SCENARIO’S/ (NATTE-ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 32: LESSEN UIT HET VERLEDEN

| jaar 2 | nummer 73 |

| 16-08-2015 | 09.00 uur |


 

| SCENARIO’S |   

 

aardewerkIn de twee voorgaande nieuwsbrieven schreef ik reeds drie artikeltjes over zaken, vermeld in het rapport “Midsize Brabant” met de titels: bar slecht, uitdaging en een economische kijk. In dat rapport worden ook een zevental trends geschetst die van toepassing zijn op stedelijke ontwikkelingen. Zoals: ‘de stad in opkomst’, ‘economie en arbeidsmarkt in transitie’, ‘technologische innovatie en de informatiesamenleving’, ‘de samenleving in beweging’, ‘energietransitie en verduurzaming’, ‘veranderende vraag naar ruimte’ en ‘nieuwe verhoudingen’. Het rapport bevat ook een aantal interviews met personen uit de acht middelgrote steden van ons mooie Brabant.

Met bijzondere aandacht heb ik natuurlijk het interview met onze burgervader Frank Petter gelezen. Twee uitspraken van hem vielen mij op. Te weten : “Het risico is dat steden als Bergen op Zoom of de Brabantse Wal – met Steenbergen, Woensdrecht en Tholen – onvoldoende benut worden.” Een terechte opmerking. Maar niet werd aangegeven wat daar dan de oorzaak van zou kunnen zijn en hoe dat te voorkomen is.

De tweede opmerking was: “Ik denk dat uit de as van Philip Morris echt al iets fantastisch is gegroeid. We hebben een duidelijke versnellingsagenda kunnen formuleren, waarbij niet alleen biobased, logistiek en maintenance centraal staan, maar ook nog energie.” Voor mij is een agenda formuleren nog niet iets fantastisch! In plannen en goede voornemens op papier zetten is Bergen op Zoom al eeuwen groots, deze plannen realiseren bleek keer op keer het probleem. Voor mij is er dus nog niets ‘fantastisch uit de as gegroeid’. Behalve een opgepoetst imago van een enkele wethouder, heeft de burger nog niet zoveel gezien. Ik ben meer van ‘geen woorden maar daden’ of om bij een Brabantse term te blijven ‘er moet garen op de klos’. 

Het interview wat mij het meeste aansprak was met Nicoline van Enter de directeur van SLEM Waalwijk met de subtitel ‘Klein is het nieuwe groot’. Hier schetst zij hoe een relatief klein museum, gericht op iets specifieks, in het voorbeeld van Waalwijk van internationale allure kan zijn. Voor mij was dat een EUREKA moment. De truc is een dergelijke niche voor Bergen op Zoom te vinden. Onze aardewerkgeschiedenis zou iets dergelijks kunnen zijn. Vooral als je de exportverbinding kan leggen met andere landen die er zeker is! 

Op basis van de in de rapportage verzamelde gegevens van de acht middelgrote steden in Noord-Brabant zijn in de rapportage een viertal scenario’s uitgewerkt. Te weten: de aantrekkelijke woonstad, de bloeiende streekstad, de ondernemende pionierstad en de slimme industriestad. Voor Bergen op Zoom wordt voor de toekomst de scenario’s aantrekkelijke woonstad en bloeiende streekstad als relevante scenario’s genoemd. Onder het kopje “ondernemende pionierstad” is te lezen: “Kijkend naar de uitgangspositie van de Midsize-steden is het scenario (ondernemende pionierstad) relevanter voor Waalwijk en Veghel dan voor Bergen op Zoom.” Hoezo? “We hebben een duidelijke versnellingsagenda kunnen formuleren, waarbij niet alleen biobased, logistiek en maintenance centraal staan, maar ook nog energie.” De rest van de wereld (althans de opstellers van Midsize Brabant) zien Bergen op Zoom op een andere wijze.

Feitelijk vind ik het nog erger dat Bergen op Zoom geen toekomst wordt toegedicht als “slimme industriestad”. In onze geschiedenis is de industrie vanaf de middeleeuwen (zout en aardwerk, metalen, chemie, enz.) altijd prominent aanwezig geweest. Voor dit scenario wordt als belangrijk ingrediënt genoemd “een gunstige ligging ten opzichte van internationale transportnetwerken”. Dan is het des te opmerkelijker dat voor dit scenario wel Helmond en Waalwijk en niet Bergen op Zoom worden genoemd. Terwijl wij in het kader van transport modaliteiten aanzienlijk meer c.q. betere mogelijkheden hebben dan die steden. Wat tegen ons lijkt te werken is niet onze ligging maar ons bestuurlijk gebrek aan daadkracht. Wel een traditie van mooie plannen (grootheidswaan), maar geen traditie van bestuurlijke daadkracht en realisme om al die ambities te realiseren.     

Louis van der Kallen

 


 

| (NATTE-ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 32: LESSEN UIT HET VERLEDEN |  

 

malariamug

Affiche van de Commissie voor de Bestrijding van de Malaria in Noord-Holland, circa 1925

In het Nationaal Waterplan 2009-2015 was het bestrijden van verzilting nog één van de belangrijkste wateropgaven. De argumenten van toen zijn nog steeds geldig! Ook de aanleg van de Afsluitdijk was niet alleen om op termijn nieuw land aan te winnen en de omliggende gebieden beter te beschermen tegen de dreiging van stormvloeden, maar ook voor de kansen die verzoeting van de Zuiderzee zou kunnen geven voor de landbouw en de bestrijding van de Hollandse malariamug die alleen in brakwater kon overleven en zich voortplanten.

Bijna geheel Noord-Holland boven het Noordzee Kanaal was verzilt en kende jaarlijks duizenden malariapatiënten. In 1946 waren er nog circa 9000 malariapatiënten, voornamelijk veroorzaakt door de Hollandse malariamug. Zie het artikel in de Elsevier van die tijd “In 1946 rond 9000 patiënten.” De jaren 1880, 1902 en 1922 waren topjaren. De Hollandse malariamug is vrijwel uitgestorven en de parasiet, die de malaria-epidemieën toen veroorzaakten, is al jaren niet meer aangetroffen. Maar als de mug weer meer brak water ter beschikking krijgt, kan ook de parasiet weer een bedreiging vormen. Toen schreef de Elsevier: “Men verlieze echter niet uit het oog, dat de ontzilting van Noord-Holland de beste manier van malariabestrijding is. Wij zien met spanning uit naar de dag, waarop het water in Noord-Holland verzoet zal zijn. De strijd tegen het zoute water zal moeilijk zijn en blijvend, ook door de zoute kwellen in Noord-Holland. Maar wij hopen toch, dat de blijvende verzoeting binnen 10 jaar bereikt zal zijn. Er staan enorme belangen mee op het spel, voor de welvaart en voor de volksgezondheid.” 

Welke lessen trekken we uit de geschiedenis van onze strijd tegen verzilting? Of worden die lessen veronachtzaamd?

Chris Ooms

 


 

| VERZONDEN BRIEVEN |

 

12-08
AFVALSTOFFENBELEID, KENMERK PVDK/15041


12-08
ONDERHOUD OEVER KLEINE MELANEN, KENMERK LVDK/15042