FRUSTRATIE/ ONDERHOUD FIETSPADEN/ BEPERKEN MEEUWENOVERLAST

| jaar 3 | nummer 118 |

| 07-08-2016 | 09.45 uur |


 

| FRUSTRATIE |  

 

beplatingOmstreeks 9.15 uur op vrijdag morgen 5 augustus zie ik een oranje/rode vrachtwagen de draai nemen op de hoek Blauwehandstraat/ Wouwsestraat door te rijden over de beplating onder de Dikke Boom schade aanbrengen aan gemeentelijk eigendom (indrukken van één aanlichtlamp) en wil dat melden.

Ik denk dit te kunnen melden via de gemeentelijke website. Via “meldingen handhaving” zou dat moeten lukken. Ik kom dan terecht in een beslisboom met hoofd- en subcategorieën die over van alles gaan, behalve over het beschadigen van gemeentelijke eigendommen (eerste frustratie/ ontmoedigingsmoment) . En dat terwijl ik toch met regelmaat, wandelend door de stad, onreglementair ‘gesloopte’ gemeentelijke eigendommen aanschouw. Met een lijf vol ergernis besluit ik het vermelde zes cijferige telefoonnummer te bellen met de gedachte dat ik een lokaalnummer bel. Dat bleek niet geval. Machine aan de lijn die mij vraagt voor welke gemeente ik bel (tweede frustratie/ ontmoedigingsmoment). Ik besluit nog net niet de hoorn neer te leggen. Ik noem de naam van mijn gemeente en wordt doorverbonden. Wat krijg ik dan aan de lijn? Een bandje (derde frustratie/ ontmoedigingsmoment). Daarna alsnog een vriendelijke dame van het ‘klantencontactcentrum’. Klantencontactcentrum? denk ik dan. Ik heb toch het nummer gedraaid voor een melding ‘handhaving’? (vierde  frustratie/ ontmoedigingsmoment). Ik word toch geacht een formulier in te vullen, volgens de vriendelijke dame. Het is dat ik het onbeleefd vind de verbinding te verbreken, maar wijs de dame erop dat het formulier niet passend is. Ik ‘mag’ ook een mail sturen (vijfde frustratie/ ontmoedigingsmoment). Een mail? Ik heb een mens aan de lijn! Hoeveel mensen zijn er niet die niet digitaal of taalvaardig zijn? Ik mag het ook aan haar vertellen, positief bedoeld, maar ik bel niet voor niets naar een nummer vermeld bij handhaving (zesde frustratie/ ontmoedigingsmoment). Ik had graag gezien dat er direct actie werd ondernomen. Zoals het bekijken van camerabeelden om de dader op te sporen en de schade te verhalen. De burger krijgt via zijn belastingen uiteindelijk wel de rekening. Dat is dan het zevende frustratie/ ontmoedigingsmoment. Ik bedank de dame aan de telefoon en leg neer. Opluchting!

Achteraf denk ik ook wat heb ik nu eigenlijk gezien? Misschien was de lamp al in gedrukt door een voorganger. En heb ik alleen de zoveelste vrachtwagenbestuurder gezien, die denkt dat alles kan en mag en dat iedere ondergrond tegen het gewicht van zijn voertuig moet kunnen, zoals beplating. Achtste frustratie/ ontmoedigingsmoment. 

Mijn frustraties heb ik weggeschreven met dit artikel. Ik kan mij voorstellen dat veel mensen al lang gestopt zijn met melden. Ik kan me voorstellen dat het vooral ouderen zijn, die bij hun omgeving nog enig gevoel hebben. Het zijn ook ouderen die zich aan deze bureaucratie, ook als het ‘klantencontactcentrum’ heet, ergeren. Maar ik ben vast een oude gefrustreerde man die niet met de tijd is mee gegaan. Toch zijn het, naar mijn gevoel, dit soort ervaringen waardoor de burger het gehad heeft met zijn overheid.

Louis van der Kallen

 


 

| ONDERHOUD FIETSPADEN |  

 

fietspad 01Afgelopen week was in BNdeStem te lezen dat de fietsersbond heeft geconstateerd dat 1 op de 10 fietspaden in de gemeente Bergen op Zoom in een slechte staat verkeert en toe is aan een onderhoudsbeurt. De subkop bij het artikel was: “Hoog tijd dat gemeente er werk van maakt”.

