KORTZICHTIGHEID/ (NATTE-ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 26: WAT IS DE WAARHEID 6

| jaar 2 | nummer 60 |

| 12-04-2015 | 09.00 uur |


 

| KORTZICHTIGHEID |  

 

beckers 01Härtel schreef in “Bergen op Zoom, proeve van een sociaal-geografische stadsanalyse” over hoe in Bergen op Zoom de industrie tot 1961 zich ontwikkelde tot een op de metaalindustrie gespecialiseerde stedelijke economie en hoe de bevolking zich op een toekomst in die industrie oriënteerde. Met voor die tijd grote gieterijen, machinefabrieken, metaalconstructiebedrijven en bedrijven voor metalen consumentengoederen zoals haarden. 

Hij stelde toen: “dat specialisatie een noodzaak is en dat daarom de specialisatie in de Bergse nijverheid een niet genoeg gewaardeerd verschijnsel is.” Ook boog hij zich over de mogelijke oorzaak. “Misschien is de eenzijdigheid van de Bergse industrie ook mede veroorzaakt door een factor, welke bestaan niet bewijsbaar is en die nooit in de literatuur genoemd wordt, maar die met klem door zich als insider voordoende personen benadrukt wordt, namelijk de factor, dat een groepje invloedrijke lieden uit de metaalindustrie de vestiging van andere industrieën verhinderd zou hebben door beïnvloeding van de gemeentepolitiek”. “In het geval van Bergen op Zoom moet men deze bewering meer als een uiting van een bepaalde mentaliteit zien, die wellicht van grotere betekenis is geweest. Men zou haar, wat de minder aangename kant ervan betreft, kortweg kunnen bestempelen als een onbarmhartige en kortzichtige opvatting, die in sterke mate verlammend werkt op vele zich ontplooiende activiteiten. Diezelfde houding is bij de onteigening van de tuinbouwgronden aan de oostzijde van de stad een belangrijke factor geweest, n.l. in een conflict, dat tussen de gemeente en een aantal tuinders tot het uiterste werd doorgezet. Het gevolg was, dat niet alleen de stadsuitbreiding stagneerde, maar wat nog erger was, dat de industrieterreinen pas klaar waren, toen de eerste golven van de na-oorlogse industriële expansie reeds voorbij waren. Bovendien was de prijs van deze industrieterreinen door de gevolgde procedures zo hoog geworden, dat voor menige industrie de vestiging niet meer aantrekkelijk was.”

Feit was dat met name in die periode Roosendaal versnelde in haar uitbreidingen en Bergen op Zoom zich zeker na de ineenstorting van de metaalindustrie, beginnende met het faillissement Beckers, een tijd tegemoet ging van stagnatie.  

De vraag is: missen we nu weer kansen als we ons éénzijdig richten op bijvoorbeeld bio-based technologieën? Ik denk het niet. Wel is het zo dat door kortzichtigheid en toegeven aan de lobby van een beperkt deel van de bevolking (Halsteren) er mogelijk kansen worden gemist. Bijvoorbeeld door de ontwikkeling van de Auvergnepolder tot een modern industrieterrein met havenfaciliteiten keer op keer uit te stellen, omdat één fractie dat niet wil om haar Halsterse achterban te plezieren, hetgeen een ernstige belemmering is om de noodzakelijke werkgelegenheid aan te trekken. Een ‘nieuwe’ onderzoeker als Härtel zal dat in de toekomst bij een analyse over onze tijd best eens kortzichtig kunnen noemen.  

Louis van der Kallen

 


 

| (NATTE-ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 26 |  

 

Wat is de waarheid? – 6   

 

quaggaDe landsregering heeft de “ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer” vastgesteld en daarmee het voornemen kenbaar gemaakt een beperkt getij terug te brengen in het Volkerak-Zoommeer en deze wateren op termijn te verzilten.   

In het kader van het schriftelijk overleg over de ontwerp-rijksstructuurvisie hebben Tweede Kamer fracties aanvullende schriftelijke vragen gesteld, die door de Minister van Infrastructuur en Milieu, Schultz van Haegen, aanvullend zijn op 9 maart 2015 beantwoord.

