TELEURSTELLING/ WINKELHART?/ REGIONALE AANPAK WERKGELEGENHEID/ GEBREK AAN LIEFDE

| jaar 4 | nummer 180 |

| 24-09-2017 | 12.15 uur |


 

| TELEURSTELLING |  

 

Bergen op Zoom haalde ruim de media met de pratende prullenbakken. Je denkt dan prachtig! Maar een uurtje praatpaaldienst op het Zuivelpleintje leerde snel wat anders. In één uur tijd 12 teleurgestelde kinderen. Het geluid van de Big Belly werkte niet. Die niet alleen. Ik kreeg ook een ‘klacht’ over de Big Belly in de Kremerstraat: “Meneer daar zit ook geen geluid in!”

Wat is de logica? Welke wel, welke niet? Waarom geeft die op het Zuivelpleintje geen geluid? Bij voorbeeld: “heeft het gesmaakt” met een broodjeszaak, een snackzaak (met automatiek) en een ijscoboer. Waar de afvalbak op zaterdagmorgen om 8.00 uur bijna standaard vol zit, zou je denken de bakken daar in de buurt schreeuwen om een dankjewel stem. Maar niets van dat al. Op het stadskantoor is de beslisser over dit soort triviale zaken geen kenner van de stad.

Plots waren er wel veel burgers met ideeën en opvattingen over afval, in het bijzonder afvalbakken.  “Waarom is de afvalbak bij de parkeerautomaat voor het Ketrientje verdwenen?” Als je uit de auto komt is dat de plek om naar toe te lopen! “Waarom is er op Plein 13 geen bak te vinden? Juist daar is er behoefte aan!” ”Meneer ze denken niet na, het gaat ze alleen om in de krant te komen of op Omroep Brabant”. “Leuk idee, maar zoals gebruikelijk is de uitvoering klote.” “Jammer dacht ik hier (op een bankje) rustig mijn ijsje op te eten, moet ik weer verder naar een bak met geluid.”

Heerlijk zulke klungels in het stadskantoor. Ik had aanspraak en was zelf ook niet te beroerd om op iedere teleurstelling te reageren.

Louis van der Kallen

 


 

| WINKELHART? |  

 

Deze week presenteerde het advies bureau DTNP een aantal scenario’s voor het ‘winkelhart’ van Bergen op Zoom. Feitelijk was de boodschap concentreren: in een “frequent rondje” (Zuivelstraat, Wouwsestraat, Sint Josephstraat, Lombardenstraat). Als tweede garnituur: een “beleefkwartier” (Kremerstraat, Kortemeestraat, Fortuinstraat). De rest mag dan als winkelgebied afsterven.

Ik zie dat niet echt zitten, als ik constateer dat Bergen op Zoom geen regionale aantrekkingskracht meer heeft als koopcentrum en de praktijk is dat de ‘Zeeland’ en de grote steden die functie overnemen. Ga dan uit van de eigen kracht. Dat is, mijn inziens, niet de druk opvoeren om winkels te verplaatsen naar dat “frequente rondje” om de landelijke ketens op te leuken met een lokaal sausje waarbij de huurkosten voor de lokale zelfstandige ondernemers wordt opgevoerd en het verwerven van een eigen pand kostbaarder wordt.

De eigen kracht zit in de uniekheid en kwaliteit van de binnenstad. Wat al jaren toeneemt zijn bezoekers van (ver) buiten de regio. Die komen primair niet voor de winkels maar voor de stad! Maar besteden hier wel euro’s. Wat vinden zij aantrekkelijk? Afwisseling! Straten als de Engelsestraat waar bewoners en ondernemers, volstrekt in strijd met regelgeving, hun straat hebben opgesierd met groen en bankjes. Die straat laat, wat mij betreft, de toekomst zien van de binnenstad van Bergen op Zoom. Een wandelparadijs waar in iedere straat iets leuks of unieks gevonden kan worden. Waar ieder gebouw of huis iets anders kan bieden. Waar wonen, winkelen, werken, ambachten en recreëren gecombineerd mogen worden en de bestemming, afhankelijk van het initiatief van bewoner of eigenaar, kan wisselen. Wordt flexibel! Besef dat de toekomst gemaakt wordt door initiatieven van individuele burgers. Laat die stad tot leven komen. Geef burgers kansen, welk pand ze waar ook in de binnenstad in gebruik hebben of in gebruik willen nemen. Beperk met regelgeving alleen mogelijke overlast en laat de rest aan de burgers zelf over. De Engelsestraat laat zien dat een dergelijk beleid kansen biedt op een heel bijzondere aantrekkelijke en leefbare stad.

Louis van der Kallen

 


 

| REGIONALE AANPAK WERKGELEGENHEID |  

 

“Regionale aanpak nodig voor West-Brabant”. Dit bracht het REWIN, verantwoordelijk voor het aantrekken van bedrijven naar de regio West-Brabant, half augustus naar buiten. Zij gaf daarin aan dat gemeenten meer moeten inzetten op de ontwikkeling van West-Brabant, dan op het alleen maar verkopen van hun eigen gronden. Omdat er steeds meer concurrentie komt vanuit binnen- en buitenland nu de economie in de lift zit, zijn er ook steeds meer bedrijven die willen uitbreiden. Deze twee factoren moeten voor de gemeenten in West-Brabant reden zijn om meer samen te werken, zo vindt het REWIN, waar ook de gemeente Bergen op Zoom deel van uitmaakt.

