HORENDE DOOF?/ DIT VRAAGT OM EEN REACTIE/ DE INTEGRALE UITVOERING VAN WMO EN PARTICIPATIEWET/ MEEDOEN!

| jaar 4 | nummer 147 |

| 12-02-2017 | 12.00 uur |


 

| HORENDE DOOF? |

 

Recent was de jaarlijkse beeldvormende bijeenkomst van de gemeenteraad met als thema ‘Wonen & Volkshuisvesting’. De bijeenkomst betrof een toelichting en dialoog aan de hand van een presentatie over (de uitvoering) van het gemeentelijk woonbeleid, het woningbouwprogramma (ontwikkeling van de woningvoorraad) en over de gemaakte prestatieafspraken met woningcorporaties zoals Stadlander.

Er waren ook vertegenwoordigers van Tante Louise, de jeugdraad en ouderenorganisaties die een korte reflectie en hun visie konden geven op de presentaties. De gemeentelijke vertegenwoordigers presenteerden hun visie op het woningbouwprogramma onder de slogan  ‘de complete stad’ met de aanname dat er tot 2030 150 tot 250 woningen per jaar gebouwd zullen gaan worden en stelden dat het bouwplan realiteitszin liet zien. De vraag is dan: is dat zo? In 2014 werden er 53 woningen toegevoegd aan de voorraad. In 2015: 73 woningen en in 2016: 262 woningen. De verwachting is dat het er in 2017 tussen de 150 en 250 zullen zijn. De nieuwbouw van Stadlander is hierin niet meegeteld, omdat Stadlander ongeveer in gelijke aantallen sloopt en bouwt. De bevolkingsaantallen lopen al een paar jaar terug. Zelfs in een jaar (2016) dat er 262 woningen aan de voorraad werden toegevoegd, nam de bevolking af!

Mijn eigen waarneming is dat nieuwe koopwoningen de afgelopen jaren vooral gekocht zijn door mensen die al in de gemeente woonden. Dat is verkoop die vooral gevoed wordt door de lage rente en de wens (voor hen die het kunnen betalen) tot een betere/grotere woning op een mooie locatie. Volgens Brabant Kennis zal de bevolking van de gemeente Bergen op Zoom geleidelijk toenemen, tot er rond 2030 een maximum is bereikt van circa 67.700 inwoners. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek blijft de bevolking ‘redelijk stabiel (-2,5% tot 2,5 %).

Ton Ringersma (directeur van Stadlander) maakte voor mij de opmerking van de avond waar, vreemd genoeg, niemand op reageerde. Hij zei: “de woningmarkt is in balans”. Hij waarschuwde voor leegstand! Zelf voegt Stadlander geen woningen toe aan de bestaande voorraad (slopen en nieuwbouw in evenwicht). Stadlander laat hiermee zien dat zij handelen naar hun eigen analyse van de woningmarkt (“de woningmarkt is in balans”). De gemeente blijft echter bij krimpende bevolkingsaantallen hopen, in mijn visie tegen beter weten in, op voortgaande verkoop. Zonder die hoop zouden er nog meer verliezen op de gemeentelijke bouwgronden genomen moeten worden en de gemeentelijke financiële situatie zou dan nog verder verslechteren. Ze blijven in het stadhuis dus nog steeds horende doof.

Louis van der Kallen

 


 

| DIT VRAAGT OM EEN REACTIE |

 

Met belangstelling heb ik het interview met Barry Jacobs, kandidaat voor de VVD bij de komende Tweede Kamer verkiezingen gelezen in de Bergen op Zoomse Bode van 21januari j.l. Een goed artikel waarin hij terecht een aantal relevante maatschappelijke vraagstukken aan de orde stelt.

Zijn visie op regionale samenwerking deel ik volledig. Op deze website staat er nog een artikel van mijn hand, waarin ik pleit voor een vergaande regionale samenwerking op het gebied van werkgelegenheid. Ik ben voorstander van een actieve aquisitie gericht op vestiging van bedrijven in de regio met behulp van een regionaal grondbedrijf. Bij de opening van het oncologisch centrum van het Bravis Ziekenhuis in Roosendaal, heb ik een artikeltje geschreven voor onze website, als reactie op de inleidingen van de Commissarissen van de Koning van Zeeland en Noord-Brabant. Daarin pleit ik voor de vestiging van een (dependance van) HBO-techniek en zorg. Dus wat dat betreft staan wij aan dezelfde kant als het gaat om kansen die regionale samenwerking biedt.

