GROEN IS IN!/ RAAR?/ LANGER ZELFSTANDIG WONEN

| jaar 4 | nummer 185 |

| 29-10-2017 | 09.00 uur |


 

| GROEN IS IN! |  

 

Overal ter wereld zien steeds meer ontwikkelaars en architecten dat met meer groen in de gebouwde omgeving tal van ‘problemen’ tot een (deel)oplossing komen. Het is een trend die ook in Nederland steeds meer volgers krijgt. Steeds meer gebouwen krijgen een ‘groene huid’.

In Utrecht staat de bouw van een negentig meter hoge groene woontoren aan de Jaarbeursboulevard op het programma. Met een gevel met circa tienduizend planten van dertig verschillende soorten. Het is een project van Stefano Boeri, een Italiaan. Eerder realiseerde hij ‘Bosco Verticale’, een verticaal bos van twee woontorens in Milaan, waarop meer dan 900 bomen groeien.

Groene gevels zijn voor veel stedelijke problemen een oplossing, zoals het opvangen van regenwater. Steden hebben immers steeds vaker last van extreem weer waarbij het harder regent en door de vele harde oppervlaktes raken steden verhit. Het vasthouden van meer water is een goede manier om die verhitting tegen te gaan.

Een rekenmodel voor vergroening is de ‘Green Plot Ratio’, de verhouding tussen de oppervlakte aan groen en de oppervlakte van het perceel. Gemeenten die klimaatbestendig nieuwe wijken willen ontwikkelen zouden een ‘Green Plot Ratio’ norm in hun plannen op kunnen nemen en daar dan ook op gaan handhaven. Maar de trend van het bedekken van de gevels met planten (‘de verticale tuin’) kent in de wereld al veel mooie voorbeelden: het etnografisch museum Quai Branly in Parijs, cultuurcentrum Caixa Forum te Madrid, het verticale bos de Mille Arbres in Parijs, het Sportplaza Mercator in Amsterdam-West (2006) van architect Ton Venhoeven.

Meer groen in de stad is een fundamentele manier om de stad weer leefbaar te maken en is een correctie op de doorgeslagen verstening van de bebouwde omgeving. Burgers laten soms, door eigen initiatief, zien dat de behoefte groot is. Dan worden straten door hen met groen aangekleed en leefbaar gemaakt en voor de wandelaar en de bewoners een lust voor het oog. Kom eens kijken in de Engelsestraat in Bergen op Zoom. In een paar jaar tijd heeft die een geheel ander aanzien gekregen. De eerste gerichte bezoeker van elders heb ik daar al gespot.

Engelsestraat Bergen op Zoom

Louis van der Kallen

 


 

| RAAR? |  

 

De kosten die een gemeente maakt voor de afvoer van huishoudelijk afvalwater mag een gemeente voor de volle honderd procent via de rioolheffing verhalen op de burgers.

Menige gemeente, en ook de gemeente Bergen op Zoom, heeft de neiging (bijkomende) kosten toe te rekenen aan een taakveld, zoals het rioolbeheer dat de mogelijkheid biedt de kosten voor de volle honderd procent door te bereken onder het motto ‘we streven naar 100 % kostendekkendheid’. De vraag is of dat wel mag c.q. moreel wel juist is. In de auditcommissie van afgelopen week werd gesproken over de 400.000 euro die vanuit de post straatvegen wordt toegerekend aan de riolen. Het klink logisch. Als je voorkomt dat riolen verstopt kunnen raken door straatvuil, bespaar je de kosten die een dergelijke verstopping kost.

Maar wat nu als je het op een andere manier benadert? Het is verboden afval op straat te gooien. Maar wat nu als een gemeente dat verbod niet handhaaft en daardoor feitelijk het zwerfafval aanvaardt en daar, zodra het op straat belandt, dus feitelijk eigenaar van wordt? Is het voorkomen dat dit zwerfafval, in eigendom van de gemeente, in het riool komt dan niet simpelweg het voorkomen dat de gemeente zelf de regels overtreedt? Want afval lozen in het riool is een verbod wat ook een gemeente niet mag negeren.

De burgers via de rioolheffing laten betalen voor het gemeentelijk naleven van een verbod lijkt mij raar en onlogisch. Het voorkomen dat je zelf de wet overtreedt, lijkt mij vanzelfsprekend en niet belastbaar bij de burgers. Of denk ik nu zo raar? Laat het mij weten.