Het instituut heeft onderzoek gedaan naar de mogelijke verbeterpunten rondom het aantrekken en behouden van bedrijven. Daaruit is gebleken dat gemeenten en hun partners in onze regio veel meer moeten gaan samenwerken en veel meer kennis en informatie moeten delen. Het is beter om te kiezen voor een meer strategische aanpak van de acquisitive, dan dat elke gemeente voor zich blijft jagen op alles wat beweegt en zich alleen maar focust op de verkoop van de grond. REWIN adviseert meer in te zetten op kwaliteit dan op kwantiteit.

Afgelopen raadsvergadering, donderdag 21 september, was het  vestigen van een WVG (Wet Voorkeursrecht Gemeenten) op de “ Ster van Lepelstraat” aan de orde. Vorige week heb ik daar al een artikeltje aan gewijd. In de raadsvergadering werd nog steeds niet duidelijk of zich nu wel of niet een concrete grote onderneming in de logistieke sector had gemeld bij het college voor vestiging op de 13 ha. van dit terrein. Eerder meldde het college dat dit wel het geval was. Later deelde een ambtenaar van de gemeente op een informatieavond mee dat dit niet het geval was. Een omwonende ontving vorige week van het college ‘zwart op wit’ dat beiden de waarheid hadden gesproken!! Er zouden zich zelfs meerdere investeerders hebben gemeld waarmee de gemeente in gesprek is. De BSD-fractie nam hier kennis van. Het kwam de geloofwaardigheid van het college zeker niet ten goede. Wij hebben gepleit voor werkgelegenheid op de 13 ha. die duurzaam is, passend in het landschap en een maximaal aantal arbeidsplaatsen per hectare oplevert. De wethouder beloofde de raad dat er inderdaad hoogwaardige werkgelegenheid zou worden ontwikkeld in dit gebied maar hij kon of wilde daarbij niet concreet zijn. Dit was de reden waarom de BSD-fractie tegen de vestiging van een WVG op dit gebied heeft gestemd. Het heeft er alle schijn van dat dit college alleen maar de focus heeft gericht op het verwerven van de 13 ha. om het zo spoedig mogelijk door te verkopen aan een ontwikkelaar die uiteindelijk gaat bepalen wat voor soort bedrijvigheid daar ontwikkeld gaat worden.

De BSD-fractie adviseert het college van B&W om het advies van haar eigen REWIN ter harte te nemen en niet op alles wat beweegt te jagen, maar de regionale samenwerking te zoeken.

Lepelstraat verdient beter werk!

Piet van den Kieboom

 


 

| GEBREK AAN LIEFDE |  

 

Keer op keer constateer ik zaken die voor mijn gevoel een totaal gebrek aan liefde voor de stad of voor het eigen werk etaleren. Ik schreef daar eerder een stukje over met de kop “Liefde voor lelijkheid” en een brief met dezelfde titel.

Nu ik erover nadenk kom ik tot de conclusie dat ‘liefde voor lelijkheid’ niet waar kan zijn. Het is eerder gebrek aan liefde voor de stad, je werk of misschien wel totale desinteresse!

Als voorbeeld: op 19 september zijn er een aantal zaken bezorgd bij het Markiezenhof en opgeslagen onder de galerij op het binnenplein. Op 21 september heb ik de foto gemaakt waar de spullen rechts staan . Op 23 september de foto dat de spullen links staan. Voor mij is het te gek voor woorden dat spullen dagen worden opgeslagen op een plek die daar niet voor bestemd is. Het gebruik van de galerij voor dit soort dagenlange opslag is een verkrachting van de parel van Bergen op Zoom. De binnenplaats is de plek waar Bergen op Zoom bij uitstek zijn pracht en geschiedenis etaleert. Wie verzint nu zo iets. Het plaatsen van de spullen achter de loep laat ook nog eens zien dat de ‘dader’ schijt heeft aan andere belangen dan de zijne!

Tijdens de wandeling laat het trottoir, aan de westkant van het Sint Catharinaplein, ook zien dat het met een gebrek aan liefde is gelegd. Plotseling een plek met enkele veel lichtere stenen of even verder een plek met zo maar een paar donkere stenen. Liefde voor je vak of je omgeving kost niks meer en geeft uiteindelijk zoveel meer voor de stad.

Soms vraag ik mij af waarom er zo weinig ‘Frans Wakkee’s ‘ geboren worden. Van mensen als Frans Wakkee, in het verleden belast met de herbestrating van het centrum, spatte de liefde voor zijn werk er vanaf en dat soort mensen zorgden er voor dat het werk ook kwalitatief uitgevoerd werd. Maar nu lijkt het dat geld belangrijker is geworden dan kwaliteit. Het wordt tijd dat bij het gemeentelijk aanbestedings- en aannamebeleid liefde voor de stad en haar geschiedenis en liefde voor het vak de leidraad moet zijn.  

Louis van der Kallen