ZORGEN OM DE OMGEVINGSWET – 2/ GASTVRIJ?/ TECHNISCHE VRAGEN?/ OPEN DEUR ADVIEZEN

| jaar 3 | nummer 106 |

| 15-05-2016 | 10.30 uur |


 

| ZORGEN OM DE OMGEVINGSWET – 2 |  

  

jules deelder 04Op 12 mei ben ik geweest naar de “Dag van de Brabantse omgevingsvisie” in het congrescentrum 1931 in Den Bosch. Daar heb ik zowel voor mijn functie in het  waterschapsbestuur als voor mijn functie als gemeenteraadslid veel kennis opgedaan.

In de eerste presentatie vertelde een medewerker van de provincie dat de op te stellen omgevingsvisie voor Brabant een praktijk gerichte omgevingsvisie moest worden, waarin ‘de mens centraal staat’. Voor mij een beetje raar. Want het hoort, als het gaat om de omgeving van de ‘mens’, net zo zeer over de flora, fauna en het landschap te gaan. Via “Denken, Dromen, Durven, Doen” moet er een uitzicht ontstaan op 2040. Meer informatie is te vinden op www.omgevingsvisieNB.nl. Zelf heb ik het niet zo op politici of ambtenaren die aan het dromen moeten slaan over hun werk. Ik schreef er eerder over.

De tweede presentatie was door Derk Loorbach van Dutch Research Institute For Transitions (DRIFT). Hij hield een inspirerend verhaal over de “Omgeving in Transitie” van beleid naar de politiek van de ruimte. Hij memoreerde als ‘nadenker’ de Jules Deelder ‘de wat maakt het uit joh-motie’ in de Rotterdamse gemeenteraad. Hij pleitte voor het meer ruimte maken voor experimenten en de totstandkoming van een strategisch innovatie programma om:

  • ruimte te behouden
  • ruimte te bieden
  • en ruimte te maken.

Dit allemaal over de huidige politieke cycli heen. Deze zijn te kort en leiden tot een korte termijn denken, daar waar een lange termijn nodig is.

Daarna waren er nog werkbijeenkomsten, waarin veel gedroomd werd over wat de nieuwe omgevingswet mogelijk zou maken en wat de aanwezigen, vooral gemeentelijke ambtenaren aan verwachtingen hadden van ‘de Brabantse omgevingsvisie’. Op de concrete vraag wat is jullie verwachting, antwoordde in één van de werkbijeenkomsten waar ik aanwezig was 85 % “vrijheid”. Ik zag bijna dezelfde euforie als op een gemeentelijke bijeenkomst van politici over de omgevingswet. Ik schreef daar eerder over. Dit vind ik zorgelijk.

Ik heb er niet zoveel vertrouwen in. Het lijkt op eerst het zoet, we gaan weer bouwen en produceren met alle milieunadelen van dien, daarna komt het zuur. In de politiek is dat niet de betrouwbare volgorde. Politici delen graag cadeautjes uit ‘het zoet’ en laten het zuur vaak aan de volgende generatie bestuurders met vaak de gedachte ‘na mij de zondvloed’ of ‘wie dan leeft die dan zorgt’. Een soort Belgisch scenario. Hier is het lange termijn denken waar Derk Loorbach voor pleitte echt nodig.  

Louis van der Kallen

 


 

| GASTVRIJ? |  

 

Deze maand staat op de raadsagenda een raadsmededeling over het dossier “zwembaden/boulevardzone”. Onder het kopje: “gastvrijheid voor camperbezoekers” is de volgende tekst opgenomen: “Op dit moment wordt de Boulevard regelmatig gebruikt door camperaars, echter er zijn geen voorzieningen. Om tegemoet te komen aan hun wensen en het imago van een gastvrije stad  te versterken kunnen 10-15 camperplaatsen worden gerealiseerd. De locatie moet nader bepaald worden en is afhankelijk van andere ontwikkelingen in het gebied zoals het evenemententerrein, de locatie van het watersportcentrum etc.”

