SLECHTE PLANNING / (NATTE-ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 12: WAT IS DE WAARHEID – 2

| jaar 2 | nummer 44 |

| 04-01-2015 | 10.30 uur |


 

| SLECHTE PLANNING |  

 

planningDe aanleg van de Randweg Zuid-West tracédeel 1 is weer uitgesteld. Nog steeds is niet duidelijk of binnen het budget een twee-keer-twee-rijbanenontwerp voor de weg kan worden gerealiseerd. Op zich is het al merkwaardig dat er een budget is dat gebaseerd was op één maal twee rijbanen en het mogelijk zou kunnen zijn dat er tweemaal zoveel weg voor het zelfde geld zou kunnen worden aangelegd.  

Is dat een teken van goed aanbesteden of is dat slecht budgetteren? Of is het gebruikelijk dat gemeentelijke budgetten zo ruim worden vastgesteld dat er bijna altijd meer kan dan men oorspronkelijk berekende?

Als raadslid wordt je van dit soort voorvallen steeds argwanender ten aanzien van het beheer van de gemeentelijke financiën en de kwaliteit van gemeentelijke calculaties. Maar er is meer. Wat zegt het over de voorbereiding van gemeentelijke projecten als niet ruim van tevoren duidelijk is wat het omleggen van (gas)leidingen kost en hoe lang het duurt om  daar duidelijkheid over te krijgen? Ook de ruimtelijke planning roept ernstige vraagtekens op. Zo ingewikkeld kan het toch niet zijn om, als een bestemmingsplan is vastgesteld en een traject van een weg duidelijk is, te beginnen met verwerving en als dat niet snel lukt over te gaan tot onteigenen. Het is niet de eerste keer dat er rare kronkels in een weg zitten/zaten. Denk maar aan de rare slinger in het fietspad dat enige tijd in de Ravelstraat zat, omdat iemand een stukje tuin niet wilde verkopen. Ook de nieuwe route naar Steenbergen-Zuid of de Welberg kent nu weer z’n slinger om een schuurtje. Bij glad weer wordt een bestuurder daar niet blij van.

Bij de geplande aanleg van de Randweg Zuid-West tracédeel 1 blijkt er weer een onwillige eigenaar en weer is daar geen rekening mee gehouden en is niet tot een snelle onteigening besloten. Nee de burgers en bedrijven kunnen wachten tot Sint Juttemis. Of de weg wordt (tijdelijk) aangelegd om het betreffende perceel heen, met alle extra kosten en gevaar van dien. Is plannen werkelijk zo moeilijk of is er een overdaad aan gemakzucht, onkunde of is er een gebrek aan bestuurlijke daadkracht aan de orde? Wanneer begint men nu eens op tijd aan dit soort complexe projecten?

Louis van der Kallen

 


 

| (NATTE-ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 12 |  

 

Wat is de waarheid? – 2

 

jachthaven 2De landsregering heeft de “ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer” vastgesteld en daarmee het voornemen kenbaar gemaakt een beperkt getij terug te brengen in het Volkerak-Zoommeer en deze wateren op termijn te verzilten. 

De ontwerp-rijksstructuurvisie is bijna juichend over de door de verzilting te verwachten positieve effecten voor het toerisme. Als dat werkelijk voor het hele gebied zo zou zijn waarom hebben dan maar liefst zes jachthaven/watersport bedrijven, die afhankelijk zijn van het watersporttoerisme dan een zienswijze ingediend met de volgende vier verzoeken:

  1. Voorlopig af te zien van verzilting van het VZM, totdat duidelijk is of de overlast van blauwalg terugkeert.
  2. Geheel af te zien van verzilting van het VZM als in een later stadium blijkt dat de kans dat overlast van blauwalg terugkeert nihil is.
  3. Te onderkennen dat verzilting van het VZM forse negatieve effecten met zich meebrengt voor de havens achter de Manderssluis en het Benedensas.
  4. De rijksstructuurvisie en de onderliggende MER en MKBA te heroverwegen en zo nodig aan te passen op de punten zoals in de bijlage bij deze brief genoemd.  

Zouden de zes bedrijven: Jachthaven Waterkant te Dinteloord, Jachtcentrum te Dintelmond, Jachthaven de Vlije te Steenbergen, het Bunkerstation AM van der Kolk te Dinteloord, Stevens Nautical te Heijningen en Jachthaven de Schapenput in de Heen, hun belangen niet zien? Of is het zo dat in de stukken vooral de voordelen aan bod zijn gekomen. 

Volgens hen is het voornaamste nadeel voor de waterrecreatie het opnieuw in bedrijf nemen van de Manderssluis en het Benedensas. Daarmee vermindert de bereikbaarheid van de Brabantse binnenwateren, omdat geschut moet worden om de havens achter de sluizen (zes jachthavens met gezamenlijk zo’n 1.550 ligplaatsen) te bereiken. Daarnaast voorzien zij stankoverlast van rottende zeesla, juist bij de Manderssluis en het Benedensas.  

Deze extra barrière voor hun klanten heeft een sterk negatief effect, zowel op het aantal overnachtingen van passanten als op de aantrekkelijkheid van de vaste ligplaatsen. Dat blijkt naar hun inzicht uit het feit dat de havens achter deze twee sluizen pas goed tot ontwikkeling zijn gekomen na de afsluiting van de Philips- en Oesterdam. In de Maatschappelijke Kosten/baten analyse (MKBA) is dit negatieve effect amper meegenomen voor de passanten en helemaal niet voor de vaste ligplaatsen, terwijl het overgrote deel van de inkomsten van een jachthaven komt uit de liggelden van de vaste ligplaatshouders. Het niet meenemen van deze negatieve effecten is in hun ogen onterecht. “Verzilten van het VZM zal een zeer zware wissel trekken op de rentabiliteit en levensvatbaarheid van onze havens”, was hun harde conclusie. Voor wie is het dan wel voordelig? Ons Water sluit niet uit dat dit de havens zijn langs de Grevelingen. Ook hier lijkt het erop dat de Zeeuwen goede zaken doen met de structuurvisie en West-Brabant wederom aan het kortste eind trekt en de rekening mag betalen!  

Voor Ons Water en de BSD is het helder: de onnodige verspilling van geld en de vernietiging van de mooie natuur kan nog voorkomen worden. Stop de verzilting. Teken de petitie via https://onswater.com/

Louis van der Kallen  

 


 

| VERZONDEN BRIEVEN |

 

01-01
VERSLAG BESTUURLIJK OVERLEG BERGEN OP ZOOM/ROOSENDAAL, KENMERK LK/15001