Waar ik meer moeite mee heb is zijn opmerking over het feit dat er veel politieke energie verloren gaat aan de verkeerde dingen. Daarbij geeft hij ook een aantal voorbeelden. Zaken waar de BSD-fractie inderdaad noodgedwongen veel energie in heeft gestoken, de afgelopen periode en daar was ook alle reden voor. Het is dit college, waar ook de VVD in vertegenwoordigd is, die in deze dossiers geklungeld en gerotzooid heeft. Een college dat door o.a. de BSD-fractie moest worden gewezen op het feit dat ze het verkeerde pad volgde, en daar uiteindelijk schoorvoetend op terugkwam. Een college dat onder druk van de GB/WP-wethouders op een niet transparante wijze tot besluiten en voorstellen komt die de belangen van slechts een beperkte groep inwoners dienen en niet het algemeen belang. Inderdaad, noodgedwongen moest er veel energie gestopt worden in verkeerde dingen. Beter gezegd het trachten te repareren van de verkeerde college besluiten. Daar kan de heer Jacobs slechts het college, inclusief wethouder Ad Coppens, een verwijt over maken.

Ik gun de heer Jacobs van harte een plek in de Tweede Kamer. Ik verwacht ook dat het hem zal gaan lukken. Maar als hij daar dan eenmaal zit, hoop ik dat hij dan niet alleen “verkeerde dingen” noemt, maar er ook de achtergronden en verantwoordelijken bij vermeldt.

Piet van den Kieboom

 


 

| DE INTEGRALE UITVOERING VAN WMO EN PARTICIPATIEWET |

 

Vorige week heb ik gepleit voor een integrale aanpak van de WMO en Participatiewet. Naar mijn mening kan dit een aantoonbare meerwaarde hebben. Ik heb daarbij toegezegd dat ik de komende weken een aantal mogelijke projecten in dit kader en succesvolle ervaringen hiermee de revue zou laten passeren.

Waar het in de kern omgaat is het tonen van lef en passie. Individuen spelen, als drijvende krachten, vaak een grote rol in het bieden van ruimte voor innovatie, zoals een wethouder die er in gelooft en ervoor gaat. Echter in de praktijk vindt innovatie veelal van onderop plaats. Vernieuwing vindt hierbij vooral plaats in niches waar tegenbewegingen ontstaan veelal buiten de geijkte structuren. Het gaat om sociale initiatieven die mensen echt in beweging brengen. Als mensen daarbij meer vrijheid krijgen om regie te voeren over hun eigen traject leidt dat tot meer tevredenheid en resultaat. Uit onderzoek blijkt dat juist de Participatiewet heeft gezorgd voor een verschuiving van waarden als universalisme en veiligheid naar meer individualistische waarden als kwaliteit en zelfsturing in bijvoorbeeld werk voor mensen met een arbeidsbeperking.

Het volgende voorbeeld uit Rotterdam toont aan dat een integrale aanpak van WMO en Participatiewet in de praktijk kan leiden tot het bevorderen van maatschappelijke participatie en de sociale samenhang.