Nu zijn er twee locaties voor camperbezoekers die goed gebruikt worden (zie foto’s) en inderdaad er zijn geen voorzieningen. De wel op beide locaties aanwezige afvalbakken zijn helaas niet geschikt voor de aard van het bezoek (zie foto’s). De aankondiging van een mogelijke uitbreiding zou best gepaard mogen gaan met de aankondiging de voorzieningen nu wel te realiseren en vooruitlopend op de realisering van de (extra) plaatsen op de huidige locaties alvast een eenvoudige voorziening, zoals een adequate afvalbak te realiseren. Nu ervaren de omwonenden de overlast van zwerfvuil en het zicht op, met regelmaat, de bij de ondergrondse afvalcontainers geplaatste afvalzakken. 

camper 03 camper 02camper 01 camper 04

 

 

 

 

Louis van der Kallen

 


 

| TECHNISCHE VRAGEN? |  

  

mesthoopSinds enige tijd is in de gemeenteraad afgesproken dat er, voorafgaande aan de eerste beeldvormende bijeenkomst, schriftelijk technische vragen gesteld kunnen worden. Ook in die bijeenkomst kunnen technische vragen gesteld worden.

Een fractie als de VVD, vol met jong ambitieus talent, stellen keurig de meeste van hun ‘technische’ vragen vooraf schriftelijk. Maar niet iedereen is zo bedreven als zij in het schriftelijk formuleren van vragen. Dus gebruiken die ‘minkukels’ de eerste beeldvormende bijeenkomst om hun vragen mondeling te stellen. Dit tot ergernis van delen van de VVD fractie, die vindt dat iedereen zijn technische vragen schriftelijk zou moeten stellen. Dat is immers ‘afgesproken’. De VVD’ers voelen zich dan geroepen om alsnog ook nog een aantal vragen te stellen. Want stel je voor dat de aanwezige pers alleen oog zou hebben voor de mondeling gestelde vragen van de ondertussen ‘verachte’ in plaats van ‘geachte’ politieke concurrentie. Het vanuit de VVD komende gebrom stijgt helemaal tot grote hoogte als die verachtelijke domme collega’s de euvele moed hebben om een vraag te stellen die wel erg veel lijkt op een eerder door de VVD gestelde vraag. Binnen de VVD is dan de verongelijktheid bijna van Babylonische omvang. Zeker naar de voorzitster die het allemaal maar toelaat. Het omgaan met elkaars bestuurscultuur en wel of niet aanwezige kwaliteiten of het gebrek daaraan is moeilijk, zeker voor sommige leden van de VVD fractie, die mede in het kader van hun persoonlijke ambities vinden dat de politiek in Bergen op Zoom moet professionaliseren. Zijn zij het immers en de rest is eigenlijk een soort dom volk.

Wat ook steeds pijnlijk blijft is de vraag: wat is een technische vraag? In een politiek systeem is naar mijn gevoel bijna elke vraag per definitie een politieke vraag. Wat ook een vraag is, is wat etaleer je als je een wel of niet technische vraag stelt? Ben je dan slim? Of juist een beetje dom, want je hebt het niet begrepen of je weet er te weinig van? Of stel je een vraag om iets politieks te suggereren? Het onderscheid is moeilijk. Nu had de club, die dit allemaal in het kader van bestuurlijke vernieuwing verzonnen heeft, dit voorzien. Er was dan ook afgesproken dat alleen ambtenaren, die geacht worden geen politiek te bedrijven, de vragen zouden beantwoorden. Ook die afspraak is afgelopen donderdag op de grote Bergse mestvaalt der bestuurlijke geschiedenis terecht gekomen. Zonder dat de voorzitster hem tot de orde riep, nam op enig moment wethouder Arjan van der Weegen ook plaats achter de tafel waarachter de ambtenaren zaten om de vragen te beantwoorden. En plotseling werd daarmee alles wat besproken en gevraagd werd politiek. Ik zat de hele avond op de publieke tribune tussen drie wethouders. Alle drie zaten soms op hete kolen, omdat ze popelden om de vragen te beantwoorden, of zich ergerden aan de ambtelijke antwoorden en omdat het vermoedelijk in hun ogen toch allemaal flauwekul was. Mogelijk omdat de antwoorden van de schriftelijk gestelde vragen misschien wel in concept ambtelijk waren beantwoord, maar wel via hun wethoudersogen richting raad waren gegaan. En dat is nou precies de reden dat sommige raadsleden graag rechtstreeks horen wat de echte, niet gesouffleerde antwoorden van ambtenaren zijn. Zullen we toch maar weer overwegen normaal te gaan doen en erkennen dat iedere vraag van een politicus per definitie politiek is?

