VERZOEK WET OPENBAARHEID VAN BESTUUR (MOLENBEEK)

 

   


 | LVDK 20056 | 24-09-2020 |

 

Geacht College,

 

In het kader van artikel 3 lid 1 van de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) verzoekt ondergetekende inzage in alle dossiers die in algemene zin betrekking hebben op het gebied dat in het noorden begrensd wordt door de (west-oost) lijn die loopt van kruising Albert Cuijpstraat/Klein Molenbeek naar Binnenwegje, in het westen en zuiden door Klein Molenbeek en in het oosten door het Binnenwegje.

  • In het bijzonder de aanvraag/vergunning- DOSSIERS van bouwwerken, (semi) wegverhardingen, slootdempingen, wegafsluitingen, aanlegvergunningen, sloopvergunningen, omgevingsvergunningen, kapvergunningen (dus voor het vervallen van de kapverordening), q. meldingen in dit kader vanaf 1990.  

Specifiek , vanaf 1960 de dossiers die betrekkingen hebben op:

  • huisnummerregistratie;
  • de bouw/aanleg van het rioolgemaal nummer 009-0.00;
  • wegaanleg, onderhoud en beheer en de aanleg van de straatverlichting.

Voornoemde dossiers zijn documenten als bedoeld in artikel 3 lid 2 WOB.

Ondergetekende verzoekt uw college hem kennisneming van de inhoud toe te staan (artikel 7 lid 1b WOB) en met een beroep op artikel 7 lid 2 WOB de dossiers voor de verzoeker ter inzage te leggen en verzoeker te informeren waar en gedurende welke periode inzage mogelijk is.

Aanvullende motivatie

Na een recente mailwisseling en advisering inzake een voorgenomen motie is bij ondergetekende ernstige twijfel gerezen over de compleetheid en juistheid van wezenlijke delen van het gemeentelijke beheer van dossiers, dit gebied betreffende. Zelfs als helder is dat inzake dit gebied een diepgaand juridisch conflict dreigt, blijkt dat de gemeente uitgaat van papieren ‘realiteiten’ en niet de moeite neemt zich ter plaatse werkelijk te verdiepen. Zelfs niet als raadsleden nadrukkelijk een nummering vermelden! Daarbij in aanmerking nemend dat bij advisering van de raad/raadsleden/fracties gebruik wordt gemaakt van informatie/kaartmateriaal aangeleverd door een belanghebbende derde zonder zich van de juistheid te vergewissen. Als voorbeeld: glashard wordt gesteld:  “nummer 11 is momenteel een niet bestaand huisnummer”  terwijl het als je het bordje op de schuur bekijkt  (op basis van de oxidatie van de gebruikte schroeven en de vervaging van het zwart van de letters) heel goed kan dat dit bordje er al meer dan 20 jaar zit. Hoezo niet bestaand? Mogelijk niet in de gemeentelijke administratie. Tussen nummer 9 en nummer 15 ontbreekt in werkelijkheid alleen nummer 13. 

Ik ben verbijsterd dat in een dossier waarin zoveel stukken zijn geproduceerd dit soort fouten zitten. Klaarblijkelijk heeft niemand binnen de organisatie de motivatie gehad om zaken echt ter plaatse te bekijken. Wel een beroep doen op de openbaarheid van een weg, omdat het gebruik al zolang openbaar is van karakter, maar niet feitelijk controleren wat de feiten zijn qua nummering en voetstoots de inbreng van een belanghebbende aanvaarden als waar. De nummering van de schuur/atelier kan op basis van hetzelfde ‘gewoonterecht’ als feitelijk vastgesteld worden.  

“Wat klopt er nog meer niet?”,  is dan de vraag.

De gemeente moet echt gaan leren van ‘buiten naar binnen’ te kijken in plaats van het van ‘binnen naar buiten‘ te kijken.

 

In afwachting van uw reactie,
met vriendelijke groet,
namens de BSD-fractie,

 

LOUIS VAN DER KALLEN.