onze gemeente. Dat deel gaat niet vanzelf weg. Vooruitschuiven heeft ons tot slaapgemeente gemaakt. Als we een dynamische stad willen zijn met een toekomst, dan zullen we wegen moeten vinden om de schuld af te lossen. Niets doen is geen oplossing. Dan blijven toekomstige generaties met die schuld zitten. Zeker als de rente op zou gaan lopen, wordt het steeds moeilijker de burgers van nu en die van de toekomst te bieden wat ze mogen verlangen. Gedane zaken nemen geen keer, maar de toekomst bepalen we zelf. Alsnog artikel 12 aanvragen kan, maar de voorwaarden tot verkrijging van de ‘status’ zijn een stuk lastiger geworden. Ook zonder die status zullen we eerlijk moeten zijn en enerzijds brutaal de toekomst in moeten gaan en onze gerechtvaardigde plek als handels/industriestad op moeten eisen door nieuwe industrie en bedrijventerreinen te ontwikkelen en uiteindelijk ook de belastingen moeten durven te verhogen. Anders blijven we en gaan we steeds meer kansen missen. Hiervoor zijn bestuurders nodig die zich niet voorstaan op de lage belastingen, maar zich voorstaan op wat zij voor plannen hebben met de gemeente en laten zien wat er gerealiseerd wordt. Het gaat allereerst om de diensten die geboden worden en als afgeleiden daarvan pas wat het de burger kost.

Louis van der Kallen

 


 

| ERGERNISSEN – 4 |

 

We kunnen iedere week een rubriek vullen met ergernissen. Sommige komen op herhaling. De nieuwsbrief van 23 september bevatte het eerste ‘ergernissen’ artikeltje. Dat opende met: “Een groene golf op de Randweg die al maanden NIET meer bestaat. Waarom die verdwenen is, schijnt niemand te weten. Gemeente doe er wat aan!”

De gemeente deed er wat aan. FANTASTISCH! Jammer alleen dat afgelopen maandag, 8 oktober de lol al weer over was. WEG was de groene golf op de Randweg. Storing? Tijdelijk? Hoe vaak gaat dit gebeuren? We zullen zien. Gemeente nu graag een blijvend resultaat, een werkende groene golf.

De tweede ergernis van deze week is er één met vele voorbeelden. We zien hem in iedere wijk van Bergen op Zoom in tal van verschijningsvormen. Kleine Kragge’s bij de ondergrondse vuil-, papier, textiel- en glascontainers. Camera’s willen de burgers. De burgers die melden willen zien dat er iets gebeurt. Zeker als de meldingen gebeuren met foto’s van daders en de nummerborden worden doorgegeven. Actie, actie, actie!

Louis van der Kallen

 

STEUN ONS DOOR DE BSD FACEBOOKPAGINA LEUK TE VINDEN