UITVOERINGSPROGRAMMA – 2/ BEZOEK COMMISSARIS VAN DE KONING/ COALITIE = OPPOSITIE/ (NATTE-ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 20: WAT IS DE WAARHEID? – 3

| jaar 2 | nummer 54 |

| 01-03-2015 | 10.00 uur |


 

| UITVOERINGSPROGRAMMA – 2 |  

 

kinderarmoedeHet college heeft een uitvoeringsprogramma gemaakt. Het programma
laat zien wat het college in 2015 voornemens is te gaan doen. 23 van de 99 genummerde acties zijn in deel 01 van het stuk voor 2015 nader uitgewerkt.
 

Onder de actiepunten 18 en 19 is te vinden: “Om armoede terug te dringen (met speciale aandacht voor terugdringing van kinderarmoede en discussie kwijtscheldingsbeleid) wordt het armoedebeleid uitgebreid geëvalueerd.” “Afhankelijk van de uitkomsten zal al dan niet een raadsvoorstel voor aanpassing van het armoedebestrijdingsbeleid worden voorbereid.”

Voor de BSD is het helder dat, gezien de snel toenemende armoede en de toename van het aantal huishoudens met ernstige schuldenproblemen , het beleid moet worden aangepast en meer gericht moet worden op het aanpakken van de schuldenproblematiek zodat die huishoudens hun huishoudboekje en hun toekomst weer op de rails krijgen.  

Uit de actiepunten 31 en 59 blijkt dat het college erkent dat de aantrekkelijkheid van het winkelgebied moet worden verbeterd (31) en dit mede moet gebeuren door versterking van de MKB bedrijven in dat gebied (59). Maar het college heeft in dit kader al voorgesorteerd. Het heeft gekozen voor een “compact” winkelgebied. Dat vinden wij vooralsnog te snel geconcludeerd.

De BSD onderschrijft de insteek dat er op korte termijn een notitie moet komen over wat wij willen met het winkelgebied. Maar of dat beperkt moet worden tot een deel van het winkelgebied, wat het college het ‘kernwinkelgebied’ noemt, daarover twijfelt de BSD fractie nog. De kracht van Bergen op Zoom nu en in de toekomst is de kwaliteit van de bebouwing in grote delen van de binnenstad. Juist veel van de monumenten in ons centrum bevinden zich in, wat welgenoemd wordt, de aanloopstraten. Misschien is het juist wel nodig om de spreiding te behouden om bepaalde typen ook op verkoopgerichte bedrijfsactiviteiten in de binnenstad te behouden en uit te breiden in de leegstaande en leegkomende panden. Dat kan een geheel andere aanpak van de leegstand vergen. In combinatie met vastgoedeigenaren zou bekeken kunnen worden hoe de aantrekkelijkheid ,voor andere dan de gebruikelijke gebruikers, verbeterd kan worden, zodat de variëteit in het pandgebruik kan toenemen.

In de toekomst zal op leegstaande panden afgeschreven moeten worden. Want zonder huurders zijn de panden (op termijn) minder waard. Dan ontstaan er mogelijkheden voor andere typen van bedrijfsactiviteiten. Hierbij zouden lokale producties bijvoorbeeld met 3D printen of een veelheid van cultuuruitingen tot de mogelijkheden kunnen gaan behoren. De economie ontwikkelt zich mogelijk naar een economie waarin diensten belangrijker worden en door dalende arbeidskosten er meer ruimte gaat ontstaan voor de lokale producties. De ideeën voor de promotie van streekeigen producten kan hier op aansluiten.

Recent heb ik gelezen: “Bergen op Zoom, proeve van een sociaal-geografische stadanalyse door E. Härtel, uit 1961”. Het is de moeite waard om de daarin beschreven geschiedenis in sociaal-geografische termen van onze stad eens te beschouwen om inspiratie op te doen van onze kracht, zwaktes en mogelijkheden door de eeuwen heen, voor de toekomst van onze binnenstad. In toekomstige artikelen in onze nieuwsbrief gaan wij hier zeker op terugkomen.