“Overschie voor Elkaar in het Prachthuis”
“Overschie voor Elkaar” begeleidt vanuit het Prachthuis bewoners uit de wijk Overschie en omgeving in het kader van de tegenprestatie ingevolge de Participatiewet. De vrijwilligers van “Overschie voor Elkaar” ontvangen zelf een uitkering en geven de begeleiding vorm door een benadering op basis van gelijkwaardigheid. “Overschie voor Elkaar” koppelt vanuit een sterk informeel netwerk bewoners en organisaties met elkaar. De activeringscoaches van de sociale dienst Rotterdam voeren er ook gesprekken. “Overschie voor Elkaar” motiveert en steunt mensen uit de wijk om (weer) actief deel te nemen aan de samenleving. Het Prachthuis biedt één grote openbare ruimte, een markthal, waar alle aanbieders van sociaal-maatschappelijk werk, ondernemers, vrijwilligersorganisaties, verenigingen en bewoners een ‘open marktvloer’ wordt geboden om collectief hun activiteiten uit te oefenen, hun kennis en kunde te delen, optimaal gebruik te maken van onderlinge kennis. De collectieve doelstelling is de inwoners van Overschie optimaal bedienen en daarmee het vertrouwen in de wijk te bevorderen. De kerndoelen van “Overschie voor Elkaar” en het Prachthuis komen overeen, namelijk het bevorderen van maatschappelijke participatie en de sociale samenhang in de wijk en daarmee het voorkomen van achterstand en sociaal isolement. De wijze waarop de benadering op basis van gelijkwaardigheid invulling wordt gegeven, geeft een positief effect; de schaamte valt weg. Het laat mensen inzien dat, ook al heb je een uitkering, je toch actief kunt zijn. Hiermee bestrijdt “Overschie voor Elkaar” de sociale armoede door samen de drempels te slechten die het meedoen in de weg staan, immers het grootste probleem is de eenzaamheid onder de bewoners. Door mensen persoonlijk te begeleiden krijgen ze weer contact met de maatschappij en met hun eigen netwerk. In de praktijk maakt “Overschie voor Elkaar” een afspraak met een uitkeringsgerechtigde over de invulling van de tegenprestatie. Op basis daarvan wordt gekeken hoe iemand kan meedoen en wat de belemmeringen en interesses zijn. In het geval van mantelzorg of taalproblemen kunnen mantelzorgactiviteiten of taalondersteuning formeel als tegenprestatie worden benoemd. Het Prachthuis biedt de juiste randvoorwaarden waaronder mensen geactiveerd kunnen worden. Het betekent dat de locatie, het aanbod en de toegang tot (gemeentelijke) diensten hier plaatsvinden. Omdat het een inloop-en ontmoetingsruimte is, ontstaan er contacten tussen bewoners en organisaties en bedrijven. “Overschie voor Elkaar” werkt samen met de sociale dienst Rotterdam. Zij kregen bij de start de contactgegevens van ruim 100 cliënten met wie gesprekken zijn gevoerd. De activiteiten van “Overschie voor Elkaar” zijn geen onderdeel van een werkproces met de sociale dienst. Vanuit het Prachthuis zijn ruim 240 organisaties betrokken die ingeschakeld kunnen worden bij een vorm van ondersteuning, zoals informatievoorziening, activiteiten, trainingen en bijeenkomsten. In het Prachthuis houden diverse maatschappelijke organisaties spreekuur. Om tot samenwerking in het sociale domein te komen en vorm te geven is het eerst nodig elkaar beter te leren kennen, om vervolgens van daaruit verdere aansluiting met elkaar te zoeken. “Overschie voor Elkaar” heeft een investeringsbedrag gekregen vanuit het budget  “armoedebestrijding” van de gemeente. Het Prachthuis is geen gemeentelijk pand en moet particuliere huur betalen. Met de verhuur van lokaliteiten aan derden en subsidie van de gemeente, kan het Prachthuis haar doelen uitvoeren. De coördinator van het Prachthuis is de enige betaalde beroepskracht. Het Prachthuis heeft twaalf vrijwilligers, vier participatiebanen en tussen de 1600 en 2500 inloopaantallen  per maand op jaarbasis.

Ook in Bergen op Zoom zou een dergelijke aanpak een kans moeten krijgen. Met deze aanpak wordt het begrip ‘tegenprestatie’ (Participatiewet) ingezet als een positieve impuls voor het participeren in de samenleving (WMO) in plaats van een morele verplichting die men heeft wanneer men een uitkering uit de WWB geniet. In Bergen op Zoom bestaan al een aantal (vrijwilligers) organisaties zoals “Stichting Samenwerken” en “Samen in de regio”. Deze organisaties zouden bij een eventuele opzet van een vergelijkbaar project, zoals in Overschie, als basis kunnen dienen om deze wijze van integrale uitvoering van de WMO en Participatiewet ook in Bergen op Zoom mogelijk te maken. Het is zelfs het overwegen waard om te kiezen voor de schaal van de “Brabantse Wal”. Voor de benodigde ruimte zou een leegstaand (gemeentelijk) gebouw kunnen dienen.

Piet van den Kieboom

 


 

| MEEDOEN! |

 

Om vergroening van steden te stimuleren zal Stichting De Groene Stad binnenkort de Groene Stad Charta introduceren. Het wordt een handvest voor de vergroening van steden en dorpen.

Door het ondertekenen van dat handvest kunnen gemeenten, bedrijven en maatschappelijke organisaties hun groene ambities zichtbaar maken ten aanzien van de inzet van groen. Bijvoorbeeld als aanzet tot klimaatadaptatie en door vergroening van bijvoorbeeld pleinen, stads- en dorpscentra, bedrijfsterreinen of in de nabijheid van ziekenhuizen. Ondertekenaars van het Groene Stad Charta kiezen daarmee voor vergroening ten bate van een duurzame en leefbare omgeving. Voor mij iets voor de gemeente Bergen op Zoom om mee te doen. Tekenen dus!

Louis van der Kallen