Louis van der Kallen

 


 

| LANGER ZELFSTANDIG WONEN |  

 

Begin 2015 telde Nederland 3 miljoen 65-plussers, in 2040 zullen het er 4,7 miljoen zijn, zo is de verwachting. Zo’n 4 miljoen Nederlanders zijn mantelzorger. Dit heeft gevolgen voor de zorg , maar ook voor onze manier van wonen. Vanuit de rijksoverheid wordt gepropageerd om ouderen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen. Maar wat is zelfstandig? Is dat hetzelfde als volledig onafhankelijk van zorg en ondersteuning? 

Neen, dat is een illusie. ‘Ouderdom komt met gebreken’ wordt regelmatig gezegd. Deze gebreken hebben wel tot gevolg dat de behoefte aan zorg en ondersteuning toeneemt naarmate men ouder wordt. Maar naast zorg heeft de ouder wordende burger ook behoefte aan een passende of aangepaste woning, zonder letterlijke hindernissen en met zorg op niet al te lange afstand.

Omdat de zorg vanuit de gemeente met inzet van de WMO in de praktijk beperkt is, nemen naasten of familieleden veel van de zorgverlening op zich. Dit heet ‘mantelzorg’. Mantelzorg geef je aan een naaste die hulp nodig heeft. Mantelzorg is niet iets waar je bewust voor kiest, het overkomt je. Kenmerkend voor de meeste mantelzorgers is dat ze zichzelf vaak niet het stempel ‘mantelzorger’ geven, maar louter handelen vanuit hun hart. Het is een zware taak. Om mantelzorg aan een naaste goed te kunnen combineren met een baan en mogelijk de zorg voor een jong gezin, wordt er steeds meer gekozen voor het dichter bij elkaar (gaan) wonen van zorgbehoevende en zorgverlener in casu de mantelzorger. Misschien kent u het ‘Arrest van Boekel’. Een wettelijke mogelijkheid om op hetzelfde perceel als waar de mantelzorger (vaak een kind van zorgbehoevende oudere) een kleine woning te realiseren voor de ouder(-s) zodat de zorg makkelijker en dichtbij gegeven kan worden, naast de noodzakelijke professionele zorg. Bijkomend voordeel kan dan ook nog zijn dat opa en/of oma eenvoudige toezichthoudende taken kan verrichten voor het gezin als de ouders naar hun werk zijn bijvoorbeeld.

Nu is natuurlijk niet iedereen in het bezit van een eigen woning inclusief bijbehorend erf. Veel ouderen, maar ook hun kinderen wonen in een huurhuis. Toch zou het realiseren van een mantelzorgwoning mogelijk gemaakt moeten worden. Voordelen van deze aanpak en constructie:

  1. Hulpbehoevende ouderen ontvangen dichtbij de zorg die zij nodig hebben, aanvullend op noodzakelijke professionele zorg.
  2. Mantelzorgers worden minder zwaar belast bij het combineren van taken.
  3. Ouderen kunnen daadwerkelijk langer zelfstandig in een vertrouwde omgeving blijven wonen.
  4. Beperkte middelen kunnen efficiënter en effectiever worden ingezet.
  5. Krapte op de arbeidsmarkt van verzorgenden kan hiermee voor een deel worden opgelost.

Voorwaarden:

  1. Waar het fysiek niet mogelijk is een mantelzorgwoning te realiseren, zou het mogelijk gemaakt moeten worden dat een of beide partijen verhuizen naar een geschikte woning met bijbehorend erf. Hierbij zou het inzetten van middelen, bestemd voor het bieden van zorg overwogen kunnen worden ter stimulering. Ook fiscale maatregelen zouden hierbij ingezet kunnen worden.
  2. In de situatie waarin men aangewezen is op een huurwoning dienen met de woningcorporaties (prestatie-)afspraken gemaakt te worden om, bij nieuwbouwplannen c.q. grote renovatie werkzaamheden, een aantal woningen te realiseren met een bijpassende mantelzorgwoning. 
  3. Er zullen regels aangepast moeten worden om het ‘delen van de voordeur/adres’ fiscaal te ontlasten.
  4. Het recht op toeslagen vanuit het rijk dienen overeind te blijven.
  5. Op een te ontvangen (bijstands-)uitkering dient niet gekort te worden vanwege inkomensdelers.

Dit zijn slechts enkele ideeën die ik voorstel om de zorg voor ouderen en andere burgers die op zorg zijn aangewezen voor de toekomst veilig te stellen en betaalbaar te houden. Ik sta open voor (kritische) opmerkingen en aanvullingen op mijn ideeën.

Piet van den Kieboom