In deze aanvullende beantwoording gaat een heel hoofdstuk over de waterkwaliteit met een aantal aardige teksten, zoals: “De Commissie voor de milieueffectrapportage heeft geadviseerd om in een aanvulling op het MER een nadere, meer gekwantificeerde beschouwing te geven van de negatieve en positieve gevolgen voor de natuur. Deze aanvulling wordt conform het advies opgesteld. Het advies van de commissie laat onverlet dat met beperkt getij op de Grevelingen zout water in het Volkerak-Zoommeer met beperkt getij de waterkwaliteit op orde kan komen.”

In deze tekst is het gebruik van het woordje ‘kan’ opvallend. Het ministerie erkent met het gebruik van het woordje ‘kan’ dat ook met verzilting het bereiken van de KRW doelen niet zeker is. Want anders stond er wel het woordje ‘zal’.  

Een andere opvallende tekst is die op pagina 11 en 12:

“Op grond van de monitoring in de afgelopen jaren kan een prognose worden opgesteld of de maatstaven voor de KRW kunnen worden gehaald. Die monitoring wordt voortgezet en biedt ruimte voor bijstellen van maatregelen zoals het Nitraatactieprogramma. De stand van zaken is dat in de huidige zoete situatie de prognose is dat de gehaltes aan stikstof en fosfaat in het Volkerak-Zoommeer tot 2021 te hoog blijven om te voldoen aan de eisen voor stilstaande zoete meren. De aspecten waterflora, macrofauna en vis voldoen nu niet en volgens de prognose ook niet in 2021. Voor algen en doorzicht laten de meest recente meetgegevens zien dat weliswaar op dit moment voldaan wordt aan de maatstaven van de KRW, maar dat dit vermoedelijk te danken is aan de opkomst van de quaggamossel. Omdat het volgens deskundigen onzeker is hoe het meer zich zonder ingrijpen zal ontwikkelen zijn in het MER twee scenario’s gehanteerd met meer/minder succes van de quaggamossel. Als de quaggamossel zich permanent en in voldoende mate kan vestigen kunnen de aantallen algen en het doorzicht blijvend verbeteren. Bij het scenario waarbij de quaggamossel in aantal terugloopt, lukt dit niet of onvoldoende. In beide scenario’s blijft het uitvoeren van emissiebeperkende maatregelen de komende jaren nodig.”  

In deze tekst is de erkenning te vinden dat voor algen en het doorzicht het Volkerak-Zoommeer voldoet aan de maatstaven van de KRW. Helder is ook voor ondergetekende dat op het terrein van de nutriënten zoals fosfaten en nitraten de KRW doelstellingen in 2021 en vermoedelijk ook in 2027 niet zonder extra maatregelen gehaald zullen worden. Maar dat is voor misschien wel 90 % van de KRW wateren in Nederland het geval. Die gaan we dan toch niet allemaal verzilten?

Er is wel al veel gebeurd en de gehaltes nutriënten zijn al fors gedaald (zie ook Natte 15). Ondergetekende erkent dat nadere emissiebeperkende maatregelen nodig zijn om de KRW doelen te bereiken. Wel betwijfel ik ten zeerste of de KRW doelen voor het volle landje Nederland ooit bereikbaar zouden kunnen zijn. Onze deltawateren zijn het afvoerputje van Europa en de KRW doelen zijn meer fictie dan realiseerbaar. Misschien zou onze overheid ook moeten gaan werken aan de aanpassing van die KRW doelen die voor ons kleine volle landje onhaalbaar zijn in plaats van arbeid en geld steken in de verzilting van een grote zoetwatervoorraad. 

Voor Ons Water en de BSD is het helder: de onnodige verspilling van geld en de vernietiging van de mooie natuur kan nog voorkomen worden. Stop de verzilting. Teken de petitie via https://www.petities24.com  

Louis van der Kallen

 


 

| VERZONDEN BRIEVEN |

 

10-04
WATERLOKET, KENMERK LK/15018 


06-04
VRAGEN EX ARTIKEL 39 EN EEN WOB MARKIEZAAT CONTAINER TERMINAL, KENMERK LK/15017

 


 

| BEANTWOORDE BRIEVEN |

 

15-03
DRAINVOEG, KENMERK LK/15015

ANTWOORD, KENMERK U15-005499


02-03
VRAGEN EX ARTIKEL 39 RESULTATEN GEMEENTE ALS BANK, KENMERK LK/PVDK/15013

ANTWOORD, KENMERK U15-004950