Louis van der Kallen

 


 

| OPEN DEUR ADVIEZEN |  

 

open deurRecent is verschenen een adviesnota van de Raad voor het Openbaarbestuur ( ROB) met de prachtige titel: “De verbindende rol van het raadslid in een vitale democratie”. Nu word ik meestal niet zo warm van de nota’s van de ROB. Het barst altijd van de open deuren of adviezen waar ik al lang naar handel.

Zo beveelt de ROB raadsleden aan om meer volksvertegenwoordiger te zijn. Of nog mooier: de ROB adviseert gemeenteraadsleden vol in te zetten op de verbinding tussen ‘raad en straat’. Nu heb ik het idee dat ik dat al vele jaren doe met mijn praatpaal op het Zuivelpleintje.

Het ‘mooiste’ vond ik het advies: “Voorkom overmatige politisering. Juist de lokale democratie wordt traditioneel gekenmerkt door een focus op pragmatische oplossingen. Door diverse oorzaken is deze focus op veel plaatsen onder druk komen te staan; voorkom Haagse mores. Dat ondergraaft het vertrouwen van burgers in het lokaal bestuur. Burgers zien meningsverschillen liever opgelost.”

Een waarheid als een koe! Maar het was die zelfde ROB die rond het jaar 2000 met het advies kwam ook het gemeentebestuur duaal te maken. Dit leidde uiteindelijk tot de Staatscommissie Elzinga en de nieuwe gemeentewet. En tot een afrekenmentaliteit in gemeenteraden en daarmee tot overmatige politisering.

Mijn ‘probleem’ is dat ik al meer dan 30 jaar meedraai. En daardoor weet hoe het voor de dualisering van het gemeentebestuur ging. Er was meer een sfeer van we doen het als raad en college samen. Wat mij betreft gaan we snel weer terug naar het oude systeem. Dat was nog goedkoper ook want de wethouders bleven toen lid van de gemeenteraad. In Bergen op Zoom zou dat betekenen vier of vijf (afhankelijk van het aantal wethouders) raadsleden minder.

Louis van der Kallen

 


 

| VERZONDEN BRIEVEN |

 

10-05
EX ART. 39 VRAGEN, GREEN DEAL LANDSCHAPSPARK BERGSCHE HEIDE, KENMERK LVDK/16017

 


 

| BEANTWOORDE BRIEVEN |

 

26-02
VRAGEN EX ARTIKEL 39, HUREN, KENMERK LVDK/16008

ANTWOORD, KENMERK U16-003495


24-03
EX ART. 39 VRAGEN: DREIGEND TEKORT AAN HBO-VERPLEEGKUNDIGEN, KENMERK AP/PVDK/16010

ANTWOORD, KENMERK U16-005420


02-04
EX ART. 39 VRAGEN: MIDGETGOLFBAAN MEILUST, KENMERK PVDK/16011

ANTWOORD, KENMERK U16-006710


22-04
EX ART. 39 VRAGEN HOEZO ERFGOED, KENMERK LVDK/16015

ANTWOORD, KENMERK U16-008517