Louis van der Kallen

 


 

| BEZOEK COMMISSARIS VAN DE KONING |  

 

CvKOp donderdag 26 februari bracht de commissaris van de Koning, Wim van de Donk, een bezoek aan Bergen op Zoom. Onderdeel van dat bezoek was een gesprek met de fractievoorzitters. Ondanks dat het gesprek overdag was, had iedereen zich er voor vrijgemaakt.  Gespreksonderwerpen waren: de raadsbrede zorg over de externe veiligheid, in het bijzonder Doel en de regionale ontwikkelingen van de arbeidsmarkt.

De CvdK en de provincie volgen de ontwikkelingen rond de kerncentrale in Doel en de mogelijke opslag van radioactief afval nabij Mol en leveren daaromtrent hun bijdrage in kennis en bestuurlijke invloed in hun contacten.

Ten aanzien van de ontwikkelingen van de arbeidsmarkt en de belemmeringen die er zijn op het gebied van grensarbeid zijn er vanuit de provincie initiatieven om de belastingtechnische problemen, zoals de dan mogelijk optredende problemen met de hypotheekaftrek, op de politieke agenda van de landsregering en van de Benelux te krijgen.

Bij opmerkingen over het wel of niet of voldoende meebetalen van gemeenten in de regio aan de activiteiten rond de herplaatsing van de ontslagen als gevolg van de sluiting van Philip Morris, wilde de CvdK graag de namen en rugnummers. Een eindconclusie van dit deel van de discussie was dat de contacten en bestuurlijke inzet op de samenwerking in de Delta regio, inclusief Vlaanderen, verdieping verdienen. 

Louis van der Kallen

 


 

| COALITIE = OPPOSITIE |  

 

Het lijkt wel of de gebruikelijke rollen in de gemeenteraad oppositie/coalitie zijn omgedraaid als het gaat over de bescherming van of het vertrouwen hebben in de wethouders. Enkele voorbeelden uit de laatste drie raadsvergaderingen.

In december 2014, bij de bespreking van de verordeningen in het kader van de participatiewet, probeerde Lijst Linssen, met steun van de VVD wethouder, van der Weegen (GBWP) te knevelen middels een amendement. Door de tegenstem van de BSD haalde dit amendement het niet.

In januari was er de motie over de tijdelijke opvang van vluchtelingen, die tegen de wil van wethouder Kammeijer-Luycks en haar partij door de andere coalitiepartijen werd door gedrukt. Alleen haar eigen partij D66 en de voltallige oppositie steunden haar.

In februari was het weer raak. Lijst Linssen diende een amendement in dat in de ogen van de oppositie wethouder Coppens de duimschroeven aandraaide rond de belastingsamenwerking. Alleen Lijst Linssen stemde voor dit amendement. Tevens was er een motie door Lijst Linssen ingediend, die wethouder Coppens uiteindelijk acceptabel vond. De voltallige oppositie las een aantal overwegingen in die motie toch anders. Zij zagen er elementen in van een motie van wantrouwen. Ook viel het hen op dat om twee externe onderzoeken werd gevraagd. Dus onderzoeken door anderen dan gemeentelijke medewerkers, zonder dat daar budget voor is. Toen ondergetekende aan de wethouder vroeg waar het geld vandaan kwam, was zijn antwoord dat het geen geld behoefde te kosten. Hoe onnozel kan het zijn? Of zijn dit soort ‘duale’ discussies alleen voor de bühne en hebben de coalitiepartijen afgesproken om de beurt een wethouder het leven zuur te maken, om vooral te laten zien dat niet alleen de niet-coalitiepartijen kritisch kunnen zijn maar ook zij? Of is de coalitie los zand? Of is het vooral Lijst Linssen die het niet helemaal begrijpT? Want tot nu tot zijn zij steeds de aanstichters van dit ‘duale’ wethoudertje pesten van de geachte concurrentie. Of is het dadelijk de beurt aan de VVD om volgens afspraak straks wethouder Linssen voor de bühne tegen de schenen te stoppen? We zullen zien.

Louis van der Kallen

 


 

| (NATTE-ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 20 |  

 

Wat is de waarheid? – 3  

 

oestersDe landsregering heeft de “ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer” vastgesteld en daarmee het voornemen kenbaar gemaakt een beperkt getij terug te brengen in het Volkerak-Zoommeer en deze wateren op termijn te verzilten.  

