DROOGTE – WARMTE/ GELIJKE MONNIKEN?/ EEN KOOPHUIS ONBETAALBAAR VOOR JONGEREN

| jaar 4 | nummer 168 |

| 02-07-2017 | 14.45 uur |


 

| DROOGTE – WARMTE |  

 

Het was de warmste 21 juni in Nederland en ook 22 juni was warmer dan ooit, sinds het begin van de metingen in 1901. Maar ook op 15 februari, 30 en 31 maart, 17, 27 en 29 mei, en 15 juni zijn in Nederland hitte-records verbroken.

Juni was extreem warm. Daarnaast was de lente 2017 de droogste lente in 40 jaar. In de grafiek van de KNMI is te zien dat de lijn van 2017 in de maand juni twee maal boven de top 5% van droogste jaren uitsteekt. Kortom, we hebben te maken met weersextremen: het is 20% droger dan normaal en twee dagen later zorgden flinke hoosbuien voor wateroverlast in Nederland. Droogte en warmte is op vele manieren te bestrijden. Er is nooit één maatregel die de oplossing biedt. Vaak gaat het om een combinatie van maatregelen die elkaar versterken. Het opvangen en vasthouden van water staat daarbij centraal. We kunnen er iets aan doen. Een artikel op de website groenblauwe netwerken omschrijft, zowel voor stedelijke gebieden als voor het buitengebied, hoe?

Gemeenten zoals Bergen op Zoom moeten, in alles wat ze doen,  echt aan de slag om hittestress aan te pakken.

Louis van der Kallen

 


 

| GELIJKE MONNIKEN? |  

 

De gemeenteraad praat weer over de toekomst van de wijkhuizen. Het lijkt een gebed zonder einde. Bezuinigen en het overeind houden van vitale functies gaat moeilijk samen.

De BSD wil heel graag blijven investeren in mensen en hun sociale verbanden. Daarbij is het behouden van wat er gebeurd in wijkhuizen van groot belang. Dat hoeft echter niet te betekenen dat de gebouwen per definitie van de gemeente moeten zijn of door de gemeente gehuurd moeten worden. In het verleden zijn de Moerkens en het wijkgebouw van de Bergse Plaat aan de Ooitas verkocht aan particuliere ondernemers. Deze ondernemers zagen brood in de gebouwen, waarbij de bestaande activiteiten grotendeels gehandhaafd werden en nieuwe activiteiten, zoals kinderopvang, daaraan konden worden toegevoegd of mee worden uitgebreid. De verkoop ging soms gepaard met een fors boekverlies voor de gemeente. Toen zijn er door beleidsvoornemens van de colleges van toen, in de ogen van de ondernemers, verwachtingen gewekt. Maar een beleidsvoornemen van een college is één ding, een besluit van de gemeenteraad of een contract is soms anders. De gemeenteraad is deels niet achter de bezuinigingsvoornemens van het college gaan staan en daardoor zijn sommige sluitingen van wijkhuizen (nog) niet geëffectueerd. De BSD is geen voorstander van het sluiten van wijkhuizen, omdat ze een belangrijke functie vervullen in de wijk en soms ook voor mensen van buiten de wijk. De ondernemers die de Moerkens en het gebouw aan de Ooitas kochten konden weten dat de politiek soms afwijkt van wat een college allemaal verzint om geld te besparen en soms door nieuwe inzichten van mening verandert. Wel begrijpt de BSD-fractie dat er mede door het (nog) niet sluiten van andere wijkhuizen er bij de commerciële exploitatie problemen  kunnen ontstaan. Wat de BSD betreft moet het dan ook mogelijk zijn dat er over de nu geldende éénheidsprijzen gesproken moet kunnen worden. De commerciële exploitanten moeten de mogelijkheid krijgen (binnen zekere grenzen) hun eigen huur en consumptieprijzen te bepalen. Een gemeentelijke bijdrage aan de exploitatie van de commerciële wijkhuizen wijst de BSD-fractie echter af. Het zijn immers geen gelijke monniken. De exploitanten hebben er zelf voor gekozen de gebouwen te kopen inclusief de voorwaarden. 

Louis van der Kallen

 


 

| EEN KOOPHUIS ONBETAALBAAR VOOR JONGEREN |  

 

starters hier?

Het aantal koopstarters ouder dan dertig jaar neemt toe. Uit een NOS-publicatie op basis van een onderzoek van het Kadaster blijkt dat vooral twintigers de aankoop van hun eerste woning uitstellen.

Al negen jaar lang neemt het aantal twintigers toe. Je zou daarom verwachten dat er ook steeds meer jonge huishoudens zijn die hun eerste woning kopen. Maar dat blijkt niet zo te zijn. Twintigers laten de koopwoning meer en meer links liggen. Uit studies blijkt dat vooral jongeren problemen ervaren bij het verkrijgen van een hypotheek. Daarvoor worden verschillende redenen genoemd. Zo hebben jongeren steeds meer te maken met flexibele arbeidscontracten. Hierdoor is de financiering van de eerste eigen woning lastig. Ook de strengere hypotheekregels zorgen ervoor dat kopers meer eigen geld moeten meenemen. Voor jongeren betekent dit dat zij aanzienlijk langer moeten sparen of hulp moeten krijgen van hun ouders of grootouders. Ook de oplopende studieschulden van een deel van de jongeren blijkt een probleem. Na de crisis van 2008 herstelde het aandeel starters, maar het aandeel starters onder de 25 jaar blijft achter bij de oudere koopstarters. Uit de cijfers blijkt ook dat de aankoopprijs van dertigers veel harder stijgt dan die van twintigers. Ten opzichte van de klassieke jonge koopstarter zoeken dertigers andere woningen omdat zij meer inkomen en vaker kinderen of een partner hebben. Hoewel dit landelijke cijfers zijn is er geen reden om aan te nemen dat dit in Bergen op Zoom anders zou zijn. Deze trend moet dan ook gevolgen hebben voor ons woningbouwprogramma. Meer en goedkopere huurwoningen voor jonge starters op de woningmarkt. Want door de flexibilisering en andere studiefinanciering veranderen hun bestedingsmogelijkheden en daarmee hun mogelijkheden om toe te treden tot de woonmarkt.   

Louis van der Kallen