Jammer is dat de gemeente, bij monde van een woordvoerster, gelijk in de verdediging gaat en de boel bagatelliseert. Dat één op de tien fietspaden in de gemeente niet deugt moet volgens deze woordvoerster gerelativeerd worden: “Vaak gaat het maar om een beperkt deel.” Als raadslid denk ik dan: pak dat ‘beperkte deel’ dan aan! Ook valt het schoonvegen van het straatje op: “De gemiddelde kwaliteit van de fietspaden voldoet ruim aan de met de gemeenteraad gemaakte afspraken.”. Als een fietser verongelukt op een slecht stuk zal het hem of haar een worst zijn of de gemiddelde kwaliteit voldoet aan de met de gemeenteraad afgesproken normen. Aardig is de stelling van de woordvoerster: “als er gevaarlijke situaties dreigen te ontstaan, grijpen we direct in.” “Dreigen te ontstaan” betekent dat ze er dan nog niet zijn. De afgelopen jaren heeft de BSD-fractie met regelmaat het laatst in 2014 het college gewezen op een bestaande gevaarlijk situatie. Het probleem is dan dat de interpretatie vaak verschilt. Wat voor een wielrijder op een sportfiets bij 35 km/uur gevaarlijk is, is voor een standaard fietser met 15 km/uur nog volstrekt ongevaarlijk, maar met dezelfde snelheid bij slecht zicht in de nacht kan iets dan wel weer gevaarlijk zijn.

De BSD is het met de Fietsersbond eens dat er echt werk gemaakt moet worden van structureel onderhoud van de fietspaden. De ontwikkeling van snelroutes voor fietsers is voor ons ook een actiepunt, te starten met de route tussen Bergen op Zoom en Roosendaal. Fietsen is gezond en minder milieubelastend dan de auto. Dat verdient dan ook de extra aandacht.

Louis van der Kallen

 


 

| BEPERKEN MEEUWENOVERLAST |  

 

stille vogelverschrikkerHet is weer zomer en de meeuwen zijn er weer massaler dan vorig jaar. De binnenstad en sommige andere delen van de stad lijden onder, wat haast wel genoemd kan worden, meeuwen terreur. Het dak van Huize Sint Catharina is naar het gevoel van de omwonenden een meeuwenkolonie geworden. Gezien de beschermde status van een aantal meeuwensoorten moeten we haast gaan oppassen dat deze ‘kolonie’ straks niet tot vogelrichtlijngebied of Natura 2000 gebied wordt verklaard. 

Meeuwen horen, tot op zekere hoogte, bij Bergen op Zoom als stad aan het water. Hun te grote aanwezigheid veroorzaakt echter op verschillende manieren overlast. Vooral in het broedseizoen. De meeuw is een beschermde vogel, die wel zonder een vergunning geweerd mag worden, maar niet bejaagd of verjaagd! Vandaar dat preventie zo belangrijk is.

Lawaai
In de zomermaanden zijn er veel klachten over de meeuwen in onze stad. In deze periode komen de eieren uit en is de overlast het grootst. De jongen worden dan gevoerd en krijgen vliegles. Dit gaat gepaard met veel gekrijs. De volwassen dieren beschermen hun jongen fanatiek en zijn erg luidruchtig.

Zwerfvuil
Meeuwen zijn zeer behendig in het openscheuren van afvalzakken en het leeg plukken van afvalbakken. Veel rommel blijft dan op straat achter en verwaait.

Bevuiling door uitwerpselen
De uitwerpselen van meeuwen blijven achter op gevels, muren, daken, goten en auto’s. Door de opeenhoping van mest en nestmateriaal raken goten en regenpijpen verstopt met als gevolg lekkage en stankoverlast. Daarnaast worden materialen beschadigd door de bijtende stoffen in de uitwerpselen, bijvoorbeeld dakbekleding, goten, auto’s, was, etc.

Hinder door duikvluchten van meeuwen op bewoners
Dit doen meeuwen om hun jong te beschermen, zo lang het jong nog niet goed kan vliegen en ver van het nest is gelopen.

Wat kunt u er aan doen?
NOOIT MEEUWEN VOEREN! Zorg dat de rolemmer met huishoudelijk afval dicht is en er geen etensresten voor het oppikken liggen. Houd afval van de straat en de plantsoenen. Er zijn verschillende soorten vogelwering, zoals pennen, netten en draden om de vogels af te schrikken. Ook de zogenaamd stille vogelverschrikker op een platdak kan uitkomst bieden. Dat is een driekleurige en lichtreflecterende bol die door de wind wordt bewogen. De kleuren, rood, zwart en geel, zijn de natuurlijke schrikkleuren.

Louis van der Kallen

 


 

| SAVER: WAAR STAAN ZE? |  

  

textielbak