In het kader van het schriftelijk overleg over de ontwerp-rijksstructuurvisie hebben de Tweede Kamer fracties van de VVD, de PvdA, de SP en het CDA schriftelijke vragen gesteld, die door de Minister van Infrastructuur en Milieu, Schultz van Haegen, zijn beantwoord.

In de komende afleveringen van (natte/zoute) droom of nachtmerrie zal ik de inhoud van die antwoorden nader beschouwen.  

Op pagina 2 van het antwoord is gesteld: “De uitgevoerde analyses in het kader van de MKBA leiden wel tot de conclusie dat er substantiële mosselbaten zijn omdat het terugbrengen van getij op de Grevelingen en zout en getij op het Volkerak-Zoommeer kweekcondities voor schelpdieren (met name mosselen en oesters) creëert, die vergelijkbaar zijn met die van vóór de Deltawerken.” De vraag is of dit waar kan zijn? Voor de Deltawerken was het zoutgehalte  van de Oosterschelde, de Krammer, het Vokerak en wat nu het Zoommeer is, aanzienlijk lager. Ook was het water voedselrijker omdat zoet voedselrijk Rijn en Maas water deze wateren bereikte en voor een zoet/zout overgangsmilieu zorgde. Het komt mij voor dat hier de wens de vader van de gedachte is.  

Op pagina 4 van het antwoord is gesteld: “De zoetwatermaatregelen maken onderdeel uit van het pakket maatregelen behorend bij Deltabeslissing Zoetwater. Deze maatregelen zijn geprogrammeerd en geagendeerd in het kader van het Deltafonds. Daarbij is alleen sprake van een financiële bijdrage van regionale overheden en dus niet van een separate bijdrage van ondernemers.” Dit is een deels misleidend antwoord. Als regionale overheden een bijdrage leveren, zal die zich altijd vertalen naar hogere belastingen. Soms is dat zelfs één op één het geval. Bijvoorbeeld hoe een eventuele bijdrage door het waterschap vertaald zou worden in de tarieven. Als het waterschap in het kader van de zoetwatervoorziening voor de landbouw geld investeert, zal dat rechtstreeks en volledig doorwerken in de tarieven (hectareheffing) voor de landbouwers. Dus ook al betaalt het waterschap, uiteindelijk betalen dan de landbouwondernemers dit voor de volle 100 % terug. Dus dat ondernemers geen ‘separate’ bijdrage leveren is op papier juist, maar in harde euro’s op termijn feitelijk een onwaarheid.  

Op pagina 5 van het antwoord is gesteld: “De waterkwaliteit in de Grevelingen verbetert autonoom niet. Voor het Volkerak-Zoommeer is er de afgelopen jaren wel sprake van een lichte verbetering van de waterkwaliteit. Dat komt door de dalende nutriëntenbelasting (fosfaat en stikstof) vanuit de omringende wateren en gebieden. Deze daling is het gevolg van de uitvoering van de Nitraatrichtlijn en de emissiewetgeving die onder de Kaderrichtlijn Water valt. De prognose is echter dat de gehaltes aan nutriënten in het Volkerak-Zoommeer in ieder geval tot 2021 te hoog blijven om te voldoen aan de eisen die de Kaderrichtlijn Water aan stilstaande zoete meren stelt.” Het antwoord klopt, maar toch is enige relativering op zijn plaats. Impliciet erkent het antwoord dat de gehaltes aan nutriënten vermoedelijk blijven dalen. Bij de waterkwaliteit is echter geen sprake van “een lichte verbetering van de waterkwaliteit” maar van een forse! (zie natte 15). Het is juist dat de kans groot is dat tot 2021 de KRW eisen niet gehaald zullen worden. Maar dat is voor misschien wel 90 % van de KRW wateren in Nederland het geval. Die gaan we dan toch niet allemaal verzilten??  

Voor Ons Water en de BSD is het helder: de onnodige verspilling van geld en de vernietiging van de mooie natuur kan nog voorkomen worden. Stop de verzilting. Teken de petitie via https://www.petities24.com  

Louis van der Kallen

 


 

| VERZONDEN BRIEVEN |

 

23-02
VRAGEN EX ARTIKEL 39 RESULTATEN WATERKRING WEST, KENMERK LK/15012