| LVDK 20035 | 12-07-2020 |
Geacht college,
De wittebroodweken zijn voorbij. Het eerste bezuinigingsvoorstel van uw hand is door de gemeenteraad. Het is nu dus tijd dat we echt gaan kijken wat voor vlees er in de kuip zit. De BSD-fractie neemt haar controlerende taak dus weer op zoals we dat bij ieder college gewend zijn te doen.
In het focusakkoord is te lezen; “Wij realiseren schuldenlastreductie op zowel de korte als de langere termijn om onze gemeente in een gezonde financiële positie te brengen. Investeringen en afschrijvingen zijn in balans en de exploitatie kent een structureel overschot.” Onder “Schuldenlastreductie” op pagina 8 lezen we drie dikgedrukte sub-kopjes. Het eerste is “We brengen onze gemeente in een financieel gezonde positie”. De vragen in deze brief zijn erop gericht de transactie van de verkoop van de ‘Protix grond’ aan voornoemde doelstellingen te toetsen.
De Protix grondtransactie toetsen aan het doel van schuldreductie is eenvoudig. Als het volledige bedrag van de transactie blijvend wordt gebruikt voor aflossing van de schuld wordt aan die doelstelling voldaan. Derhalve de volgende vragen:
Hoe wordt de transactie boekhoudkundig verwerkt?
- Wordt de verkoop gezien als een desinvestering waarbij het gehele verkoopbedrag in één keer
- wordt afgeschreven op de boekwaarde?
- Wat was de boekwaarde van de gronden de dato de transactie?
In de ogen van de BSD-fractie kan en mag de opbrengst niet gezien worden als een afschrijving in de in het focusakkoord omschreven doelstelling: “Investeringen en afschrijvingen zijn in balans”.
De vraag of de transactie bijdraagt aan de doelstelling: “We brengen onze gemeente in een financieel gezonde positie” is wat lastiger te beantwoorden.
In het raadsvoorstel RVB18-0006 is te lezen: “De grond wordt aangekocht door de gemeente en vervolgens in erfpacht met een koopverplichting uitgegeven. De kosten worden gedekt door de toekomstige opbrengsten en leveren daarnaast nog een financieel positief resultaat op.”
In een erfpachtcontract ‘met koopverplichting’ is het niet ongebruikelijk op te nemen wat de verkoopprijs zou zijn als de pachter op enig moment gebruik wenst te maken van zijn aankooprecht/plicht. Dat kan na afloop van een aangegane pachtperiode, dat kan contractueel soms ook eerder op eigen verzoek.
- Hoe is de aankoopplicht/recht in het pachtcontract met Protix geregeld?
- Welke aankoopprijs is afgesproken of welke methode tot vaststelling van de prijs is contractueel vastgelegd?
Niet ongebruikelijk (voor pachtcontracten) is dat er een indexatie is opgenomen die het vaststellen van een aankoopprijs bij het inroepen van het aankooprecht/plicht regelt.
- Is een dergelijke indexatie opgenomen en wat was de dato de transactie met de provincie de aankoopprijs, volgens de eventuele indexatie, voor Protix geweest?
In het raadsvoorstel RVB18-0006 is te lezen: “kosten worden gedekt door de toekomstige opbrengsten en leveren daarnaast nog een financieel positief resultaat op.” Deze tekst duidt erop dat er een positief verschil is tussen de kosten (rente van de lening) en de (jaarlijkse) opbrengsten (de pacht).
- Hoe groot was dit jaarlijkse verschil tussen de rente kosten van de lening ad 4.725.000 euro en de jaarlijkse pachtopbrengst?
Het wegvallen van dit verschil is een nadeel voor de exploitatie van de gemeente. Daar staat tegenover een vermindering van de risico’s voor de gemeente. Want ook Protix zou in gebreke kunnen blijven.
- Als uw college haar handelswijze t.a.v. de verkoop van de Protix gronden aan de provincie zou toetsen aan voornoemde doelstellingen uit het focusakkoord, hoe zouden uw conclusies dan zijn?
In afwachting van uw reactie,
met vriendelijke groet,
namens de BSD-fractie,
Louis van der Kallen.